Moeder Nathalie kamt haar haren keurig in een scheiding, de glimlach komt vanzelf niet. Moeilijk voor Daniëlle. Sowieso houdt ze niet van verrassingen die de tijd in de war schoppen. Ze gedijt bij structuur. Alles wat ze doet kent een vaste volgorde. Heeft een bezoek aan de supermarkt zegeltjes opgele verd, dan worden die bij thuiskomst meteen ingeplakt en pas daarna gaat de jas uit. Op de dagbesteding is de indeling strak. Op dinsdag De Fabriek, wat inpakken en sorteren betekent. Woensdag en donderdag Keramiek. Schaaltjes kneden en bakken. Asbakken zijn uit. Vrijdag De Bakkerij. Voor appeltaart en -flappen, brood. Maar ja, covid. 'De eerste lockdown was het moeilijkst. Toen zat ze twaalf weken thuis,' vertelt moeder Nathalie. Eindeloos talloze paaseitjes uit karton knip pen en aan elkaar rijgen met een koord. Al net zo vastgetimmerd is haar weekeinde. 'Wacht,' zegt Daniëlle en ze trekt een kast open om er een plastic tas uit te pakken. Dit doet ze op zondag, naast een eindje fietsen: een tapijt knopen. Ze vouwt het tapijt open. Naar schatting is een kwart klaar. Straks zal het een vlinder voorstellen. Het ontpoppen gaat nog vele zondagen duren, want ze ziet slecht. Met één oog maar 5 pro cent, met het goede 50. Aan het goede is ze drie jaar geleden geopereerd, nog net op tijd. Een ingreep aan het slechte oog had al geen zin meer. Werd te laat opgemerkt. 'We gaan niet meer naar die oogarts, dat snap je zeker wel,' zegt Nathalie verbeten. Aan Daniëlle is haar beperkte zicht niet te merken. Ze vouwt het tapijt zorgvuldig maar snel en moeiteloos weer op. Keurig gerangschikt gaat het kleurige smyrna er weer bij in de tas. Twee drukknopen. Klik, klik, klaar. Maandag mag ze weer. 'Eerst de toiletten, dan de foyer, dan het podium,' somt ze het schema alvast op. Moeder Nathalie zal de haren keurig in een scheiding kammen. De glimlach komt dan vanzelf. Thuis gaat de speciale kleding voor schoonmakers al aan. Met de logo's van het Parkgebouw, de sponsorende voetbalclub en van de dagbesteding erop. Binnen komt daar een plastic mondkapje bij. Onderweg draagt ze een stoffen mondkapje. Die dingen zitten niet. Zeker niet samen met de bril. Toch schatert ze. 'Ik heb van die kleine friemeloren.' En ineens is ze weg. Zit ze niet meer aan de keukentafel, maar in de voorkamer op de bank. Het geluid van de televisie klinkt. De onmiskenbare muziek van een musical. Het was tijd. Zoals elke dag. MEZZA 35

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 115