o
tü
DIT WEEKEND GAAN VEEL
STRANDTENTEN WEER OPEN.
Journalist Wessel Penning heeft zich
er de hele coronawinter op verheugd
dat hij weer terecht kan op het
grootste terras van Nederland:
ons strand, honderden kilometers
lang. Dit is zijn ODE AAN DE PIT,
zalige pleisterplaats aan zee.
ALS DE ZON NA een mooie zomerdag is gezakt, en over
de zee een zachte schittering is komen te liggen, gaan de
bazen van De Pit zelf nog even te water. Zie ze staan daar
in de branding, Mathijs en Marleen, met hun twee blonde,
jonge kinderen. Twee mensen die hun droom leven. Ja,
dit is de Noordzeekust, Slag Vlugtenburg, 's-Gravenzande,
tussen Monster en Hoek van Holland, maar ik moet vaak
denken aan de filmhit The Blue Lagoon van veertig jaar
geleden.
Een meesterwerk was het niet. De hoofdrolspelers
Christopher Atkins en Brooke Shields zouden later voor
komen op de shortlists voor sléchtste acteurs. Maar toch,
dat verhaal, over twee beeldschone kinderen die na een
schipbreuk samen op een tropisch eiland landen, daar
opgroeien en er als vanzelf op een dag liefde en lust
vieren, en kinderen krijgen, daar raakte een 15-jarige als
ik toen nogal van onder de indruk. Zon, zee, zand, lust,
liefde en nakomelingen, wat heeft een mens meer nodig?
Nee, vandaag zal de zee hun badkamer nog niet zijn. De
Noordzee is op zijn vroegst in mei behaaglijk genoeg
voor gezinszwemmen. Toch is de dag dat De Pit zich
weer opent voor mij het begin van de onbezorgde zomer.
In coronatijd meer dan ooit. Een terrassenverbod of niet,
het strand zal altijd open zijn, en het afeaalloket van
De Pit ook. Dekentje mee, zitten maar!
Vanuit mijn huis is het een rechte weg. Eerst met de
auto, een half uurtje lang. Daarna nog een kwartiertje te
voet, klimmend over drie bulten van duinen. Bovenop
duin één: zicht op zee! Woest of gladjes, maar altijd groots
en oneindig. Je pas versnelt vanzelf. Vroeger renden mijn
vrienden en ik direct de zee in, zo ver tot we omvielen.
Want de zee, dat is de zorgeloze vrijheid. Die trekt altijd.
Onderaan duin drie, op de eerste strandmeters, het karak
teristieke surf- en verkeersbord: De Pit rechtsaf. Ik kwam
er lang geleden voor het eerst, na een lange werkdag was
ik gewoon rechtdoor gescheurd naar het dichtstbijzijnde
strand. Na het zwemmen, wat eten. Die tent daar eens
proberen?
Het is een allegaartje, een gezellige zooi, gebouwd van
oud hout en stukken zeecontainer. Geen tafel of stoel is
dezelfde. Op het terras staan ook nog een oude sporthal
tribune, een stuk of tien luie, afgeschreven sofa's en van
die lage gymzaalbanken. De vloer is van vlonders en oude
Perzische tapijten. Daartussen, rondom en onder een
glazen salontafel uit de jaren 70, een zandbak met al jaren
hetzelfde oude speelgoed.
Je ziet soms mensen voor het eerst het terras op stappen
en denken: wat is dit? Soms vertrekken ze direct, anderen
gaan nooit meer weg. In de sportschool strakgetrokken
LU
O
O
X
co
cr
x
X
<~n
LU
O
CO
CO
h-
co
Het strand
is altijd open
...r V 4
26 MEZZA