'Ik weet als schrijver meer mens te zijn dan dat ik als mens ben' zo makkelijk. Ik weet als schrijver meer mens te zijn dan dat ik als mens ben. Alleen dan ben ik op mijn plek.'' ,,Nee, nee, nee. Ik word onrustig als het niet kan, als het niet lukt. Dan weet ik ook niet hoe ik mezelf vorm moet geven. Dan wordt alles wankel.'' ,,Als het schrijven wegvalt, is er niets. Ik wijd mijn hele leven aan de letteren. Dat maakt me ook heel kwetsbaar. Ik heb het nodig om te bestaan. Als ik een dag niet schrijf, heb ik het gevoel dat ik niet besta. Daarom ben ik ook zo bang het kwijt te raken, dat ik het op een dag niet meer kan. Misschien werk ik daarom wel zo hard, ik neem het niet voor lief. Als ik een mooie zin opschrijf, kan ik zó blij zijn dat ik jui chend een rondje om de keukentafel ren. Dat gevoel, daar heb ik alles voor over.'' „Grappig dat je dat vraagt. Toevallig pro beer ik sinds een paar weken meer in vrienden te investeren. Ik vind dat lastig. Voor anderen is het vanzelfsprekend dat als iemand hier de deur uitstapt, diegene ergens anders verder leeft. Voor mij is iemand die weg is ook echt weg. Ik moet mezelf er steeds aan herinneren dat ik mijn vrienden niet moet vergeten. Terwijl ik dus wel heel graag vrienden wil. Ik ging om die reden ooit op voetbal, maar dat was geen succes. Ik weet nu dat je vrienden moet treffen en je niet in allerlei bochten moet wringen om ze te vinden.'' ,,In groep 3 kreeg ik een fantasievriendje. Hij heette Lucas. Ik praatte tegen hem, vooral in de avond. Ik dacht: als ik een jongen was, wil ik zo heten. Op de eerste dag van de middelbare school vroegen pestkoppen mij wat ik eigenlijk ben: een jongen of een meisje? Daar had ik toen geen antwoord op, en nu nog steeds niet. Ik ben geen jongen en geen meisje. Ik ben een tussenmens. In het Nederlands is er nog geen mooi woord voor. Zij/hen vind ik raar.'' ,,Eerder was er echt een verschil tussen Marieke en Lucas. Lucas was vrijer, stoer. Marieke juist onzeker. Nu weet ik: ik ben ze allebei, ik ben zowel kwetsbaar als stoer. Dat is een opluchting. Ik zou nooit meer alleen Marieke willen zijn. In veel dingen ben ik liever een jongen. Jongens zijn leuk. Ik heb altijd gedacht dat ik me meer aan getrokken voelde tot meisjes, maar ik vind jongens eigenlijk leuker.'' Ze lacht. ,,Ik wil nu geen relatie, ik heb er ook nooit echt een gehad. Soms verlang ik naar de liefde, maar het lijkt me ook best ingewikkeld. Voor nu is het schrijven genoeg.'' ,,Ik dacht inderdaad dat hij daar woonde en dat mijn moeder Hem elke dag een schotel tje melk bracht, zoals ze bij de katten deed. Ik ben nooit gaan kijken. God was voor mij ook angstaanjagend. Ik dacht dat als ik iets fout deed, Hij me zou straffen. Dat zorgde voor dwangmatige regeltjes, tellen en din gen aanraken. Ik denk wel dat God bestaat. Ik ben er alleen niet meer zo mee bezig als vroeger, toen ik elke zondag in de kerk zat. Hij is ergens en dat is goed. Als ik snel voor een bus oversteek en ik ben niet geraakt, denk ik: God heeft me geholpen. Hij let op me.'' ,,Mijn moeder wel. Nadat het boek uit kwam, spraken veel mensen mijn ouders erop aan. Toen de storm ging liggen, heeft ze het gelezen. Mijn vader is niet zo'n lezer. Ik vraag dat ook niet van hem, als het komt, dan komt het. Mijn moeder heeft het ook niet uitgebreid met me besproken, ze vond het mooi geschreven. Van mij hoeven ze ook niet alles te lezen hoor, ik ben al heel blij dat ze trots op me zijn.'' Is er nooit eens een dag dat je geen zin hebt om te schrijven, dat je het even zat bent? Wat gebeurt er dan? Ben je weleens eenzaam? Op je 25ste voegde je Lucas toe aan je naam. Wie is Lucas? En wie is Marieke? Vroeger dacht je dat God bij jullie op de vliering woonde, las ik in een eerder interview. Waar is hij nu? Toen De avond is ongemak uitkwam, zei je dat je je ouders het liefst zou verbieden het te lezen. Hebben ze dat inmiddels wel gedaan? ZATERDAG 6 FEBRUARI 2021 13

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 93