'In deze
huizen zit al
sfeer, daar
hoef je
niets voor
te doen'
waren tuinen en de sfeer was dorps, vooral
voor wat betrof wat wel en niet kon en
mocht. Er stonden maar liefst drie kerken
op een paar honderd meter afstand van ons
huis, en die zaten allemaal nog vol. De rest
van de week leek het trouwens ook wel
zondag.
Wanneer er in verkiezingstijd louter
CDA- en VVD-aanplakbiljetten te zien
waren, hing mijn moeder demonstratief
een zo groot mogelijke poster van de CPN
voor het raam.
Toen ik op mijn 18de uit Tuindorp vertrok,
wist ik één ding zeker: dit nooit meer. Ik
trad inmiddels op met de Garagedichters
in kraakpanden en andere tegencultuur-
plekken, ik rook de vrijheid en wilde dat
stijftruttige en kleinburgerlijke achter me
laten.
Op mijn 50ste vind ik mezelf echter terug
in een eengezinswoning in Tuindorp Oost.
De structuur van deze rustige jarenzestig-
wijk lijkt een beetje op die van haar oudere
broer Tuindorp, maar mijn huis is alles wat
een jarendertigwoning niet is. Het is min
der sfeervol en lijkt gebouwd met minder
vakmanschap. Als ik een gat in een binnen
muur boor, lijkt zo'n muur langzaam leeg
te lopen. Maar ik ben nog dagelijks onder
de indruk van de massieve hoeveelheid
kubieke meters huis én tuin op onze nieu
we stek: groter en breder dan de gemiddel
de jarendertigwoning. Het is een lekkere
kast die een beetje Amerikaans aandoet.
Hoe komt het dan toch dat een rijtjes
huis in het oude Tuindorp twee ton meer
moet opbrengen dan een woning als de
onze in Tuindorp Oost?
Tommie van Uden, mijn steun en toever
laat in de makelaardij - hij kocht en verkocht
een woning voor me - heeft daar een dui
delijk antwoord op: ,,Jarendertighuizen
hebben sfeer en zijn wat rijker in de uit
straling, maar het is minstens zo belangrijk
dat ze op een goede plek staan, in wijken
die rustig, groen en ruim opgezet zijn. Al
die dingen samen maken een jarendertig-
16
Ingmar Heytze is
even terug bij zijn
ouderlijk huis in
de Utrechtse wijk
Tuindorp.