'NOOIT
MAN
IN MIJN
HUIS*
BY De Liefde
'Mijn laatste relatie eindigde op mijn 44ste.
Hij was getrouwd, relatietherapeut nota bene,
en na een jaar scharrelen verkoos hij zijn
huwelijk boven mij. Ik vond het wel prima.
Ik vul mijn tijd al het liefst met vrienden,
met wie ik eet, reis en theaters bezoek. Mijn
vrijheid én mijn bed hoef ik niet te delen.
Mijn liefdesleven was nooit een geëffend
pad. Op mijn 20ste trouwde ik met mijn
eerste verkering, vanuit mijn ouderlijk huis.
We kenden elkaar van de mulo. Mijn ouders
vonden hem een geschikte goeierd, en met
onze eerste banen - hij administratief mede
werker, ik secretaresse - kochten we een huis
in een nieuwbouwwijk. Maar ons huwelijk was
gedoemd te mislukken. Ik wilde mijn vleugels
uitslaan. Reizen, promotie maken. Hij wilde
om 6 uur de aardappels op tafel. We kregen
een zoon, Frenk, maar nog voor zijn vierde
verjaardag volgde de scheiding. Ik had geen
excuus nodig hem aan te vragen; mijn man
bleek al tijden vlijtig actief in een amourette.
Met mijn zoon betrok ik een van de eerste
gebouwde flats in ons dorp. Een omgangs
regeling kwam er niet, dat was toen nog niet
zo gebruikelijk. Frenks vader kwam soms op
visite en daar was iedereen tevreden mee. Er
volgden wat relaties. Een jaar met een vriend
van vrienden. Een paar jaar met een collega
die zelfs even bij ons introk, maar het leven
Mary (72) miste
weleens een arm om
zich heen. Toen haar
zoon trouwde,
twijfelde ze of zij niet
ook wilde. Maar de
stilte is haar lief.
met een kind toch wat ingewikkeld vond.
Zeven jaar na mijn scheiding, Frenk was
inmiddels 11, verruilde ik mijn gehuurde
dorpsflat voor een eigen benedenwoning in
de stad en besloot er nooit meer een man in
toe te laten. Mijn onafhankelijkheid was me
te lief, het aantal teleurstellingen in de liefde
te groot. Binnen een mum van tijd bouwden
mijn zoon en ik een nieuwe, grote vrienden
kring op, en de door mij zo begeerde promotie
kwam er: ik werd afdelingschef. Ik voelde me
ijzersterk.
Natuurlijk miste ik weleens een arm om me
heen. Of iemand die me even ontlastte van de
zorg in mijn eentje. Vriendjes genoeg waar
Frenk kon slapen, maar niemand die eens zei:
'schat, ga jij maar op de bank zitten, dan doe
ik de boodschappen en kook vanavond. Toch
woog die behoefte niet op tegen de last van
een man in huis. Geen Studio Sport dat op
zondagavond door de woonkamer schalde,
geen gore sokken onder het bed. En Frenk was
een makkelijk kind, ook als puber; we hadden
het oergezellig samen. Dat ik op mijn 43ste
toch nog zwichtte voor een getrouwde man,
was puur een reactie op mijn lege nest: Frenk
vloog uit na zijn studie en dat maakte het
plots wel stil in huis.
Na decennia gewenning is die stilte me zo lief,
dat ik hem voor geen goud meer zou inruilen.
Toen Frenk net getrouwd was en vijftien jaar
geleden voor het eerst vader werd, twijfelde ik
soms. Moest ik het er niet nog een keer op
wagen? Maar als ik eraan dacht dat ik mijn
huis opnieuw zou moeten delen met een man
die invloed zou hebben op mijn leven, schoof
ik dat idee direct weer aan de kant. In mijn
omgeving zie ik heus stellen die hun pensioen
dolgelukkig doorbrengen en elke dag nog blij
zijn met elkaar. Maar de kans dat ik me ooit
nog op zo'n manier aan een man kan binden,
acht ik uitgesloten. Mijn huis is pas thuis
zonder man op de bank.
Als ik weer een weekend weg boek met een
vriendin, of om 6 uur besluit dat het restje
pasta van gisteren - vergeet die piepers -
prima volstaat als avondeten, ben ik daar
maar wat blij om.'
De echte naam van
Mary en haar zoon zijn bij
de redactie bekend. Ook
praten over je relatie?
mezza@dpgmedia.nl
40