'Moeilijke tijden tonen ons wie we zijn' k leef zó dicht bij en met de natuur, dat zelfs mijn hond moet wennen als ik hardop met iemand praat. Vandaag motregent het. Als ik uit het raam kijk, zie ik wilde bloemen, mijn schapen, een muisgrijze lucht en op de achtergrond de bergen. Ik hield van Londen, maar mijn man en ik hadden een droom - we wilden een kalmer leven en een familie beginnen. Toen we op het eiland aankwamen, stond een kleine croft te koop. Het boerderijtje had op ons had staan wachten, zo voelde het. Ons hart ging open. Het stond al vijf jaar leeg en zag er vervallen uit, maar we waren jong en vol vertrouwen dat dit onze plek was. Op dat moment laat ik Ik ben een eiland beginnen. Het was zomer, acht weken lang was er een hittegolf, we waren verliefd op de plek en op elkaar. Elke ochtend ontwaakten we vroeg van al het licht om ons heen. De wanden van de caravan waarin we sliepen zolang het huis onbewoon baar was, waren zo dun, dat we de energie van de nieuwe dag erdoorheen voelden trillen. Het was een idylle, alle moei lijkheden moesten nog komen. Het seizoen begon te veran deren. We werkten hard om van het huis een droge en warme plek te maken. De winter zou bar worden. Het huis was nog lang niet klaar toen een enorme storm los barstte. Het was een van de angstigste momenten op het eiland. Ik was alleen, mijn man was op het vasteland. De storm was zó sterk: de wind bereikte 260 kilometer per uur. Ik luisterde naar de scheepsradio voor het weerbericht, maar die hield ermee op. Ik kon niemand meer bellen. Ik moest het dak van de schuur TAMSIN CALIDAS (51) schreef een boek over haar leven op een klein Schots eiland. Het werd een onverwachte bestseller. dat nog niet gerestaureerd was, vastbinden. Ik sloeg een touw om rotsblokken en om mijn partners motor. Midden in de nacht klonk een enorme klap. Bomen knakten. Die nacht zorgde ervoor dat ik de volgende ochtend voor het eerst hulp vroeg van de andere eiland bewoners. We had den elkaar nodig. Maar het was niet gemakkelijk om met ze te verbin den. Ze dachten dat wij van overzee kwamen, vanwege mijn donkerder huid. Ik heb Indiase wortels. Ik voelde hun achterdocht. Ook daar schrijf ik over. Met de tijd is de band met de eilandbewoners beter geworden. Ik ben kinderloos gebleven en intus sen zeventien jaar hier. Mensen vroe gen vaak: waarom ga je niet terug naar Londen? Zeker op de moei lijke momenten - zoals toen mijn ex wegging en ik achterbleef, en ook toen mijn beste vriendin op het eiland verongelukte. Maar ik leerde dat de moeilijke tijden ons tonen wie we zijn. De eenzaamheid bleek een geschenk. Het bracht me dichter bij de natuur. Het eiland is een metafoor voor de uitdaging om met eenzaamheid om te gaan.' MEZZA39 MIJN BOEK Ik ben een eiland verschijnt bij Uitgeverij Pluim 22,99.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 119