li 5 HET LAATSTE OORLOGSJAAR JOP STEENHOF DE JONG ONTDEKT NSB-DAGBOEK^ Leven tussen stukgeschoten huizen en altijd op je hoede voor wéér een beschieting. Zierikzee was een hel, de laatste maanden voor 5 mei 1945. Jop Steenhof de Jong laat het Zierikzee van toen herleven in zijn boek Het laatste oorlogsjaar. Zierikzee Het was door een be schrijving van de plichtsgetrouwe ge meenteambtenaar John de Bruyne dat Steenhof de Jong een bijzondere ontdekking deed. De Bruyne, die aan de Mol 3 woonde, was op weg naar de Duitse ortscommandant aan de Oude Haven toen hij stads genoot Krijn de Feijter tegen kwam. De bevrijding was nét afgekon digd en De Feijter, middenstander en NSB'er, maakte een hatelijke opmerking tegen de man met wie De Bruyne opliep en die een oranje bloem op zijn revers had gespeld. Steenhof de Jong besloot eens wat dieper in die De Feijter, een Zierikzeeënaar met een foto zaak aan de Dam, te duiken. Bijna niet te geloven De amateurhistoricus uit Giessen- burg belandde bij het Nationaal Archief in Den Haag, waar hij in het strafdossier van De Feijter op zijn dagboek stuitte. ,,Ik viel haast van mijn stoel. Je kunt bijna niet geloven dat er nog een dagboek uit die periode opduikt. Er zijn er best veel uit de oorlog bewaard geble ven, maar heel weinig van 'foute' Nederlanders. Die hebben ze vaak vernietigd." Na de Slag om de Schelde in de herfst van 1944 bleef Schouwen- Duiveland als enige van de Zeeuwse eilanden in handen van de Duitsers. Zierikzee werd een stadje aan de frontlinie op een gro tendeels door de Duitsers onder water gezet eiland. Vanaf de jaarwisseling werd de stad haast dagelijks vanaf Noord- Beveland zwaar beschoten door de Engelsen en Canadezen. Het gros van de huizen stond al leeg, maar nu werd ook nog eens grote schade aan de panden aangericht en vielen er zelfs burgerdoden. ,,Mensen liepen langs de gevels Er past eigenlijk maar één woord: anarchie. Er was geen gezag meer. Er werd gestolen en geroofd bij het leven. Het was een buitengewoon onprettige tijd over straat, zodat ze snel ergens naar binnen konden duiken als er weer geschoten werd." De stad was geëvacueerd; er mochten van de 6700 inwoners maar zo'n 450 mensen blijven. Uiteindelijk woonden er in Zierik- zee nog zo'n 1000 mensen, die hard nodig waren om de boel draaiende te houden. Zij probeer den zo goed en zo kwaad als het ging door te gaan met leven. Dat was voor de jaarwisseling nog wel enigszins te doen, maar toen de beschietingen losbarstten werd het drama. ,,Er past eigenlijk maar één woord: anarchie. Er was geen ge zag meer, geen politie. Er werd ge stolen en geroofd bij het leven. Het was een buitengewoon onprettige tijd." Niet geliefd Het gezinnetje (zijn vrouw en twee jonge kinderen) van ge meente-ambtenaar De Bruyne was in eerste instantie geëvacu eerd in Leeuwarden. Zelf zat hij, tot zijn gezin in april 1945 terug keerde, tijdelijk in de kost in het Sint Cornelia Liefdeshuis, het ver pleeghuis aan het Havenpark. De Bruyne lag niet lekker bij zijn stadsgenoten, die hem (door zijn rol als secretarie-ambtenaar als pro-Duits zagen. Dat was hij zeker niet, zegt Steenhof de Jong. ,,Maar hij moest wel schipperen tussen de belan gen van de bewoners en de Duit sers. Je kunt zeggen dat hij weinig weerstand bood, maar hij kon dit ook niet winnen. Hij is na de be vrijding overspannen geraakt en verhuisd naar Apeldoorn. Dit boek is wat dat betreft ook wel een soort van eerherstel voor deze man." De uitvoerige dagverslagen van De Bruyne in combinatie met de brieven die hij naar zijn familie stuurde maken veel duidelijk over het leven van alledag in dat laatste oorlogsjaar in Zierikzee. ,,Echt elke granaat staat genoteerd." Een kleine jongen Ook De Feijter pakte in zijn dag boek tot in detail uit. ,,Hij was erg bang voor de beschietingen, maar hij bleef geloven in de Duitse overwinning. Tot op de laatste dag." Na de oorlog is De Feijter be recht en gestraft, maar hij keerde uiteindelijk terug in Zierikzee waar hij aan de Schuithaven op nieuw een fotozaak begon. ,,Hij is toch weer in genade aangenomen en kreeg zelfs opdrachten van de gemeente. De Feijter was uitein delijk ook maar een kleine jongen in het geheel." De verslagen van beide Zierik- zeeënaren vormen, aangevuld met nog tientallen andere getuigenis sen, de basis voor Het Laatste Oor logsjaar over die stad aan het front in een verdronken omgeving. Eer der schreef Steenhof de Jong, ge- pensioneerd chemicus die al als jonge knul op Schouwen-Duive- land vakantie vierde, onder meer het boek Collaboratie op Schouwen- Duiveland in de Tweede Wereldoor log (2017) en Over de Kop van Schouwen (2018). woensdag 28 april 2021 GO Zierikzee was een hel Esme Soesman Uit een brief van John de Bruyne aan zijn vrouw over zijn verblijf in het Sint Corne lia Liefdeshuis ,,Ik heb het hier goed. Het eten is zelfs meer dan over vloedig, grote porties, bijna te veel en te zwaar, meestal bij het avondeten nog een warme hap. Vandaag tweemaal erw tensoep. Aan de middagtafel zitten we met 20 man van alle crisisbureaus, marechaussees en vrouwloze mannen uit de stad. In andere kamers eten deftiger heren die niet bij het gros willen zitten maar ik vind het zo gezelliger en gemoede lijker en ik hoor nogal eens wat van wat er buiten ge beurt." Het laatste oorlogsjaar, pagina 22 Jop Steenhof de Jong bij het pand waar Krijn de Feijter woonde. De Feijter was eigenaar van een fotowinkel én NSB'er. Zijn dagboek is één van de bronnen die Steenhof de Jong in zijn boek gebruikt foto marieke mandemaker -Jop Steenhof de Jong Uit het dagboek van midden stander Krijn de Feijter ,,De mensen hier zijn allemaal zo gek op de bevrijding en schelden zo op de Moffen, zo is het toch geen leven zegt men dan. Soms ga ik er wel eens tegen in. Ik ben nu een maal anders georiënteerd en probeer zo voorzichtig moge lijk zonder mezelf bloot te geven de mensen tot andere gedachten te brengen. Je hoort dan echter zoveel onzin en drogreden en misvattingen, daar kan ik niet tegen op." Het laatste oorlogsjaar, pagina 153 Uit het dagboek van midden stander Krijn de Feijter (2) ,,11 februari. Het is toch maar een angstig leven. Mijn bed staat in de kelder, doch ik slaap steeds op de divan. Ik denk dat het ergste echter nog komt. Overal wordt prik keldraadversperring langs de zeedijk gemaakt. Ze schijnen het eiland dus niet zomaar prijs te willen geven." Het laatste oorlogsjaar, pagina 146 Het Laatste Oorlogsjaar is uitge geven door Stichting Brouws Mu seum. ISBN: 978-90-9034491-1

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 37