Als je oma opgroeide in
een NSB-gezin
Haar familie was boos, de schaamte
groot. En toch besloot journalist MILOE
VAN BEEK een boek te schrijven over
haar overgrootvader, een prominente
NSB'er. En over zijn dochter, die moest
kiezen tussen haar foute vader en haar
liefde voor een verzetsstrijder.
'WIL JE ER NOG EEN?' Mijn man kijkt
me vragend aan. Het plastic mes in zijn hand
zweeft boven een bruine boterham. Het is laat
op de avond.
Ik knik.
Hij houdt een miniverpakking pindakaas
omhoog.
Ik knik weer en denk aan het restaurant waar ik vanavond
met twee vriendinnen had afgesproken. Heeft iemand ze
gebeld? Verteld dat een van de gasten op de Eerste Hulp
ligt na een epileptische aanval?
'Het komt goed,' had de broeder sussend gezegd terwijl
hij de ambulancedeuren opende en het bed met mij erin
overdroeg aan een verpleegkundige. Er volgden prikken,
plakkers, lampjes, vragen, en een ritje in een rolstoel naar
een scanapparaat. Toen ik opstond, trok er een scherpe
pijn door mijn kuiten. Het enige fysieke bewijs van de
bliksemschicht die even daarvoor door mijn lichaam was
getrokken.
Toen man en ik nog weer uren later met een recept voor
medicatie en een verwijzing voor een MRI over de A1 naar
huis reden, gonsden de woorden van eerder die dag door
mijn hoofd. 'Met klokkenluiders loopt het zelden goed
af', had coach en familieopsteller Els van Steijn gezegd.
Ik interviewde haar voor mijn
boek Daar praten wij niet
over. Een boek waarin ik niet
alleen het verhaal van mijn
grootmoeder Sacha en haar
vader - prominent NSB'er Ed
Gerdes - wilde reconstrueren,
maar ook onderzocht of dat
verhaal mij en de generatie na
mij nog beïnvloedde. Bij een
eerdere familieopstelling bij
Van Steijn - waarbij deelne
mers familieleden vertegen
woordigen om een familie
systeem en het effect ervan
uit te beelden - waren mijn
'familiegeheim' en het opstan
dige gedrag van mijn oudste
zoon samengekomen. Tijdens
het interview had Els van
Steijn de werking van zo'n
familiesysteem verder toegelicht en verteld dat zowel
daders als slachtoffers er onderdeel van zijn. Bij mijn
vertrek waarschuwde ze me: het was goed om een uit
gegumd persoon terug te brengen in de familie, maar
moest ik het ook naar buiten brengen in een boek?
Dat ik een paar uur na haar woorden een epileptische
aanval kreeg, zette me aan het denken. Was die bliksem
schicht een teken geweest van boven? Stak mijn groot
moeder een stokje voor mijn plan haar verhaal op te
tekenen en uit te brengen in een boek? Moest wat zo lang
verzwegen was geweest niet toch verzwegen blijven?
Vier jaar eerder, in 2015, had ik haar memoires gelezen.
Ze had ze op haar 65ste opgeschreven, een tante had ze
uitgetypt, een ander had ze gebundeld in een boek. Ik
maakte voor het eerst kennis met het gevoelige, eenzame
meisje dat mijn oma was geweest. Het had me verrast,
ik had haar als kind ervaren als een wat afstandelijke,
Daar praten
wij niet over
3
O
co
O
Lu
I
co
LU
Sacha en haar vader, in 1934.
20