Vóór corona praatte ik congressen
aan elkaar. Ter voorbereiding kwam ik
bij mijn klanten op kantoor. Ik dronk de
smerigste koffie, zag volwassen mensen
op skippyballen en voerde gesprekken
met senior community builders. Gelukkig
ontmoette ik ook moppentappende instal
lateurs en briljante denkers en kostte een
broodje kroket zelden meer dan een euro.
Corona veranderde dat. Ineens zat ik
thuis. En even leek het een zegen. Lekker
vanuit je eigen huis vergaderen scheelt veel
reistijd. Je hoeft niet langer 's ochtends
vroeg aan te sluiten in de file om alsnog te
laat op kantoor te komen vanwege een on
geluk op de A27. Eindelijk bevrijd van die
overvolle treinen en andermans lichaams
geuren voordat je in een steriele vergader
kamer met systeemplafond die leuterende
collega moest aanhoren die graag commit
ment bottom-up wilde cocreëren door stake
holders te verbinden. Hippe consultants
deden hun product innovation backlog via
Teams. Juffen legden de tafel van 5 uit via
Zoom. En zelfs de Rolling Stones zongen
hun liedjes vanuit de huiskamer.
Maar al snel ontstonden de problemen.
Zoek op YouTube naar 'Jennifer Zoom
meeting' en zie hoe een dame ongegeneerd
haar laptop meeneemt tijdens een toilet-
bezoek. Denk aan de verloren tijd dankzij
haperende wifi ('wacht even, ik ga iets
dichter bij mijn router zitten'), verkeerde
Nu we ruim een jaar volop thuiswerken, maakt
columnist en onderzoeker Richard Engelfriet de
balans op. Vier argumenten waarom thuiswerken
volgens hem niet de toekomst, maar de hel is.
24
Lang
leve het
kantoor