II 8 ZEELAND IN DE BAN VAN DE EIKENPROCESSIERUPS Hoe komen we van de eikenprocessierups af? Knappe koppen breken zich al dik dertig jaar het hoofd over die vraag en de provincie heeft een zoveelste antwoord. Maar hoe komen we eigenlijk aan die harige larve, die voor jeuk, rode bultjes en andere overlast zorgt? Daar weet milieu-arts Henk Jans dan weer alles van. Brabant bergt de gif spuit op in de strijd te gen de eikenprocessie rups. De provincie probeert de overlast in de komende jaren tegen te gaan door natuurlijke vijanden van het beestje ruim baan te geven. En de provincie zegt: wen maar een beetje aan de overlast van de rups. Die hoort bij de zomer. Net als de mug, wesp en teek dat doen. De nieuwe aanpak kost dit jaar 1,4 miljoen euro en is het zoveelste antwoord op de vraag: hoe komen we van de eikenprocessierups af? Maar hoe komen we eigenlijk aan dat harige beestje dat elke zomer weer opduikt en voor jeuk, rode bultjes en andere overlast zorgt? Daar weet Henk Jans alles van. Hij was in 1989 milieu-arts voor de GGD's Brabant toen zijn telefoon rinkelde. Een biologe had een 'heel merk waardig beestje' gezien in de buurt van Reusel en wist niet wat het was. Jans nam een kijkje maar moest haar het antwoord schuldig blijven. Hij stuurde een exemplaar op naar de vlindertuin in Emmen. ,,Daar zagen ze meteen dat het om de eikenprocessierups ging. Een bijzonderheid die daarna nooit meer is weggegaan." Dik dertig jaar later is Jans nog altijd in de ban van het beestje, dat hij dat voorjaar voor het eerst zag. Alles fascineert hem: de jaarlijkse jeukpiek in de eerste zomerweken, de 'hysterie' in de pers ('de kleine rups is de grootste komkommer die ik ken'), de wispelturige pogin gen om het beestje met de venij nige brandharen te bestrijden. Na de eerste ontdekking dook Jans in de boeken. Hij leerde dat de rups vanuit Midden- en Zuid-Europa onze kant op kwam, het warmere weer helpt daarbij. ,,Eerst zat ze in een paar eikenbomen, maar dat werden er in de loop van de tijd steeds meer. Nu zit de rups door heel Nederland." De larve gedijt goed in Brabant, de provincie die door haar zand gronden is vergeven van eikenbo men. ,,Ik las in die tijd ook een ver haal uit 1878, over een weg tussen Den Bosch en Nijmegen die dicht moest om mensen te behoeden voor de brandhaartjes van de ei- kenprocessierups. Daarna is het beestje hier helemaal verdwenen, om ruim honderd jaar later in volle glorie weer terug te keren. Hoe dat kan? Dat heeft meerdere oorzaken: voldoende voedsel, hogere tempe raturen door klimaatverandering, gebrek aan biodiversiteit en na tuurlijke vijanden." Die eerste jaren experimenteer den Jans en zijn collega's er vrolijk op los. Het toppunt: een grote slang aan een vacuüm getrokken gier tank waarmee ze de rupsen opzo gen. Ze gooiden de 'rupsensmur- rie' in een kuil en groeven die vijf jaar later op om te zien of de brand- haren nog actief waren. Het ant woord was snel duidelijk door de rode vlekken op de huid van een collega. ,,We probeerden van alles, maar de aanpak van de rups had politiek gezien geen prioriteit. Tot het volk in opstand kwam en de overlast niet meer accepteerde." De Tour Dat gebeurde in 1996 voor het eerst massaal, toen Brabant toneel was voor de eerste etappes van de Ronde van Frankrijk. Jans ver kende het parcours en vond het ei genlijk onverantwoord om de wielrenners langs al die nesten te sturen. Maar de Tour wacht op nie mand, zelfs niet op kluwen harige jeukrupsen. Renners kregen van hem het advies een goede bril op te zetten. Een paar dagen nadat de kara vaan van Den Bosch naar het noor den van Frankrijk trok, krabden renners hun benen stuk van de jeuk. Ook het publiek zat onder de bultjes. ,,Alleen al in Zuidoost-Bra