Met eigen
ogen zag ik
hoe gezond
eten kan
ontaarden in
pure angst
schuld? Zou ik de ziekte niet hebben als ik
nooit melk had gedronken, of chips had
gesnaaid? Schuld is een verkeerd woord,
vindt Van de Griendt. ,,Dat is een oordeel
over jezelf en dat geeft een vervelend
gevoel. Bovendien, je hebt je dit nooit
gerealiseerd, dus van schuld is geen sprake.
Het gaat erom dat we nu weten dat chroni
sche aandoeningen mede veroorzaakt
kunnen worden door een verkeerd voe
dingspatroon.'' 'Mede', want andere leef
stijlfactoren - handig ezelsbruggetje:
BRAVO: Bewegen, Roken, Alcohol, Voe
ding en Ontspanning - spelen ook mee.
Zelf heb ik een BMI van 21 (krap 60 kg bij
een lengte van 1.68 meter), mijn bloeddruk
is altijd aan de lage kant, mijn HDL-choles-
terol (het 'goede') hoog, het LDL-gehalte
laag. Ook mijn triglyceridengehalte - een
vetachtige stof in het bloed die nauw ver
bonden is met cholesterol - is 'mooi laag',
en ik heb geen darmklachten. Daarentegen
ben ik stressgevoelig en slaap ik al mijn
halve leven slecht. Misschien levert nóg
gezonder eten mij dan inderdaad weinig
extra gezondheidsvoordeel op, erkent Van
de Griendt. ,,Bij jou spelen stress en slechte
slaapkwaliteit dan een grotere rol.''
Factoren die nogal eens over het hoofd
worden gezien in de huidige 'voeding-als-
medicijn-boodschap', vind ik. Sterker, soms
wordt de factor stress door die boodschap
alleen maar aangewakkerd. Bijvoorbeeld
door Cortvriendt, die in zijn boek Kanker-
vrij stelt dat 'je kind snoep geven misschien
wel even ongezond is als het een sigaret
laten opsteken'. Als ik zoiets lees, laait mijn
schuldgevoel direct op: wat heb ik mijn
kinderen (en mezelf) aangedaan door
jarenlang koek en snoep in huis te hebben?
De Belgische huisarts en ploegarts Bingé
Servaas maakte het vorig jaar nog bonter,
door in deze krant te roepen dat 'voeding
het machtigste massavernietigingswapen
is'. Niet echt een ontspannen manier om
met voeding om te gaan.
Met eigen ogen heb ik een paar jaar gele
den gezien hoe 'gezond eten' kan ontaarden
in pure angst. Wanhopig omdat de chemo's
niets deden voor zijn uitgezaaide darm
kanker, wendde mijn jongere broer zich
tot een alternatieve arts, die hem een strikt
voedingspatroon voorschreef. Hij mocht
bijna niets meer, alleen wat groenten,
noten en zaden. Mijn broertje verzwakte
zienderogen - hij leefde op wat avocado,
broccoli en een sporadische noot - maar
de 'arts' gaf geen duimbreed toe. Als ik
probeerde een stukje banaan door zijn
smoothie te smokkelen (dan kreeg hij ten
minste nog wat brandstof binnen), werd
mijn broer woedend. Hij was ervan over
tuigd dat de kankercellen dat beetje banaan
juichend ontvingen; nu konden ze weer
doorgroeien! Van het gegrilde kippetje dat
ik hem eens voorzette, smulde hij als een
uitgehongerde wolf. Maar daarna voelde
hij zich afschuwelijk; hoeveel zieker zou hij
zichzelf door deze misstap wel niet hebben
gemaakt?
Of mijn broer beter werd van het strikte
voedingspatroon? Integendeel. Hij overleed,
ernstig verzwakt omdat hij de laatste
maanden van zijn jonge leven niet meer
durfde te genieten van alles wat hij voor
heen zo lekker vond.
Afschuwelijk, vindt ook Van de Griendt.
,,In zo'n palliatieve fase gaat het om heel
andere waarden. Dan moet je iemand hele
maal niet meer lastigvallen met strenge
voedingsvoorschriften.''
Als eten zo'n beladen activiteit wordt dat
je inderdaad in paniek raakt als er banaan
in je smoothie blijkt te zitten, of als je nooit
meer bij vrienden kunt eten omdat die in
bak- en braadproducten bakken in plaats
van in ghee of kokosolie, heb je absoluut
een probleem, vindt ook psycholoog Saskia
Geraerts. ,,Gezond eten is belangrijk, maar
als je er alleen nog dwangmatig mee bezig
30