'Wat doen een radiohit, fotoshoot als elke dag voor mijn ogen mensen een eiland?' 'Steeds als ik weer in de kring van de Armin-tour terug was, voelde ik me minder op mijn plek. Hoe konden we de champagnekurken laten knallen in een bar op een hoteldak, terwijl beneden op straat kinderen leefden?' Weer terug in Amsterdam werd ze gegrepen door het nieuws over vluchtelingen uit Syrië. Het was september 2015, de foto van het verdronken jongetje Aylan Kurdi ging de wereld over, en Jansen zocht naar een manier om haar betrokkenheid vorm te geven. Die kwam in de vorm van een middernachtelijk bericht op social media. 'Het liedjes schrijven ging moeizaam en ik zocht afleiding op Twitter. Daar las ik dat er vluchtelingen lagen te slapen op Amsterdam CS. Ze waren aangekomen met de laatste trein en konden niet meer verder. Ik dacht: ik spring op de fiets, breng een fles water, een warme trui en een tros bananen, en ga met een goed gevoel weer naar huis.' Zo liep het niet. Jansen ging elke avond terug naar het station om mensen van spullen en eten te voorzien en ze verder op weg te helpen. Snel daarna vertrok ze met een vriend naar Lesbos, de plek waar de meeste vluchtelingen destijds hun eerste voet aan Europese wal zetten. 'Dat ging vanzelf. We zouden tien dagen gaan, maar de winter stond voor de deur en dan zou hulp extra nodig zijn. En hoe langer je blijft, hoe meer je weet en kunt doen, hoe onmisbaarder je wordt. Ik begon met voedsel uitdelen, maar vond mezelf bijna drie jaar later terug als eilandcoördinator, dagelijks bezig met logistiek, het opzetten van kampen en informeren van de pers.' 'Op Lesbos voelde ik me nuttig. Niet een plaat opnemen, maar rijst koken of zeshonderd slaapzakken regelen: dat heeft nut. Muziek, een album, het was niet belangrijk. Op het eiland ging het werkelijk om leven en dood. Wat doen een radiohit, een styliste of een fotoshoot ertoe, als er elke dag voor mijn neus mensen aanspoelen op het eiland?' Ze werkte zeven dagen per week, twintig uur per dag, en zag het menselijk leed in al z'n facetten voorbijkomen. Bootjes vol op elkaar gepropte mensen, uiteengerukte gezinnen, alleenreizende kinderen, zwangere vrouwen die in ijskoude tentjes sliepen. Jansen maakte het dage lijks mee, maar om te blijven functioneren kon ze er niet al te lang bij stilstaan. De woedende Griekse agent die haar bijna keelde met zijn wapenstok: ze zette het zo snel mogelijk van zich af. De avond dat ze zich moest verstop pen in een container terwijl daarbuiten een rel uitbrak: ze parkeerde haar angst. De psychische beschadigde tieners in het kamp die zichzelf in hun armen sneden: ze kon er geen aandacht aan besteden. 'Ik keek alleen naar wat zich recht voor me bevond en waar ik op dat moment iets aan kon doen. Om me heen werd het geweld steeds normaler: verkrachtingen, steekpartijen, zelfmutilatie, suïcide. Het waren bliepjes op mijn radar waar ik niet eens meer op reageerde.' Wat wél rechtstreeks binnenkwam: de dood van baby Lara. Het kindje was vermist geraakt toen de boot kapseisde voor de kust van Lesbos. De vader dacht dat hij Lara in zijn armen had, toen hij in het water belandde. Het bleek een rugzak te zijn. Jansen stond de familie bij in hun verdriet, maar kon het zelf amper aan. De ellende, de willekeur en het gebrek aan rechtvaardig heid begonnen hun tol te eisen. Ze werd ook cynisch, zegt ze. 'Ik raakte mijn optimisme kwijt, het gevoel zinvol bezig te zijn. Hoeveel mensen ik ook hielp, het systeem veranderde niet, en dat maakte me steeds bozer en gefrustreerder. Hoewel de mensenrechten ter plekke openlijk werden geschonden, nam de media-aandacht af. 'Bel vooral terug als je weer echt nieuws hebt,' zeiden journalisten in Nederland. Voor nieuwe vrijwilli gers had ik geen geduld meer. Ik zei alleen: dit is je werk, ik wil niet weten waarom je hier bent of wat het met je doet, I don't give a fuck. De officiële instanties - overheid, politie, leger - deden hun taak niet, dus moesten wij zorgen dat het in het kamp niet naar de klote ging. Die verantwoordelijkheid woog zwaar en dat maakte me hard. Familie en vrienden hoorden niets meer van me, ik kon alleen nog praten met mensen die precies wisten wat ik meemaakte. 's Nachts zat ik in het café met de vrijwilligers die ook vanaf het begin op het eiland waren. We leken wel oorlogsveteranen: allemaal vermagerd, allemaal ziek, allemaal te veel ouzo drinken om te kunnen slapen.' 'In het begin werd ik voortgestuwd door adrenaline, maar dat hou je geen drie jaar vol. Ik viel superveel af, kreeg migraine en nierinfecties, mijn huid leek wel doorzichtig, ik had bloed armoede en hartkloppingen. Op een nacht werd ik wakker, badend in het zweet, met pijn in linkerarm en borst. Een hart aanval, dacht ik. Een paniekaanval, zei de Griekse dokter.' Wanneer besloot je dat je op Lesbos wilde blijven? En je nieuwe album dan? Waar kwam dat cynisme vandaan? Waaraan merkte je dat je de bodem bereikte? 26

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 106