In Zweden woonde hij een jaar lang met vrouw en kinderen in een rood-witte boerderij. Terug in Delft is het weer rennen en stressen geblazen. Cabaretier en columnist Jasper van Kuijk (44) denkt met de nodige weemoed terug. 'Waar voel ik me echt thuis?' ooit benoemt Jasper van Kuijk in Bonusland, Een jaar immigrant op het Zweedse platteland het dorp waar hij met zijn vrouw Ems en drie zonen heeft gewoond. Hij wil nog net vertellen dat het 'ergens in de buurt' van het universiteitsstadje Karlstad bij de rivierdelta aan het uitgestrekte Vanermeer ligt, maar meer geeft hij niet prijs. 'Ik wil voorkomen dat ik de gemeenschap per ongeluk op de kaart zet,' zegt hij. 'Vanwege het mogelijke Lonely Planet-effect: zo'n leuk aanbevolen stil strandje verandert direct na publicatie opeens. Niet dat ik de illusie heb dat mijn boek net zo goed gelezen wordt als die reisgids. Maar toch. De bewoners hebben niet gekozen om te figureren in mijn verhalen.' Wie Bonusland leest, krijgt inder daad zin direct af te reizen naar het plattelandsparadijs dat hij schetst. Met liefde beschrijft hij de gemeen schapszin ('we kopen allemaal bewust in de dorpswinkel om die zaak in de lucht te houden') en de betrokkenheid van ouders met het schooltje dat in totaal slechts vijftig leerlingen telt. Gezinsactiviteiten rondom hun rood-witte boerderij klinken idyllisch: ontbijten met reetjes in het veld tegenover het huis, in kajaks naar een verlaten strandje peddelen om worstjes te grillen, zelf groenten verbouwen en frambozen kweken. Elke dag kwamen er elanden, vossen, valken en hazen op bezoek, de zonsonder gangen waren van een verpletterende schoonheid. Kortom: op het gebied van onthaasting kreeg Van Kuijk - behalve cabaretier en columnist ook inno vatie-wetenschapper aan de TU Delft - wat hij zocht. 'Het idee was er een jaar tussenuit te gaan. De ratrace even achter ons te laten. Naast die steeds terugkerende universiteitscyclus had ik ook acht seizoenen ononderbroken voorstellingen gemaakt en gespeeld. Het was fijn te merken dat ik aan het eind van die periode in Zweden dacht: ik mag straks weer. In plaats van: ik moet weer.' Hun kinderen pasten zich bij terugkomst in Delft snel aan, maar Van Kuijk en zijn vrouw moesten flink wennen. 'We werden gelukkig van het gevoel van gras tussen onze tenen. Nu ik dat mis, zie ik die lelijke distributiecentra langs de snelweg extra goed. Als de discussie gaat over een miljoen nieuwe huizen weet ik dat nieuwbouw noodzakelijk is. Maar hoe dan? En waar? Verder denk ik: hoe blij zijn we? We bezitten alles wat we nodig hebben, maar we rennen, haasten en stressen maar door. Er zitten weeffoutjes in de inrichting van onze samenleving.' Er waren ook mindere kanten aan de verplaatsing naar Zweden. 'Het logistieke geregel en het bureau cratische gedoe. Ik moest een persoonsnummer aanvragen voor de verzekering, bankrekening en overschrijving van de auto. Had ik alle papieren verzameld, zeiden ze doodleuk: u hoort misschien over acht weken wat. Daarnaast was het emotioneel heftig: aan het begin was alles en iedereen nieuw, we spraken de taal niet en we kenden de gewoontes evenmin. Een keer belden ze van school omdat onze 5-jarige dichtgeklapt onder de trap zat. Hij was op, omdat hij niet begreep hoe een schooldag in elkaar stak en de regels rond de eetzaal niet snapte. co Knagende heimwee 01 ie LU 24

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 104