'Niemand
leert
zichzelf
gerust te
stellen'
AL TOEN HIJ 6 WAS, HAD HIJ LAST VAN
PANIEKAANVALLEN, daarna werd het
onderdrukken van angst een tweede natuur.
Daan Heerma van Voss zoekt in De bange mens
naar de oorsprong van zijn angst en hoopt dat
ook anderen baat hebben bij zijn speurtocht.
Aan de eettafel In zijn woning
In Amsterdam zit een grote,
vriendelijke jongeman. In
eerste instantie een beetje
afwezig, omdat zijn aandacht
uitgaat naar het plakken van een pleis
ter op een wondje aan een vinger. Niks
ernstigs. Even later is hij er, en formu
leert hij helder. 'Ik ben in dit boek eerlij
ker en kwetsbaarder geweest dan ooit.
In een roman kan ik me verbergen ach
ter een personage, in dit boek niet.'
In De bange mens beschrijft Daan Heerma
van Voss (35) hoe angsten zijn kinder
en tienertijd en later zijn relaties en
werkende leven beïnvloedden. Maar
hij heeft ook een boek willen schrijven
voor anderen met angst.
Hij interviewde psychiaters, beschrijft
de voors en tegens van medicijnen, over
onderzoek naar angst, fobieclubs en
ervaringen van anderen. 'Het moest een
boek worden waar ik iets aan had gehad
toen ik jong was. Het voelt als een grote
verantwoordelijkheid. Niemand met
angsten wil ik beterschap beloven als
dat niet kan, maar ik wil ook niemand
dieper de put in praten.'
'Ik wist heel lang niet dat het angst was. Ik
wist dat ik anders was dan anderen, dat er
iets niet goed was. Ik kon plotseling bang
worden, terwijl mijn vriendjes nergens last
van hadden. Pas na mijn 20ste besefte ik
dat het paniekaanvallen waren. Maar omdat
ik niks ergs had meegemaakt, geen oorlog
of zo, schaamde ik me daavoor. Ik onder
drukte het. Dat putte me zo uit, dat ik soms
zelfs een paar maanden niet of nauwelijks
functioneerde. Op de middelbare school
en daarna op de universiteit gebeurde dat
meestal aan het begin van het schooljaar,
als werd gezegd wat we dat jaar allemaal
moesten doen.'
'Ik was een jaar of 6, ik moest over een plank
over een stroompje om bij het vakantiehuisje
van mijn moeder uit te komen. Ik deed
het snel en er was niets aan de hand. Maar
's nachts lag ik rillend in mijn bed, overwel
digd door angst, beseffend dat ik niet wist
hoe diep het water was. Mijn verbeelding
ging met me aan de haal. Ik had oneindig
diep kunnen vallen.'
'Ik schaamde
me voor mijn
angst'
Al tijdens de kindertijd had je last van angst,
maar je wist niet waarom?
Wat is je vroegste herinnering aan paniek?
36 MEZZA