'Kind, je vader is Joods, maar
praat er niet over', dat heb ik
dus braaf 40 jaar niet gedaan
verdiepen in zijn nalatenschap kreeg ze
een indruk van het oorlogsverleden van
haar vader, en daardoor begreep ze meer
hoe getraumatiseerd hij was. Waarom hij
die trauma's soms op zijn gezin botvierde,
waarom hij haar uitschold in plaats van
knuffelde, waarom hij zelden iets vertelde
van wat hij had meegemaakt of gevoeld.
Een deel van haar bevindingen heeft ze
verwerkt in haar boek Oorlogsvader, dat net
uit is. ,,Mijn opa en oma waren Joods. Ze
gaven gehoor aan de oproep van de Duit
sers om in de kampen te werken. Ze gingen
in 1942 naar Westerbork, werden in 1945
naar Auschwitz gedeporteerd, waar ze
werden vergast.''
,,Mijn vader zat bij het verzet en werd
opgepakt toen hij Vrij Nederland, een ver-
zetskrant, rondbracht. Mijn vader was
Joods en droeg een vals persoonsbewijs,
waarop te zien was dat hij niet Joods was.
Bij zijn arrestatie kwamen de Duitsers
erachter dat hij een officier had gedood.
Mijn boek gaat trouwens niet alleen
over mijn vader en de oorlog. Het gaat ook
over de inzichten in mijn eigen leven.
Hoe belangrijk het is dat kinderen aan hun
ouders vragen: hoe was dat in jouw tijd?
Het zou eigenlijk een opdracht moeten zijn
in groep 8 van de lagere school. 'Ga je vader
en moeder interviewen'. Ik wil met mijn
verhaal ook vertellen dat ik ondanks alles
een geweldig leuk leven heb gehad.''
Voordat Catherine Keyl begon te schrij
ven, werkte ze jarenlang als verslaggever
voor actualiteitenprogramma's Hier en Nu
en AVRO's Televizier. Eind jaren 80 beleefde
ze haar doorbraak als presentatrice van
De 5 Uur Show, waarna ze vijfjaar lang
haar eigen gelijknamige talkshow had.
Ze was de oudste van drie zussen en
groeide op aan de Haagse Zuidwal, randje
Schilderswijk. ,,Er was veel criminaliteit.
Mijn vader haalde met de jaarwisseling uit
voorzorg de accu uit zijn auto. Anders werd
ie gejat. Het was een tijd van schaarste. We
aten één keer per week vlees.''
,,Een binnenzitter. Mijn moeder vond bui
ten spelen gevaarlijk. Mijn zusje speelde
wel buiten, maar ik tekende liever en
schreef verhaaltjes. Die hebben mij op
school gered.''
,,Op de basisschool werd ik vreselijk ge
pest. Vaak stond een groepje uit school me
op te wachten. Zag ik ze al smoezen. 'Wat
gaan we nu met haar doen'. Liepen ze ach
ter of naast me, begonnen ze te schelden of
sloegen ze me in elkaar. Lag ik achterover
op die stenen trap in onze portiek. Daarom
heb ik zo'n hekel aan portiekwoningen. Op
een gegeven moment las de onderwijzer
mijn verhaaltjes voor aan de klas, elke
week. Zo kon ik ontsnappen aan mijn
pesters. Dan zei ik: 'Als jullie me nu in
elkaar slaan, hebben jullie volgende week
geen verhaal'. Blijkbaar vonden ze dat erg
belangrijk, want dat gepest hield op.''
„Allereerst de kleren. Mijn moeder had
geen idee van mode. Het was ongelooflijk
tuttig wat we droegen. Voor kinderen een
reden om iemand aan te pakken. Maar ik
was ook de slimste van de klas. Dat maakt
je ook niet per se sympathiek of populair.
Een van mijn tantes zei eens: 'De jeugd is
de mooiste tijd van je leven'. 'Je moest eens
wéten', dacht ik. Dat ik gepest werd op
school, kon ik met niemand delen. Vrien
dinnen? Had ik niet. En ook thuis was
het geen gespreksonderwerp, want mijn
vader zou die jongens in elkaar slaan, en
dat wilde ik niet. Mijn moeder wilde ik er
niet mee lastig vallen, die had het al zwaar
genoeg. Met drie kinderen, een baan en
een man die vaak niet te genieten was. Ik
voelde me erg eenzaam in die tijd.''
Aan haar lagere school bewaart ze
sowieso slechte herinneringen. ,,De hoofd
onderwijzer nodigde me regelmatig op zijn
kamer uit, waar hij me leerde hoe ik een
verhaal moest schrijven. Ik was daar erg
van onder de indruk. Thuis kreeg ik nooit
het gevoel alsof het goed genoeg was. Als ik
drie tienen en een zesje op mijn rapport
had, ging het altijd over dat zesje. En als er
dan iemand is, die jouw talent wel ziet,
j e aandacht geeft, een man met aanzien
bovendien, dan voelt dat als een warm bad.
Ik was elf. Van misbruik of seks überhaupt
had ik nog nooit gehoord. Ik wist op dat
moment niet dat het slecht was wat hij
deed. Tot het moment dat ik dacht dat ik
zwanger was. Toen moest ik het mijn
moeder wel vertellen. Hoewel later bleek
dat ik helemaal niet zwanger was, is ze
onmiddellijk naar school gestapt en heeft
ze tegen die man geroepen dat hij met zijn
fikken van me af moest blijven. Hij heeft
me nooit meer aangeraakt.''
Terug naar haar zoektocht naar het levens
verhaal van haar getraumatiseerde vader,
die zo'n forse schaduw over haar vroege
jeugd legde. Keyl herinnert zich dat ze een
j aar of acht was, en ze tussen de boeken
van hem een bijbel vond. Daarin stond:
Eliazar Keyl, geboren uit Nathan Keyl en
Elisabeth Kooperberg. ,,Met de data waarop
ze waren geboren en overleden. Bij de
sterfdata had hij met grote hoofdletters
VERMOORD geschreven. Natuurlijk had
ik weleens gevraagd waarom wij geen opa
en oma hadden. Een echt antwoord kreeg
ik nooit. Altijd kreeg ik iets te horen als
'die zijn er niet, klaar'.''
Toch stapte ze op een dag naar haar vader
met de vraag waarom haar grootouders
vermoord waren. ,,Ik vroeg hem wat opa
en oma voor ergs hadden gedaan. Hij ant
woordde: 'Ze waren Joods en hebben zich
als makke schapen naar de slachtbank laten
leiden'. Joods? Ik wist van niets. 'Zoek het
uit', zei mijn vader. Dus stapte ik naar mijn
moeder. 'Kind, je vader is Joods', zei ze, een
soort godsdienst waar ze in de oorlog niet
28
Wat voor soort kind was u?
Wat bedoelt u met 'gered'?
Was er een reden waarom ze juist u
moesten hebben?