'Ik kan me al
kwetsbaar
voelen bij het
idee dat ik me
kwetsbaar ga
voelen, zeker
voor een groot
publiek'
Op haar sloffen beklimt Marieke
Lucas Rijneveld (29) de drie trappen naar
de zolder die ze van een ouder echtpaar in
een statig Utrechts herenhuis huurt. Met
een kop dampende thee schuift ze aan de
keukentafel. Deze zomer werkte ze daar
koortsachtig in 40 graden met haar voeten
in een bak water aan haar tweede roman,
Mijn lieve gunsteling, die sinds november
in de boekhandel ligt.
Vijfjaar geleden debuteerde ze met de
bejubelde dichtbundel Kafsvlies. Ook haar
debuutroman De avond is ongemak werd
met veel lof ontvangen. Deze zomer won
ze met vertaler Michele Hutchison als
eerste Nederlandse schrijver ooit de Inter
national Booker Prize voor de Engelse
uitgave van die roman. 'Een boek van
betoverende schoonheid', noemde de
jury het verhaal over het meisje Jas, dat
aan het plattelandsleven wil ontsnappen
nadat haar broer tijdens het schaatsen is
verdronken. Voor velen was 2020 een jaar
om snel te vergeten, voor Marieke Lucas
Rijneveld was het er een om in te lijsten.
In haar kledingkast hangt tussen de
tientallen pakken en kostuums nog altijd
een aandenken aan afgelopen zomer.
Speciaal voor de prijsuitreiking vroeg ze
een kleermaker om aan de binnenkant
van haar pak ML Rijneveld Booker Prize 2020
te borduren. ,,Ik kon die avond wel wat
zelfvertrouwen gebruiken'', zegt ze haast
beschaamd, met haar haren voor het
gezicht. Haar stem heeft soms wat weg
van een dominee, articulerend met een
rollende r en een zedige, zingende toon.
,,Dan had ik het pak achter in de kast
verstopt en er nooit meer naar gekeken.
Nu is het een prachtig aandenken. Ik wil
overal een aandenken van hebben. Vroeger
bewaarde ik het pakje kauwgum dat ik
kreeg van de jongen op wie ik verliefd was
en plakte ik de keutel van mijn overleden
konijn in mijn dagboek.''
Ze lacht. Ook vandaag draagt ze speciaal
voor dit interview een mooie blouse en
pantalon. ,,Als kind wilde ik, net als Jas
in De avond is ongemak, mijn jas niet meer
uitdoen. Zelfs in bed hield ik 'm aan, als
een harnas. Ik wilde mezelf beschermen.
Dat heb ik met een pak ook. Ik draag het al
leen als ik moet optreden, want dan ben ik
de schrijver. Ik kan me al kwetsbaar voelen
bij het idee dat ik me kwetsbaar ga voelen.
Zeker op tv of voor een groot publiek. Ik
ben altijd bang dat ik ineens ga huilen. Dat
maakt me ongemakkelijk. Als ik een pak
draag, zitten de tranen minder hoog. Maar
als ik thuiskom, moet ik meteen douchen.''
,,De aandacht is fijn, ik verlang ernaar en
ik wil het graag, maar ik kan er niet mee
omgaan. Door te douchen spoel ik het
van me af en ben ik weer mezelf. Na het
winnen van de Booker Prize zat ik op mijn
hotelkamer in Amsterdam in bad. Toen
kon ik het pas écht voelen. Ik zei tegen
mezelf: dit mag ik nooit vergeten. Ik ben
altijd bang om alles te verliezen.''
,,Ik weet het nog precies, gelukkig. Het
was zoiets moois. Alsof ik het songfestival
won. Mensen zeiden: Nederland heeft
gewonnen! Het was voor mij vooral een
bevestiging dat ik iets kan. Ik dacht: mis
schien was ik niet goed op school en kan
ik geen gewone baan krijgen, maar ik kan
wél schrijven.
Elke dag heb ik het gevoel dat ik me op
nieuw moet bewijzen. Aan mezelf, aan de
buitenwereld. Op school werd ik laag in
geschat, ik heb vmbo gedaan. Daar is niets
mis mee, maar ik kon meer. Ik had weinig
durf, omdat ik altijd bang was iets fout te
doen. Ik wilde alles goed doen voor mijn
ouders, zodat ze geen verdriet meer hoef
den te hebben. Mijn broer overleed op zijn
12de bij een ongeluk onderweg naar school,
ik was toen 3. De rouw zit in mij verankerd.
Daar komt mijn bewijsdrang denk ik ook
vandaan. Ik had het gevoel dat ik niet tegen
hem op kon. Hoe meer ik me bewijs, des
te groter de drang wordt nóg beter te zijn.
Dat is de keerzijde van succes. Het laat me
vliegen en vallen. Dat ultieme gevoel moet
ik telkens weer behalen. Want het verdwijnt,
het vraagt veel van me. En toch heb ik er
alles voor over.''
,,De vloek van het tweede boek. Ik had het
gevoel: alles wat ik nu maak móet goed
zijn. Het beste van het beste. Ik wil ook de
allerbeste worden. Ik worstelde al 2,5 jaar
flink met mijn roman over een jongen in
Zeeland tijdens de watersnoodramp, toen
ik afgelopen Koningsdag bij vrienden op
bezoek was en ze boven een tompouce
vroegen: hoe zat het eigenlijk met die
veearts? Ze bedoelden de veearts in mijn
eerste roman en ineens was het daar: zijn
stem. Ik besefte dat ik al jaren aan het ver
keerde boek werkte. Op de fiets terug naar
huis schreef ik het eerste hoofdstuk. Thuis
werkte ik het meteen aan de keukentafel
uit. Ik kon niet meer stoppen. Ik raakte
begeesterd door zijn verhaal.''
,,Het was natuurlijk niet fijn en ook ik was
angstig door alle onzekerheid, maar door
de lockdown kon ik wel dit boek schrijven.
Ik werd extreem gestructureerd, stond elke
ochtend om 8 uur op en begon meteen te
schrijven. Dan ging ik zwemmen in de
Maarsseveense Plassen, schreef daarna
verder, deed krachttraining, schreef nog
wat en ging slapen. Dag in dag uit. Zes
maanden lang. Mijn leven stond in dienst
van dit verhaal. Het is goed dat ik bij hon
derdduizend woorden ben gestopt. Ik weet
10
Wat als je niet had gewonnen?
Waarom?
En?
Voelde je die druk ook toen je je tweede
boek schreef, omdat je debuutroman in
Nederland zoveel lof kreeg?
De lockdown kwam jou dus goed uit?