ZEELAND GEBOEKT END Veel Zeeuws in de wereld van T.C. Boyle 7 Zelfs nu, precies 81 jaar na de Duitse inval, is er nog altijd onbehagen en onbegrip. Hoe is het in vredesnaam mogelijk dat de Duitsers in mei 1940 in drie dagen de volledige verdediging van Zeeland oprolden? GRENS Ton Goossens (1943) uit Middelburg verdiepte zich zeven jaar lang in het hoe en waarom van die pijnlijke ne derlaag. Het resultaat van zijn uitge breide archiefonderzoek in Frank rijk, België, Duitsland en uiter aard Nederland presenteert hij nu in de gebonden uitgave Zee land 1940. Bewogen dagen van 10 27 mei. Een groot deel van zijn werkzame leven - van de jaren 60 tot in de jaren 90 - deed hij als beroepsmilitair logistiek werk voor defensie. In 2013 verscheen zijn eerste boek, Gestold verleden, over Franse beschietingen als oorzaak van de Middelburgse stads brand op 17 mei 1940. Hoe kon het zo snel fout gaan in de meidagen van 1940? Goossens becijfert de aantallen militairen globaal. In Midden Zeeland 16.000 geallieerde manschappen te genover 3.500 Duitse. Op Schouwen en Tho- len was het al niet anders: 2.600 verdedigers tegenover 500 Duitse aanvallers. Op 14 mei gaf heel Nederland zich over, alleen in Zeeland zou de strijd worden voortgezet. Dat had te maken met de aanwezigheid van Franse en Belgische troepen. Die hadden zich meteen nadat de Duitsers Nederland en België bin nenvielen in Zeeland gemeld. Omdat, licht Goossens toe, het slagveld tijdens de Eerste Wereldoorlog vooral in Noord-Frankrijk had gelegen, precies in de regio's met mijnbouw en zware industrie. Een nieuwe oorlog, was het Franse idee, kon beter buiten de eigen landsgrenzen worden uitgevochten. Vandaar die snelle troepenverplaatsingen. Het voelt nog altijd een beetje beschamend dat 'onze jongens' de Bathstelling in de hals van Zuid-Beveland opgaven zonder dat ze een schot op de vijand hadden gelost. Dat het Nederlandse leger nau welijks een rol heeft gespeeld in de verdediging van Zeeland heeft volgens de schrijver meerdere oorzaken. Verouderd materieel is er één van. De Nederlandse rege ring had in de jaren 30 nauwelijks geïnvesteerd in de modernisering van de defensie. Kanonnen van Duitse makelij uit de Eerste Wereld oorlog vormden het zwaarste ge schut. Falende leiding is een andere reden. Commandant Zeeland Hendrik van der Stad droeg op het laatste mo ment het commando in Zuid-Beveland over aan luitenant-kolonel Johan Bruins, een gepensioneerde overste die niet betrokken was geweest bij de opbouw van de Bath- en Zanddijkstellingen en ook niets wist van de afspraken met de ondercommandanten. De belangrijkste reden voor het weinig doortastende optreden moet volgens Goos- sens in het moreel van de Nederlandse troe pen worden gezocht. De opgeroepen lichtin gen bestonden voornamelijk uit mannen van 30 tot 35 jaar. ,,Die hadden gezinnen en eigen bedrijven", zegt de schrijver, ,,en juist zij wer den gedwongen om maandenlang tegen een geringe vergoeding in stellingen te bivakke- ren. Tegelijkertijd namen jongeren hun banen over. Dat geheel resulteerde in een brede, on dergrondse onwil om te vechten. Hoe komen we hier zo snel mogelijk levend uit, dat was de eerste gedachte. Bereidheid om te sterven voor volk en vaderland was er vrijwel niet." Die stemming werd tijdens de meidagen nog extra gevoed. Waarom zouden wij door vechten als heel Nederland capituleert, was de vraag. Vluchtende militairen uit de Brabantse Peelstelling met verhalen over Duitse superio riteit gaven weinig moed. De vlucht van ko ningin en regering deed ook geen goed. In Zeeland lieten de nabije bestuurders het af weten. Commandant Zeeland Van der Stad en commissaris van de koningin