De buurtschap Met zo veel ruimte om ons heen, komen we de coronatijd makkelijk door Dit is een serie over buurtschappen en gehuchten in Zeeland. Leven tussen lucht en klei. Vandaag aflevering 30: Graszode - Hosvazze op z'n Zeeuws - in een wit bestoven Oude Kraaijertpolder tussen Lewedorp en Heinkenszand. Van heinde en ver ko men ze aangevlogen. Mezen, mussen, rood borstjes, vinken, spechten. Zeker nu Koning Winter hun uithoudings vermogen op de proef stelt. De tui nen van de buurtschap Graszode zijn een toevluchtsoord voor hen. Vetbollen, pindanetten, zonnepit- ten, potten vol vogelpindakaas: de bewoners weten hoe ze vogels de winter door moeten helpen. ,,Geen wonder", wordt er gezegd, ,,het boerenland om ons heen is een woestijn, onze tuinen zijn een oase." We naderen Graszode vanuit de richting Lewedorp. Hosvazze of Vazze in goed Zeeuws. Vanaf de Postweg slaan we de Oude Zand weg in. We passeren een blauw adviesbord: Graszode, 30 kilome ter, met daaronder de vermelding dat er een zorgboerderij is. Daar begint de buurtschap dus al. Zo'n veertig huizen met circa honderd inwoners, zegt de Plaatsengids. Voor buurtschapbegrippen niet mis. Gesticht begin negentiende eeuw, toen er landarbeidershuisjes werden gebouwd. Dat mocht van de almachtige boeren, de bodem ter plekke was zandig, ongeschikt voor landbouw. Een eindje ver derop kunnen we linksaf het doodlopende straatje 'Graszode' in. Daar steken we ons licht op. Op nummer 12, helemaal ach terin, ontmoeten we Toos (1957) en Jan (1953) Wieman. Vanuit hun woonkamer hebben ze ruim zicht op de besneeuwde tuin. En op de vogels die komen lunchen. Hun huis is een verbouwd boerderijtje, we zitten in wat ooit de hooi schuur was. Dat van die zandplaat, die vinden ze wel karakteristiek voor hun buurtschap. Eén spa diep zit je in het zand en kom je schelp jes tegen. Jan noemt zichzelf een 'geel- buik': ,,Ik kom van Oudewater in de buurt van Gouda. In de tijd van de Tachtigjarige Oorlog hebben de Spanjaarden het plaatsje veroverd, de mannen vermoord en de vrou wen verkracht. De kinderen die daarna werden geboren, hadden een Spaanse vader, ze werden geelbuik genoemd." Vorig jaar juli ging hij met pensioen. Tot dan werkte hij in de kerncentrale van Borssele, hij was verantwoordelijk voor de contracten voor de brand stof, de splijtstofelementen. Hij zegt: ,,Ik heb de splijtstofelemen ten verruild voor schapen. Er lo- pen hier tien ouessantschapen, een soort dwergschapen. Ze zijn makkelijk en onderhoudsvrij, je hoeft er niet bij te blijven als ze lammeren. We eten de lammetjes. Met zeven ooien en drie rammen zorg ik dat er elk jaar twee lamme tjes komen. Je krijgt een band met de dieren, vooral met de rammen, die zijn ondeugend en durven wel eens een stootje te geven." Toos: ,,Ik blijf op afstand." Toos komt uit Tholen-stad. Op haar zeventiende ging ze een op leiding volgen voor verpleegkun dige in Dordrecht. Daar heeft ze ook in een ziekenhuis gewerkt, en in Hoorn en in Middelburg. Nu is ze werkzaam in de thuiszorg in Arnemuiden. Het echtpaar woonde 28 jaar in Middelburg, in een twee onder één kap in de Ter Hoogestraat. In vakanties stonden ze vaak op boerderijcampings. Toos: ,,Dat platteland, zoiets wil den we definitief." Jan: ,,Walche- ren vonden we druk worden. Daarom zijn we hier gaan fietsen." Toos: ,,We zagen de musjes in de heg, de eenden die rondliepen, het was net een kinderboerderij." In 2011 kochten ze het huis, een jaar later woonden ze er. Een week ge leden waren ze veertig jaar ge trouwd. Ze hebben 'op de Zoom' een feestje gevierd met hun drie kinderen. Toos: ,,Het is een mooi familiehuis waar we wonen. En de tuin, we zijn altijd buiten bezig." Twintig kippen, wat kaapse een den, twee ganzen, ze beheren een hele veestapel. Jan: ,,Met zo veel ruimte om ons heen zijn we de co- ronatijd makkelijk doorgekomen. Ik heb broers en zussen die op een flatje wonen. Die worden gek." Ze voelen saamhorigheid in de straat. Dat gevoel kun je volgens hen goed bij Renée van Brakel en Pieter Vierhout op nummer 3 aan treffen. Daar is niemand thuis. Re- née en Pieter houden een bescher mend oogje op de bejaarde Jan en Kitty de Bruin op nummer 4. Op dat nummer bellen we ook aan. Achter het raam aan de straatkant is een prent met een injectiespuit aangebracht. „Gevaccineerd!", zegt Kitty (1933) als ze de deur open doet. Dat geldt ook voor haar Jan (1930). In de huiskamer blijken Renée en Pieter net op bezoek te zijn. Jan en Kitty zijn geboren en ge togen Rotterdammers. Ze hadden administratieve banen, Kitty bij een verzekeraar, Jan bij een coöpe ratieve inkoopvereniging. Toen hun twee jongens de deur uit wa ren en ze vervroegd met werken konden stoppen, wilden ze hun drive-in woning in Ommoord aan de rand van Rotterdam verruilen voor een huis waar je omheen kon lopen. Kitty: ,,We hebben overal geïnformeerd, Friesland, Gronin gen. Ik kende de moeder van Re- née. Die zei: je moet Renée bellen. Zo kregen we te horen dat dit huis leeg stond. In oktober 1991 zijn we hier komen wonen." Jan: ,,Veel van ZATERDAG 13 FEBRUARI 2021 GO JAN VAN DAMME Toos en Jan Wieman: ,,Het was net een kinderboerderij." Jan en Kitty de Bruin met hun Noorse Boskat Curie: „Veel van onze vrienden zeiden: dat went nooit." Renée van Brakel en Peter Vier hout: ,,Zo gauw je het straatje in draait, heb je een vakantiege voel."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 56