ZEELAND GEBOEKT
In Oostburg dronken wolven uit de verlaten waterputten
Alle lezers
geven hem
een glimlach
7
Joost van Driel is inmiddels een gekende schrijver in Zeeland. Morgen
verschijnt zijn derde roman, Het bordeel aan het einde van de straat. Wat gebeurt
er als er opeens een niet zo aangepast gezin in een ingeslapen dorp landt?
I en doodlopend straatje in Brink,
een denkbeeldig Limburgs dorp te
gen de Duitse grens anno nu. Zo
wat het burgerlijkste van het bur-
I gerlijke. Met een zieke buurvrouw
die altijd voor het raam zit, een gereformeerd
gezin met zeven kinderen, een kinderloos stel
met drie valse rottweilers, een eenzame man
met drie oude caravans en vijf sierkatten.
En op nummer 8 het gezin Vapeur. Moeder
Lot, vader Henri, de zonen Marc en Johan. Zij
zijn de hoofdrolspelers in de nieuwe roman
Het bordeel aan het einde van de straat van Joost
van Driel uit Koudekerke. Johan is de 11-jarige
zoon die eigenlijk John heet. Hij is de 'ik' in
het boek. Moeder Lot is fanatiek in alles wat ze
doet: haar biologielessen op de middelbare
school, het invullen van haar vrije tijd. Dat
laatste doet ze met fietsen. Zoon Johan (pa
gina 12): 'Mijn vriendjes vonden mijn moeder
een enge vrouw. Zoals ze rondliep in die wie-
lerpakjes. Zoals haar scherpe botten als de pla
ten van een dinosaurus uitstaken. Haar holle
ogen. De manier waarop ze zich uitleefde op
de hometrainer in onze garage, badend in het
zweet.' Daar komt bij dat moeder Lot haar zin
nen heeft gezet op het winnen van de Omloop
van Brink, een ploegentijdrit voor families.
Henri, Marc en Johan moeten hup de Lim
burgse heuvels op.
Familie Opitz
De rust in de Duinstraat is op slag verdwenen
als de familie Opitz in het helemaal achter in
de straat gelegen huis trekt. Ze hebben een
grote Amerikaan met een open dak. Vader
Opitz heeft een cowboyhoed op. Niet toeval
lig, hij handelt in hoeden. Moeder Marcella en
dochter Sonia maken het gezin compleet. De
vroegwijze dochter komt bij Johan in de klas
en brengt hem danig het hoofd op hol. De
goed rond uitgevallen Marcella is niet eenken
nig, dat heeft Johans vader Henri al gauw in de
gaten. Henri is na een door hem veroorzaakte
laboratoriumontploffing ontslagen uit de fa
briek waar hij werkte en daardoor een beetje
de schlemiel in het gezin. Tegen het eind van
het boek worden er wilde feesten gehouden in
het huis van de familie
Opitz.
Joost van Driel (1976) is le
raar Nederlands op scholen
gemeenschap Nehalennia in
Middelburg. Hij heeft een
roman geschreven waarin je
de hunkering voelt. Mooi
geschilderde personages die
je raken in fraai gestileerde
zinnen. En steeds een licht
humoristische ondertoon. Mededogen ook
wel. Die toon klonk al door in zijn verrassende
debuutroman In het museum (2016).
Als hij zijn oeuvre tot nu toe overziet - dus
inclusief zijn tweede roman Jaren van de tijger
- zegt hij: ,,Mijn boeken horen bij elkaar. In
alle drie gaat het om het verlangen naar een
ander, avontuurlijk leven. Natuurlijk, dat ge
voel komt uit de schrijver. We leiden immers
allemaal een suf leventje. Dat is niet erg. Ik
vind het wel mooi om mensen te zien die
daarmee breken. Soms is het ook banaal, als
iemand met de buurvrouw wegloopt."
Het verhaal speelt in Limburg: ,,Ik had even
geen zin in Zeeland. Wat niet wegneemt dat
de plattegrond van het dorpje Brink veel op
die van Koudekerke lijkt."
Er komen meer boeken. Voor volgend jaar
ligt er een verhalenbundel klaar over mensen
die 'wegreizen', getiteld Zuidwaarts. Joost:
,,Schrijven is voor mij erg belangrijk. Als ik
met een boek bezig ben en het gaat goed, dan
moet alles daarvoor wijken. Ik schrijf niet vele
uren per dag, maar wel élke dag of avond. Of
nacht als ik niet kan slapen. Elke dag, al is het
maar een woordje."
Het is een prachtige, nieuwe
geschiedenis van Oostburg.
Dat zou je niet meteen
denken. Bronnenpublicaties West-
Zeeuws-Vlaanderen staat er op de
cover. Dat is dit kloeke boekwerk
over Oostburg in de jaren 1604
1648 zeker. Maar in de inleidende
hoofdstukken geven de Sluise ar
chivaris Geert Stroo en historicus
André Bauwens in Aardenburg
meteen al een bondig overzicht
van het wel en wee van Oostburg
in die periode.
Meer wee dan wel overigens.
