Van Dierendonck met pensioen als archeoloog provincie 6 Robert van Dierendonck was ruim twintig jaar het gezicht van de Zeeuwse archeologie. Hij is net met pensioen gegaan, maar is niet van plan om zijn spa in het vet te zetten. De bodem van Zeeland heeft nog vele geheimen. Die wil hij graag helpen opdiepen. Mi <iMS V Sis- Als er wat waardevols uit de Zeeuwse klei tevoorschijn kwam, dan was hij erbij. Of het nu de offerkuil aan de Kievitsweg bij Grijpskerke was, de vondsten in Romeins Aardenburg of de grafplank met botresten bij Domburg, archeoloog Robert van Dierendonck was de gids. Steeds met zijn doordringende basstem. Wijzend, verklarend. ,,Ik ben en blijf een lesboer", zal hij straks zeg gen. Prehistorie, Romeinse tijd, vroege en volle middeleeuwen, als archeoloog was en is hij een tijdreiziger. Tot afgelopen 11 april was hij in dienst van Erfgoed Zeeland voor de provincie. Vijf dagen later, op 16 april, tekende hij een vrij- willigersovereenkomst met datzelfde Erfgoed Zeeland. ,,Mijn werk was mijn hobby. Nu wordt de archeologie weer mijn echte hobby. Daarop verheug ik me." ,,Daar ben ik geboren, op Noordwal 15. Mijn va der was metselaar, hij zat in de bouw. Later heeft hij bij funderingsbedrijf Fundex van Ver- straeten gewerkt. Hij had niet meer dan lagere school, maar was wel slim. Hoofdrekenen kon hij uitstekend. Dat kan ik ook, op de lagere school haalde ik zeker twee keer een tien. Mijn vader wilde dat ik naar de ambachtsschool zou gaan. Het hoofd van mijn katholieke Sint Bavo- school zag dat ik meer kon en is met mijn ou ders gaan praten. Dat gesprek verliep moeilijk, mijn vader was een man van harde standpun ten. Het schoolhoofd kreeg via mijn moeder ge daan dat ik een test van het arbeidsbureau in Terneuzen mocht doen. Dat zal een IQ-test ge weest zijn. Daarna was er weer een gesprek en mocht ik naar de hbs. Al gauw bleek dat ik ook gymnasium zou kunnen. Daarmee rees het vol- gende probleem. Alleen op het openbare Konin gin Wilhelmina Lyceum (KWL) werden klas sieke talen gegeven. Gaat Robert als katholiek naar een openbare school? Ik deed toelatings examen voor de laatste klas voor de invoering van de Mammoetwet en mocht naar het gym nasium. Mijn vader was om. Het KWL lag hon derd meter van de Noordwal vandaan. In de eer ste klas kreeg ik godsdienstles van een dominee. Of mijn vader dat erg vond? Ik hoor hem nog zeggen: je leert daar toch niet vloeken zeker?" ,,Ik ben en was een leesbeest. Op school had ik de klassenbibliotheek met kerst al uit. In die tijd werd de Openbare Bibliotheek in Oostburg ge sticht. Die opende voor mij poorten naar wijde werelden. Mijn grootste ontdekking was de se rie 'Uit de leerschool van de spade' van H.M.R. Leopold, over archeologie en onderzoek. Die heb ik van voor tot achter gevreten. Zo is mijn belangstelling voor archeologie gewekt. Ik ben dus niet begonnen als amateurarcheoloog of met een metaaldetector, zoals zovelen, maar als boekenarcheoloog. Veel besef van wat zich in mijn directe omgeving afspeelde had ik niet. Trimpe Burger was in Aardenburg aan het gra ven, uit de Oosterschelde werden Nehalennia- altaren opgevist waarmee een grote expositie in het Zeeuws Museum werd ingericht. Ik las er over in de krant. Maar geen haar op mijn hoofd dacht dat ik er ook echt naartoe kon gaan. Pas in de vijfde klas van de middelbare school ging ik voor het eerst naar een museum, met onze le raar Latijn naar Trier." ,,Dat heb ik in april 1974 in Amsterdam laten zetten. Die ringetjes kwamen net in de mode. Mijn moeder vond het verschrikkelijk, mijn va der vond het niks. Voor mij was het een state ment: jongens mogen ook oorringen dragen. Het ringetje heeft bovendien een link met de visserij. De Van Dierendoncks zijn vrijwel zeker vissers afkomstig uit West-Vlaanderen, Diks- muide. Eind negentiende, begin twintigste eeuw hebben ze zich als landarbeiders in West- Zeeuws-Vlaanderen gevestigd. Vissers hadden van oudsher gouden ringen in hun oor. Als ze verdronken en aanspoelden, kon daarvan hun begrafenis worden betaald. We gingen nooit op vakantie. Maar in de bouwvak konden we wel met mijn vader gaan vissen. Dat was een groot feest ten oosten van Breskens op strekdam de Zoete Willem." ,,Daarin zou geen droog brood te verdienen zijn, zei de decaan op de middelbare school. Ik had niet naar hem moeten luisteren. Ik ben klassieke taal- en letterkunde in Nijmegen gaan studeren, daarbij ging het zowel om de talen Grieks en La tijn als om de cultuur. Je maakt kennis met de samenlevingen die aan de basis van de Europese beschaving stonden. Nog tijdens mijn introduc tie in Nijmegen ontdekte ik dat er in het pro gramma twee verplichte jaren archeologie za ten. Dat was een meevaller. Na mijn kandidaats in 1982 ben ik in 1983 overgestapt naar de Uni versiteit van Amsterdam. Ik had begrepen: als je een goede archeoloog wil worden, moet je daar zijn. Dat waren geweldige jaren." ,,Overal waar ik woonde, in Nijmegen, Amster dam, Apeldoorn, heb ik gegraven. Mijn eerste opgraving In Nijmegen was in de grachten van het kamp van het Romeinse Tiende Legioen. In Woerden in 1978, dat was echt sensationeel. Daar mocht ik een deel van een Romeins schip uit de 2e eeuw na Christus ontmantelen met een kettingzaag. Alleen een deel van de boeg bleef bewaard." ,,Ik heb tijdens mijn studie een aantal jaren les tgU| ZATERDAG 8 MEI 2021 GO Robert zit al een leven lang met zijn neus in de bodem JAN VAN DAMME Hoe u zo diep in de archeologie bent geraakt, het is een heel verhaal. We kunnen niet alles vertellen. Maar om toch maar even het begin bij de kop te pakken, dat ligt in Oostburg. Wanneer kwam de archeologie in zicht? Voor we overstappen naar Nijmegen, u hebt best een opvallend ringetje in uw linkeroor. Waar komt dat vandaan? Lag een studie archeologie voor de hand? Deed u ook echte opgravingen, met andere woorden: het hogere graaf- en spitwerk? In 1973 begonnen met de studie, in 1988 af gestudeerd. Dat is best een lange periode.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 54