bant hadden dat jaar 100.000 men sen klachten door de brandhaar- tj es, één op de drie ging naar de huisarts. Zo erg is het sindsdien nooit meer geweest." Zelfs niet in topjaar 2019. De soort die in processie over eikenbo men trekt, doorstond alle pogingen tot uitroeien. Vuur, lijm, plastic, gif, vogels, insecten; Jans zag in al die jaren van alles voorbijkomen om de rups naar de andere wereld te helpen. ,,Het is een komen en gaan van Willie Wortels en cow boys." Het lijkt soms alsof iedereen al dik dertig jaar maar wat doet en niet leert van het verleden, stelt Jans nu. Hij grijpt naar zijn telefoon en laat een foto zien van een eik met een streng schapenwol rond de stam. ,,Deze kreeg ik vanmorgen binnen, heeft een of andere Duitse vogel bedacht. Maar dat wordt één grote ellende, die wol komt vol rupsen en brandharen te zitten." Dat wordt een soort jeukbom, ver wacht Jans. Zoals de milieu-arts ook sceptisch is over het idee om de rups te bestrijden met heet wa ter, zoals hij laatst hoorde. ,,Totaal niet wetenschappelijk onder bouwd, je maakt er een grote rot zooi van." Hij blijft zich verbazen. Ook over de manier waarop de provincie Noord-Brabant het beestje voort aan te lijf gaat, met natuurlijke vij anden. ,,Meer biodiversiteit is altijd goed. Het is ook goed om andere boomsoorten aan te planten als on gezonde eiken het begeven. Maar het is niet genoeg. Als je de druk wilt weghalen op plekken waar veel mensen voor langere tijd zijn, moet je toch iets gebruiken. Dat kan door aaltjes los te laten op de rupsen, of toch met biologische be strijdingsmiddelen." Er zijn nog genoeg gemeenten die wel spuiten met een biologisch gif als Xentari, dat ook andere rupsen en dus vlin ders doodt. Wat Jans vooral steekt: dat de provincie nu als 'cowboy' haar ei gen koers vaart. ,,In je eentje los je De bestrijding van de rups is een komen en gaan van Willy Wortels en cowboys het probleem niet op", zegt hij, als arts van het Kenniscentrum Ei- kenprocessierups, dat gebrand is op meer samenwerking. Maar ook na dik dertig jaar lukt het hem niet om alle neuzen dezelfde kanten op te krijgen en één vuist te maken tegen de rups. Een derde rups Hoe het beestje er over tien jaar bij hangt? ,,Die vervelende rups zul len we blijven houden. Overal waar eiken staan, zal deze larve zitten. Misschien dat we er ook de dennenprocessierups nog eens bij krijgen, die zit al in België en zal ook wel naar Nederland komen. We hebben eigenlijk al een derde: de bastaardsatijnrups, die zitten aan de kust en geeft dezelfde pro blemen. We zullen toch moeten leven met deze beestjes, daar heeft de provincie wel gelijk in." ,,De vraag is ook of dat erg is. Eén van de artsen met wie ik sa menwerkte, zei eens: de overlast lijkt een beetje op die van brand netels. Dat is voor een deel ook zo, maar het kan zeker gevaarlijk als je de brandhaartjes in je ogen of diep in je luchtwegen krijgt of als je in uitzonderlijke gevallen een ern stige allergische reactie ontwik kelt. Zeker 95 procent van de klachten blijft echter bij jeuk, pijn en rode bultjes. Vervelend, maar makkelijk te verhelpen." ,,Ik maak me als milieu-arts ei genlijk meer zorgen om de toe name van muggen, die het west- nijlvirus met zich mee kunnen ne men. Of het stijgende aantal te kenbeten, die kunnen zorgen voor de ziekte van Lyme. Maar dat krijgt gek genoeg veel minder aandacht." maandag 17 mei 2021 Hoe wij aan de jeukrups komen en we er ook nooit meer vanaf komen Paul Driessen Den Bosch In 1989 kreeg Henk Jans als GGD-arts voor het eerst met de eikenprocessierups te maken. fotos getty images W - Henk Jans De eikenprocessierups, waarvan de haartjes veel jeuk veroorzaken.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 50