Oostburg was tijdens de middel
eeuwen uitgegroeid tot een
Vlaamse stad. De opstand tegen
Spanje maakte van Zeeuws-Vlaan-
deren een strijdtoneel, waar
Spaanse en Staatse troepen elkaar
troffen. In 1583 legden de Spanjaar
den de stad in de as en vier jaar la
ter - zo blijkt uit de bronnen -
restte niet veel meer dan een ruïne
in een geïnundeerd land. Het
volksverhaal wil dat wolven kwa
men drinken uit de verlaten wa
terputten. De verovering door
Maurits in 1604 was volgens de au
teurs een keerpunt. Beetje bij
beetje kwamen er bewoners, voor
namelijk protestanten, de katho
lieken lieten zich niet meer zien.
Na 1636 kwamen er nieuwe bewo
ners uit de omgeving van Calais.
Tijdens het Twaalfjarig Bestand
1609-1621 werd een begin gemaakt
met de fortificatie van de stad. In
de jaren 1620-1630 volgde uitbouw
tot een serieuze vesting die be
stand moest zijn tegen een
Spaanse aanval. Er werden vele
militairen in Oostburg gelegerd.
Bauwens en Stroo maken uit de
kerkenraadsacta op dat het er
nogal losbandig aan toeging.
Drank, vrouwen van lichte zeden
en vast nog veel meer wat in de
ogen van predikanten niet door de
beugel kon. In 1625 eiste de pest
slachtoffers.
Tachtigjarige Oorlog
Behalve de ruime inleiding biedt
het boek Oostburg 1604-1648 vooral
getranscribeerde bronnen: in totaal
veertig die betrekking hebben op
de periode tot het einde van de
Tachtigjarige Oorlog in 1648. Zoals
de resoluties en notulen van de ver
gaderingen van burgemeester en
schepenen, aantekeningen op de
verpachting van de stedelijke ac
cijnzen, het bestek voor de aanleg
van bolwerken, het verhuurcon
tract van molen Het Lam in 1647.
De uitgave - te koop voor 37,95
euro - vloeit voort uit een samen
werkingsver
band tussen de
gemeente Sluis
en Heemkun
dige Kring West-
Zeeuws-Vlaan-
deren. Er staan
vervolgdelen ge
pland.
Zeeuwse schrijvers
Wie rijmt heeft altijd gelijk.
En rijmen kan Coenraedt
van Meerenburgh, neem
zijn Eigentijds probleem waarin
hmm rijmt op vhm, mhm en een
welgemeend vmm! De slotregels
verklaren veel: 'Poeh, poeh, ik vind
dat het maar lastig dicht,/ Met zo'n
mond-neusmaker op je gezicht'.
De dichter schrijft al jarenlang in
zijn zesregelige snelsonnetten,
strak in het gelid van ritme en
rijm, over de grillen van de actua
liteit. De snelsonnetten uit het ge
denkwaardige jaar 2020, nummer
1004 tot en met 1068, verzamelde
hij in de bundel Ik voel me een kaal
geplukte kip! Hij vulde ze aan met
andere poëtische producties van
het afgelo
pen jaar, on
der meer
ïkyfiplmp
ate een
kaalgeplukt
kip!
met song
teksten zo
als (daar is
het ge
vreesde
lapje wéér)
Mondkapje.
Coenraedt
van Mee-
renburgh, in
het dagelijks leven Marcel van den
Driest, in 1967 geboren te Oost
Souburg, woonachtig te Vlissin-
gen, verdient lof vanwege de lichte
gedichten die hij in hoge frequen
tie de wereld instuurt. Zijn satire
is eerder goedmoedig dan radicaal,
zelfs over nationale woedemagne
ten als Femke Halsema en Sigrid
Kaag schrijft hij vriendelijk. Maar
zijn poëtische pijltjes zijn raak, zie
hoe hij Gesodemijter afsluit: 'Nee,
voor diversiteit maak ik me hard:/
De Sint moet vrouw zijn, lesbisch
en liefst zwart!'
Hij volgt ook de Zeeuwse ont
wikkelingen. Trots schrijft hij over
de eerste plaats van Danny Vera in
de Top 2000: 'Na Queen zit voor
het eerst een Zeeuwse zoon/ Als
koning op de muzikale troon'. Hij
dichtte in 2020 over de Ameri
kaanse verkiezingen, over een
liefde uit zijn puberteit. Maar na
tuurlijk verdringt ook in deze poë
zie één onderwerp alle andere on
derwerpen: 'Het virus dat in China
is ontstaan'.
Hij gaf bij alle virusverwikkelin
gen zijn commentaar. Vanwege de
norm van anderhalve meter zet hij
zelfs, voorbereid op elk gevaar, zijn
woorden ietsje verder uit elkaar.
Door de mondkapjes is het nau
welijks te zien, maar de lezers ge
ven hem met een glimlach steeds
gelijk. Zeker ook wanneer hij over
het verlossende vaccin schrijft:
'Wel vraag ik ze, voordat ik me zal
schikken,/ Beslist niet in m'n
dichtader te prikken'.
maandag 15 maart 2021
GO
Wekelijkse rubriek met boeken over Zeeland
en boeken van Zeeuwse schrijvers
Buurman met cowboyhoed
Jan van Damme
Joost van Driel: ,,Ik vind het wel mooi om mensen te zien die met hun suffe leventje bre
ken." FOTO DIRK-JAN GJELTEMA
oAn het einde.
JOOSTVAN DRIEL
Joost van Driel: Het bordeel aan het einde van de
straat - Uitgeverij Vrijdag, 176 pag., 20 euro.
Jan van Damme
Mario Molegraaf
Coenraatl van Meetenburgh
Coenraedt van Meerenburgh: Ik
voel me als een kaalgeplukte kip!