Wat moeten we met
de buurman die
beha's ophangt
om ons te pesten?
Ik weet niet wat
'houden van'
betekent. Moet ik
me schamen?
JOOST MAG 'T WETEN
In de 17de eeuw had je de godsdienststrijd
tussen de rekkelijken en preciezen. Over de vrije
wil van de mens. De rekkelijken waren precies
maar de preciezen waren nog preciezer. Zoiets,
als ik me goed herinner. Mocht ik het fout zien,
gelieve me niet te verbeteren
Zo'n twist laait opnieuw op in onze villawijk.
De rekkelijken zijn de Behazwaaiers, de preciezen
zijn de Klikspanen. Laat ik deze kwestie eens
terugbrengen tot de volgende vraag: wie zou ik
het liefst als buurman willen? Ik heb hier lang
over nagedacht en ik kies voor de Klikspanen.
Ik heb twee argumenten. Het eerste is zuiver
praktisch: ik ben een nette law and order-jongen.
Ik zet op de vastgestelde tijd de vuilniszak buiten
en ik draai geen keiharde muziek. Er valt over mij
niets te klikken. Te braaf, te saai.
Maar bovenal: de Klikspanen begrijp ik. Niet
hun klikken, maar wel waarom en wanneer
ze het doen. Ik ben zelf een Klikspaan
zonder te klikken, daar komt het op neer.
Maar van de Behazwaaiers heb ik een
beetje schrik. Raar volk. U kunt maar
beter niet reageren. Want vandaag
zwaaien ze met beha's maar waar
zwaaien ze morgen mee? Hoe sympa
thiek hun kerststalletje ook is, ze zijn
toch een beetje ongeleide projectielen
in zakformaat. Dus beste inzender:
ik verwelkom u als mijn buurman.
Maar niet meer klikken hoor.
Niets mis met een uitzondering zijn. Ik heb er
een leven lang de kost mee verdiend. Helaas moet
ik u dat aparte gevoel ontnemen.
Ik weet overigens niet of het waar is wat u
schrijft. U zult zich vast een paar van uw honden
herinneren die nu niet meer in leven zijn. Ik ben
er niet zo zeker van dat u hun dood destijds meer
betreurde dan u het sterven van uw vrouw of een
van uw kinderen had gedaan. Maar gelukkig is die
proef op de som u bespaard gebleven.
De liefde voor honden is nogal onvoorwaardelijk.
Misschien omdat hun liefde voor ons dat is. Ik heb
een leven lang honden gehad, ik begrijp u wel.
Levendig herinner ik me de keer dat mijn vrouw
hel en verdoemenis over mij afriep terwijl ze onze
hond zat te aaien. Het omgekeerde hiervan is mij
nooit overkomen, helaas.
Maandelijks krijg ik brieven van een oma die
haar kleinkind niet mag zien of van een vader
wiens zoon de familiebanden verbroken heeft.
Nooit heb ik een brief gehad van
iemand die me schreef: 'Mijn hond
is ervandoor. Blij dat ik van dat
beest af ben.'
Geloof me meneer, er zijn een
hoop mensen zoals u.
Maar of dat goed nieuws is, weet
ik niet.
Wijsheid komt met de jaren.
Omdat acteur Joost Prinsen (78)
een eind op weg is, beantwoordt
hij uw vragen.
Wij (77 en 79 jaar) wonen in een rij met zeven
villa's. Onze buren (ook zeventigers) hebben
rond de feestdagen een verkoopstalletje op hun
garagepad neergezet. Illegaal, want ze betalen
geen btw. Wij hebben handhaving ingeschakeld
en kregen gelijk. Sindsdien hangen zij beha's in
ons blikveld aan hun badkamerraam, kennelijk
om ons te ergeren. Moeten we hierop reageren?
Ik ben een man van 72 en ik weet niet wat
'houden van' inhoudt. Ik hou eigenlijk alleen
zielsveel van mijn hond. Ik mis dat gevoel bij
mijn kinderen. Ik heb hen opgevoed met veel
vrijheden tot zelfstandige volwassenen. Maar
nooit met een echt 'houden-van-gevoel'. Moet
ik me schamen, ben ik een uitzondering?
Speelt er iets tussen u en uw kinderen,
familie, vrienden, buren of collega's? Leg
de kwestie voor aan Joost Prinsen. Mail uw
vraag naar joostmagtweten@dpgmedia.nl