Johan Quarles van Ufford deden een schepje op het smeu lend vuur van onvrede door respectievelijk op 14 en 16 mei naar Oostburg uit te wijken. Wal cheren was daarmee de hoogste gezagsdragers kwijt, waarop de Fransen besloten om 'con- tre-amiral' Charles Platon tot gouverneur van het eiland te benoemen. Het waren ook Franse mannen die op Zuid-Beveland tegen aanvallen ondernamen en de Sloedam verde digden. Van der Stad had al op 12 en 13 mei zijn Nederlandse troepen overgedragen aan de Franse generaals Deslaurens en Durand. Goossens: ,,Je mag het niet toegeven. Maar de Duitsers waren bekwaam. Ze hadden voor elke nieuwe situatie hun procedures. Ze bra ken in drie dagen tijd door vier weerstandsli nies heen. Met relatief weinig verliezen. Dat zegt veel." Zeeuwse schrijvers Nog üren nadat op woensdag Nina, ooit uit Rusland naar Nederland gekomen, is ver trokken praat ik net zo onbekom merd krom als zij: 'Ik alles weer schoon gemaakt heb'. In World's End (1987), een roman met kleine letters en grote gevoelens van de geweldige Amerikaanse verteller T.C. Boyle (geb. 1948), wordt ook zo'n besmet en besmettelijk taaltje gesproken. 'What's wrong with vader?', zeggen de kinderen. Zelfs de Indianen spreken een woordje Nederlands, 'Dank u' en 'Alstu blieft'. Naar verluidt stroomt er een béétje Zeeuws bloed door Boyles aderen. Ook Walter Van Brunt, de hoofdpersoon van zijn roman, heeft verre Zeeuwse voorouders. Het is een verhaal met vele tijdla gen, een uitgebreide bevestiging T.C. BOYLE DUYVELS van Nu- meri 14:18, de harde waarheid dat God de 'ongerech tigheid der vaderen' tot in het zoveelste geslacht bezoekt. World's End werd door Sjaak Com mandeur vertaald onder de titel Duyvels end. Vertalen is altijd een spel dat je bij voorbaat hebt verlo ren. Maar dit boek, met her en der Nederlandse horden in de Engelse tekst, valt nauwelijks adequaat in onze taal om te zetten. Harmanus van Brunt, voorheen visser in een roeiboot op 'de win derige Schelde', is in 1663 in Noord-Amerika aangekomen. Een nieuw leven, tegen zijn oude Zeeuwse achtergrond. Hij is af komstig uit een dorp Schobbejac- ken. Zijn vrouw komt uit Twist- zoekeren. Plaatsnamen die op geen enkele kaart van Zeeland zijn te vinden, T.C. Boyle ontleende ze aan een Amerikaans boek waarin een Nederlandse gouverneur de Engelsen uitscheldt voor schobbe- jacken en twistzoekeren. Zeeland in New York. Ogen blij ven 'een kleur zo diep als de Schelde' houden. De taal van thuis leeft zelfs voort in de namen van de koeien. Kaas en Boter heten de dieren, Commandeur probeerde te redden wat er te redden viel door ze 'Booter' en 'Kaes' te noemen, een voetnoot was zijn vertalerseer te na. Vanaf Harmanus in de 17de eeuw loopt het met alle Van Brun- ten ongelukkig af, een stamboom vol vallende takken en dus met Zeeuwse wortels. Op een of an dere manier tenminste. En nu is het tijd voor thee met Nina: 'Jij geen suiker wil hè? Wel veel koekje neem hoor!' maandag 10 mei 2021 GO Wekelijkse rubriek met boeken over Zeeland en boeken van Zeeuwse schrijvers Waarom zouden we vechten? Jan van Damme Ton Goossens: Zeeland 1940. Bewogen da gen 10-27mei- Eigen uitgave, hardcover, 496 pagina's situatiekaarten, 32,90 euro. Mario Molegraaf DE TORTILLA Eerste batterij van de schwere Artillerieabtei- lung 629 bij Lewedorp. FOTO COLLECTIE PETER VAN UFFELEN Nederlandse soldaten krijgsgevangen gemaakt op Zuid-Beveland. foto collectie hans houterman Naar Oostburg uit geweken bestuur ders, links commis saris van de koningin Johan Quarles van Ufford, derde van links Commandant Zeeland Hendrik van der Stad. FOTO COLLECTIE TON GOOSSENS

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 27