'Ik zou alles, werkelijk alles, hebben gedaan om mijn kinderen te zien, waarom heeft zij dat niet gedaan?' situatie kon ik niet omgaan. Ik liet het contact dood bloeden en stopte mijn verdriet heel diep weg. En ging weer verder met mijn leven 'zonder moeder', zoals ik altijd had gedaan. Dat betekende dat ik vooral enorm mijn best deed het 'goed' te doen, als moeder, als vriendin, als werknemer, als collega. Ik was als de dood dat 'de ander' me ook zou verlaten, dus ik deed alles om dat te voor komen. Dat altijd maar pleasen en het perfect willen doen putte me volledig uit. Uiteindelijk liep ik op mijn 40ste een fikse burn-out op. In die tijd vatte ik het plan op een zoektocht te beginnen naar mijn jeugd. Na drie jaar brieven schrijven durfde ik het eindelijk aan mijn moeder weer te zien. In juni 2018 was het zover. Man, wat was ik zenuwachtig! Ik reed - van Den Haag naar Drenthe - zelfs een paar keer verkeerd en stopte bij elk tankstation voor koffie. Toen ik bij haar aankwam hing de vlag uit en stond ze met een bloemetje in haar hand te wachten voor haar huis. Ik stapte uit en we omhelsden elkaar. We gingen in de tuin zitten, aten zelfgebakken appelflappen en praatten honderduit. Na de eerste ont moeting volgden er nog vele. En elk afscheid verloopt hetzelfde: zij blijft net zo lang zwaaien tot ze een stip in de verte is. Ik keek in fotoboeken, las oude brieven, kaarten, dagboeken en agenda's, maar om de een of andere reden bleek ik weinig jeugdherinneringen te hebben. Dus zocht ik ook mensen op die mij vroeger hadden gekend. Wat konden zij me vertellen over mijn kindertijd? Uiteindelijk durfde ik dat ook aan mijn moeder te vragen. Dat leidde tot een briefwisseling van drie jaar, waarin we elkaar meer dan tachtig brieven schreven. En waarin ik voor het eerst haar kant van het verhaal hoorde. Mijn moeder schreef dat ze zich in de tijd voor haar vertrek al heel lang ongelukkig voelde. Daarom ging ze naar een 'persoon- lijke-ontwikkelings-week' in Denemarken. Tijdens die cursus had ze een paar spiri tuele ervaringen, die haar nogal van haar stuk brachten. Ze voelde zich na een week niet in staat terug te reizen en belde mijn vader om te vertellen dat ze een paar dagen langer bleef. Volgens mijn moeder reageer de hij woedend en beet hij haar toe: 'als je nü niet terug komt, hoef je nooit meer terug te komen!' Dat escaleerde en mijn moeder kwam niet meer terug. Dat het zo is gelopen, vind ik nog steeds bizar. Ook dat mijn ouders allebei een eigen versie van het verhaal hebben. Ik heb me er inmiddels bij neergelegd dat er geen absolute waarheid bestaat. Al blijft het voor alle betrokkenen een pijnlijke en verdrietige geschiedenis. 22

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 102