In de verte zie ik een ree door de zompige landerijen springen De Weerribben waren daar het best geschikt voor.'' De otter doet het er zo goed dat het dier ondertussen ook in andere natuurgebieden is teruggekeerd. Soms op eigen initiatief, soms met wat hulp van de mens. De keer zijde van het succes is dat er regelmatig eentje wordt aangereden. Vooral in de winter. Dan zijn ze actiever en steken ze weleens de weg over. ,,Als mensen dan 50, 60 kilometer per uur rijden, hebben die dieren geen enkele kans. Zo jammer, zo ontzettend jammer.'' De winter is mijn favoriete jaargetijde voor een bezoek aan de Weerribben. Op andere momenten is het er natuurlijk vro lijker, met bootjes in het water en fietsers op het land. Maar voor mij wint het gebied aan aantrekkingskracht als het weer som ber is of wanneer de elementen ermee aan de haal gaan. Kortom, een dag als vandaag. Mijn fluisterbootje glijdt geruisloos ver der door het water. De vaarten trekken lan ge donkere lijnen in de gouden rietvelden. Op beschut gelegen stroken staat een dun laagje ijs. Met een dooiperiode op komst stoort niemand zich aan mijn boot. Bij vorst was dat anders geweest. Dan blijven de boten op de kant, want in de Kop van Overijssel zijn ze net zo gek op schaatsen als in Friesland. Ik vaar een grote ronde door het gebied. Onderweg passeer ik verlaten aanleg- plekken voor kano's, pontons waarop de rietsnijders hun oogst afvoeren en klei ne windmolens. Door de jaren heen zijn er verschillende soorten molens gebruikt om het waterpeil te reguleren voor het winnen van turf en riet. Het unieke landschap van smalle lang gerekte stroken water en land is door mensenhanden gemaakt. Veenarbeiders trokken vanaf de middeleeuwen het laag landmoeras in om turf te winnen, dat in de grote steden van Holland als brandstof werd gebruikt. Ze groeven rechte percelen af en lieten de strook ernaast met rust om de turf op te leggen. Het transport ging over bredere, diepe vaarten. Vanaf 1900 nam de vraag steeds verder af en zochten de bewoners van de Weerribben naar al ternatieven zoals de jacht en de rietteelt. Mijn thuisbasis is een traditioneel ver- venershuisje. Hiervan zijn er in de streek nog enkele bewaard gebleven. Aanvanke lijk werden deze opgetrokken uit eenvou dig materiaal en op trilveen gezet, dat met het waterpeil mee bewoog. Later volgden permanente nederzettingen zoals Kalen- berg. In dit dorp staan veel huizen met de voorkant aan het water. Het herinnert aan de tijd dat er nog geen wegen waren en al het verkeer over kanalen en vaarten ging. Mijn vervenershuisje is bereikbaar via een bruggetje aan de Hoogeweg, enkele kilometers buiten het dorp. De huidige asfaltweg was destijds niet meer dan een strook trilveen, versterkt met takkenbos sen. Het enige grote raam - van oorsprong waren er enkel kleine raampjes - kijkt uit over riet en water. Aan het eind van de middag is het tijd om naar binnen te gaan. Als ik wat hout blokken splijt voor de kachel, zie ik dat het sneeuwt. Terwijl de kachel stevig brandt, lees ik over het harde bestaan van de veenwerkers, de opkomst van het riet snijden en daarna de visserij en de jacht. In de eendenkooien werden soms tien duizend wilde eenden per jaar gevangen. Het is ondertussen donker geworden, donker zoals je dat maar op weinig plekken in Nederland kunt ervaren. De volgende ochtend word ik wakker bij het vroegste licht. Buiten ligt een dun laag je sneeuw, maar de dooi heeft al ingezet. Vlug naar buiten om, zo lang het nog kan, het winterse landschap te bewonderen. Ik wandel een rondje in de omgeving. Het gaat langs een molen, een kleine ophaal brug en een pad dat dwars door het riet MÉMi 'r 40 Reizen In alle rust Op de vaarten en kanalen in het 10.000 hectare grote nationale park is het ook goed kanoën.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 120