9.4.2011 Drama Alphen aan den Rijn
In een kamer in een flat in Alphen kleedt Tristan van der Vlis
(24) zich aan. Benen door zijn camouflagebroek. Een T-shirt over
donkerblonde haren. Religions of the world, staat erop. En: shit
happens on Saturday. Het is vandaag zaterdag, 9 april 2011. Tristan
draagt zijn kogelwerende vest, zijn ring met een pentagram erop.
Daar gaat zijn hand naar de deur. Zijn moeder hoort die sluiten.
Tristan stapt in de lift, naar de kelder. Toetst de code in van de kluis
die daar staat, pakt zijn wapens, legt ze in de achterbak van zijn Mercedes,
een cadeau van zijn vader. Daar gaat hij. Naar De Ridderhof.
Vrijwel
niemand
op school
merkt dat
Tristan
aan het
afglijden is
14
Mensen lijden, en Hij staat dat toe. Nee, God is
er zelfs verantwoordelijk voor. Tristan ontwik
kelt een fascinatie voor schietpartijen en ram
pen. Hij is bezig met één die zich in zijn ge
boortejaar voltrok: de kernramp in Tsjernobyl.
God is volgens Tristan slecht. Dat moet wel,
concludeert hij. Hij begrijpt ook niet dat God
Adam en Eva een keuze liet maken die ze niet
konden maken, toen ze aten van de verboden
vrucht. Het is een periode waarin Tristan vol
gens zijn moeder 'verschrikkelijke' tekeningen
maakt van monsters, langs zijn ouders heen
praat en heel boos is op God.
Tristan begint rond zijn 15de met het her
schrijven van het Heilige Woord. Met zijn 'te-
genwoord' wil hij aantonen dat God slecht is.
Hij schrijft: ,,Wie met God praat, spreekt eigen
lijk met de duivel. Ik heb veel gebeden, maar
nooit is enig gebed verhoord." Hij heeft daar
veel verdriet van. Een haat jegens God zet zich
tegelijk vast. Als hij thuis over het geloof
spreekt, loopt het meestal uit op heibel. Naar
de kerk gaat hij niet meer.
Die ene stem, van God, zet Tristans leven na
verloop van tijd totaal op zijn kop. Dan begint
hij ook nog meer te horen: stemmen van gees
ten. Een Nederlandse militair die in Afghani
stan is gesneuveld. En één van de schutters die
toesloeg in Columbine High School ook. In
1999 werden daar twaalf leerlingen en een le
raar doodgeschoten, door twee jongens die bij
hen op school zaten.
Tristan zal hen op zeker moment niet alleen
horen, maar ook voelen. Dan wordt hij 'aange
tikt', zoals hij het noemt. Toch merkt vrijwel
niemand op school dat Tristan aan het afglij
den is. Als klasgenoten over hem vertellen,
hebben velen het over een gewone jongen.
In zijn examenboekje, waarin portretten
staan van alle leerlingen, lijkt Tristan ook scho
lier van dertien in een dozijn. In één van de
vragen die hij zelf heeft beantwoord, vertelt hij
over zijn grootste blunder: toen hij een pot
rode verf liet vallen, bij beeldende vorming.
Over een veel grotere blunder vertelt hij niks.
Die keer dat hij zijn nagekeken werk bekladde,
er scheldwoorden aan het adres van de leraar
op tekende, pistooltjes ook. Een klasgenoot ziet
nog Tristans ongelukkige gezicht voor zich,
toen die hoorde dat de boel weer moest worden
ingeleverd.
Als een moeder Tristan in de derde klas
vraagt wat hij wil worden, antwoordt hij:
'scherpschutter'. Het is dan nog niet zo'n
vreemd antwoord. Tristan heeft twee ooms die
hoge functies in het leger bekleden. Net zo min
gaan alarmbellen af omdat hij eindeloos
schietspellen speelt op zijn Xbox - zo veel pu
bers doen dat. Soms neemt Tristan schoolge-
Hij werd geboren in 1986, op een juni
dag vol zon, bijna net zo onbewolkt als de stra
lende dag waarop zijn leven eindigde. Tristan
noemden Hans en Marieke hun zoon, die ze
grootbrachten in een doorsnee jaren 70-flat, in
een doorsnee forenzenstad: Alphen aan den
Rijn. Hij is kunstschilder en docent. Zij secreta
resse bij een advocatenkantoor.
Tristan heeft bijzondere grootouders. De
één, oma Lourens, is schrijver van thrillers,
waaronder een over een fictieve schietpartij, in
een plaatsje dat precies lijkt op Alphen. Een
ander, Kornelis van der Vlis, was in oorlogstijd
een fanatieke NSB'er die het tot burgemeester
schopte en daarna jaren in een internerings
kamp zat.
De nieuwste telg van die families vertedert
zijn ouders, als hij zijn eerste stapjes zet, op
groeit. Zijn moeder is zoals je een moeder
hoopt: zacht, liefdevol. Ze leidt een 'keurig ge
zin'. Goed, Tristans vader lijkt een man die
moeilijk bij zijn emoties kan, moeilijk toegan
kelijk is ook. Maar met zijn schilderijen vangt
hij juist emotie, de schoonheid van de natuur,
die hij levensecht kan vastleggen.
Als Tristan 4 is mag hij naar school, aan de
overzijde van de straat. Op de Martin Luther
Kingschool is hij een stille leerling. Er is een
schoolfoto waarop hij wat apart staat, een
gekke bek trekt. Tristan staat wel vaker alleen,
ook al heeft hij best vriendjes. Niet veel, maar
ze zijn er. Een klas doet hij opnieuw, niet van-
wege zijn cijfers, maar omdat het
beter is voor hem.
En in deze tijd dient het eerste
ingrediënt voor het drama dat zal
komen zich aan. Tristan is 12 als hij
met een vriendje en diens vader
meegaat naar een schietbaan. En
thousiast komt hij thuis. Is dat ook
niet wat voor zijn vader?
Tristan is nog maar een jon
gen van 14, inmiddels leerling op
het Scala College in Alphen, als
zijn ouders merken dat het niet
goed met hun zoon gaat. Tristan
begint stemmen te horen. En de
eerste die tegen hem begint te pra
ten, is God.
Eerst begrijpt Tristan niet wat er
gebeurt. Maar de zinnen in zijn
hoofd ervaart hij na verloop van
tijd steeds meer als last. Tristans
ouders zijn gelovig, hoewel niet zo
streng als de baan van zijn vader
doet vermoeden. Hans werkt als
kunstdocent op het christelijke
Driestar College in Gouda, waar
jongeren uit de hele regio komen;
meisjes dragen lange rokken. Bij
de leraar thuis trekt Tristan onder
tussen de conclusie dat God fou
ten maakt.
ZATERDAG 3 APRIL 2021 GO
VERVOLG VAN PAGINA 13
Tristan (links onderin) op de klassenfoto van zijn vierde jaar op de middelbare school. privéfoto