Heleen van Royen
Ik heb nog nooit over voetbal geschreven. Ik
durf het niet. Als ik voetbal kijk met Bart of Sam krijg ik
altijd de wind van voren. Ik zit te veel op mijn telefoon,
vinden ze. Ik stel domme vragen. Dat ik het 5-3-2-systeem
nog steeds niet kan onderscheiden van het 4-3-3-systeem
duidt volgens hen op een gebrek aan algemene kennis.
Dat ik spelers meer op hun uiterlijk dan op hun prestaties
beoordeel, doet de zaak ook geen goed.
Een losse greep uit mijn observaties van het EK: de bonds
coach van Tsjechië lijkt op Erwin Olaf. Die van Oostenrijk
doet me denken aan een Engelse acteur. De keeper van
Zwitserland is zo knap als dat hij klein is en Ronaldo is
weer geen dag ouder geworden.
Voetbal en ik hebben een lange geschiedenis samen, een
veel langere dan die van Bart en Sam. Ik heb op jonge
leeftijd twee WK-finales gezien, die we allebei verloren.
Eentje in 1974 tegen West-Duitsland en eentje in 1978
tegen Argentinië. Het schot op de paal van Rensenbrink
veroorzaakte een litteken op mijn ziel.
In 2010 was het weer raak. Of beter gezegd: weer mis. Voor
de derde keer in mijn leven zag ik hoe we roemloos ten
onder gingen in een WK-finale. Het was Spanje dat ons
met één goal de das omdeed. Gênant detail is dat het
Oranje-elftal na hun thuiskomst ten overstaan van een
uitzinnige menigte werd gehuldigd op het Museumplein.
Verliezers huldigen: dat kan alleen in Nederland. In
Noord-Korea schijnt het complete nationale elftal in 1968
naar een straftamp te zijn gestuurd toen ze een wedstrijd
in het WK tegen Portugal met 5-3 verloren, nadat de
spelers zich de avond ervoor hadden vermaakt met drank
en vrouwen. Na hun verlies tegen - alweer - Portugal in
2010 zou het Noord-Koreaanse elftal opnieuw zijn berispt.
Achter gesloten deuren werd in het Volkspaleis van Cultuur
zes uur lang over verliezen gesproken en na afloop moes
ten de voetballers hun coach afvallen. Het is wellicht een
ietwat onorthodoxe methode, maar de Nederlandse tradi
tie om verliezende sporters te huldigen, is ook verre van
ideaal.
Denk aan Martin Verkerk, de tennisser die in 2003 de
finale van Roland Garros haalde en deze verloor. Verkerk
werd bij thuiskomst in zijn woonplaats Alphen aan den
Rijn in een open auto door de stad gereden. Inwoners
stroomden massaal toe en stonden met ballonnen langs
de weg, waarna hij onder luid gejuich op het bordes van
het gemeentehuis werd gehuldigd. Hebben we daarna nog
iets van tennisser Verkerk vernomen? De vraag stellen, is
hem beantwoorden.
We zullen nooit kampioen worden zolang we onze verlie-
zers in de watten leggen, we meedoen belangrijker vinden
dan winnen en we ons wel en wee laten afeangen van een
wissel. Maar bovenal: we zullen nooit kampioen worden
zolang ik voetbal kijk, want volgens de kenners staat mijn
aanwezigheid in de huiskamer alleen al garant voor een
dramatisch verloop.
MEZZA 7
Schrijver Heleen van Royen (56) woont samen met Bart (34). Ze is moeder van Olivia (28) en
Sam (24) en oma van Spencer (11 maanden) en van twee bonuskleinkinderen van 13 en 11.
Verliezers
huldigen,
dat kan
alleen in
Nederland
CO