Joyce Delfos, oprichtster manege Paardoes, met pensioen
6
Joyce Delfos heeft altijd een hang naar de underdog gehad. Van de wilde pony's
die ze temde in haar jeugd tot de indianen bij wie ze jarenlang woonde in
Guatemala, en de gehandicapten die ze tot haar pensioen begeleidde in
Zeeland. Een buitenbeentje, ze is het zelf ook.
'We hadden
het
geweldig
samen, tot
dat ene
telefoontje.
Of ik Nassin
wilde
komen
identifice
ren'
Verstopt tussen voetbalvelden
en portiekwoningen van een
Vlissingse volkswijk ligt een
paradijsje. Een manege met de
liefste paarden, waar kippetjes
rondscharrelen en eenden, in
valide ganzen en gedumpte
konijnen. Waar cliënten van 's Heeren Loo de
boel onderhouden, niet alleen de dieren en het
land, maar óók de medewerkers en de bezoe
kers. Want er zijn weinig plekken waar je zo
kan lachen met zo weinig woorden, waar kin
deren zien dat het maar goed is dat iedereen
anders is, waar je leert dat een beperking ook
een talent kan zijn.
Hoe anders was het 25 jaar geleden, toen Ar
duin-oprichter Piet van den Beemt het terrein
kocht. Een paar paardjes stonden er, meer niet.
Het was aan Joyce Delfos (66) om er een plek
van te maken waar cliënten hun dag konden
besteden. Groot moest het worden, met een
kinderboerderij en een uitspanning. Een plek
waar de hele buurt kwam. En groot werd het.
,,Toen ik klein was, woonde ik met mijn familie
in Den Haag. Mijn vader gaf les op de Zeevaart
school in Scheveningen. Maar ik fietste altijd
naar Wassenaar. Daar, in de bossen, was een
manege. De eigenaar haalde wilde pony's uit
Wales die getemd moesten worden. Dieren die
nog nooit mensen hadden gezien. Die steeds
maar wegrenden als je bij ze in de buurt kwam.
Ik vond het fantastisch om hun vertrouwen te
winnen. Ik was er voor schooltijd, en na
schooltijd. Ik sliep bij ze als ze moesten veule-
nen. Uiteindelijk had ik ze zover dat ik er lessen
mee kon geven."
,,Toen ik 13 was, werd mijn vader overge
plaatst naar Vlissingen. Het eerste wat ik deed,
was een ponyclub zoeken. Maar die was er niet.
Dus richtte ik er met mijn moeder zelf een op,
bij boer Kodde aan de Noordbeekseweg. Ik ver
zorgde de dieren, ik deed buitenritten, ik gaf
les. En het sloeg aan. Ik heb de krantenknipsels
nog altijd bewaard."
,,Gewoon, vanuit mezelf. Ik had al heel jong het
besef dat wij niet boven dieren staan. We zijn
met zijn allen op deze planeet, of je nou een kip
bent of een mens, en we moeten daar dus sa
men goed voor zorgen. Het is iets waar vandaag
de dag over wordt gepraat, maar in die tijd niet.
Toch voelde ik dat heel sterk. Ik voelde me be
grepen door dieren, met name de schuwe, de
dieren die niet waren afgericht."
,,Niet echt. Hoe ouder ik werd, hoe minder ik in
hun plaatje paste. Mijn vader zag me graag
trouwen met een hooggeplaatst iemand. Maar
ik koos mijn eigen vrienden uit. En die dieren,
altijd maar die dieren... Toen ik 18 was, heb ik
mijn koffers gepakt. Ik pakte de trein naar
Utrecht, waar ik iemand kende met een pony
club. Allemaal paarden die werden gered van
de slacht, die ik dan weer moest africhten. Ik
ben er jaren gebleven, tot ik naar Amerika
trok."
,,Ik wilde de grote ranches zien waarover ik had
gelezen en gehoord. Met een vriendin boekte ik
een enkeltje New York en samen hebben we
een halfjaar rondgereisd. Ik geloof niet dat er
een staat is waar we niet zijn geweest. We
maakten vrienden en gingen samen op avon
tuur. Te paard door de Grand Canyon, toen er
nog indianen woonden. Het was de tijd van de
hippies en dat waren we zelf natuurlijk ook. Al
leen gebruikte ik geen alcohol en drugs, waar
door mijn geld niet zo snel op was als dat van
mijn reisgenoten."
,,Ik bleef. Nou ja, ik nam de bus naar Mexico en
kwam in dorpen waar mensen zich alleen ver
plaatsten te paard. En zij kenden natuurlijk wel
westerlingen, maar dat waren de gringo's. Ik
was anders, ik paste me aan. Binnen drie maan
den sprak ik vloeiend Spaans. Ik ben ongeveer
een half jaar gebleven en toen nam ik de bus
naar Guatemala. Ik bleef zitten tot de laatste
stop en belandde, na nog een kanotocht, uit-
eindelijk in het gebied van de Maya-indianen.
De echte Maya's. Van die heel kleine indiaan
tjes die alleen gesproken talen beheersten. In
dorpen met winkeltjes waar je één sigaret kon
kopen, of één ei. Ik huurde er een hutje voor
vijftig cent."
,,Ja, want ik schreef brieven naar mijn oma. Ze
wisten het, maar er was niemand die naar me
vroeg. En het kon me niet schelen ook."
,,Ik miste ze niet. En ik was waar ik wilde zijn:
in de natuur, met mensen die leefden met res
pect voor die natuur. Die geloven dat ze voort
komen uit de zon en de aarde. Ik had direct een
paardje, waarmee ik door de bergen trok. Ik zag
hoe vrouwen er 's ochtends vroeg om drie uur
de top bereikten met balen hout op hun hoofd,
baby's op hun rug. Hoe ze zich wasten in de ri
vier, hoe ze hun kinderen grootbrachten zon
der school, zonder alles. Alleen maïs om te
eten, heel af en toe een visje. En ik had nog
nooit zulke lieve, gelukkige mensen gezien."
,,Ik leerde er een man kennen, de enige arts in
het gebied. Voor het eerst in mijn leven was ik
verliefd, echt verliefd. Ik raakte zwanger. Maar
bevallen deed ik liever in Nederland, dus ik
ging terug. Eric ging natuurlijk mee. Hij wilde
dingen leren. Dokter Hanemaaijer, de bekende
chirurg van het Bethesda-ziekenhuis, nam
hem aan."
,,Met een baan, een kind, een huis. Niet dat ons
leven saai was. Ik was jaren weggeweest, Ne
derland was veranderd. Er woonden ineens
veel meer donkere mensen. Surinamers, Hin
doestanen. Allemaal mensen die hier de weg
niet wisten. Ik hielp ze daar waar ik kon. Tot
Erics verblijfsvergunning afliep. Toen moesten
we terug. In Guatemala kregen we nog een
zoon. Maar ik trok nog steeds op met de Maya's.
Ik hielp ze, mijn kinderen speelden met hun
kinderen. En dat werd niet geaccepteerd door
ZATERDAG 22 MEI 2021 GO
'Ik dacht: als ik ga
zitten huilen
dan stort alles in'
WENDY WAGENMAKERS
En u kon dat zomaar?
Hoe kwam u aan die kennis?
Werd u thuis ook begrepen?
Wat ging u doen in Amerika?
Dus u bleef?
Wist uw familie waar u was?
Waarom kon het u niet schelen?
U wilde zeker nooit meer weg.
En toen was u ineens terug in Vlissingen.