Matthijs Ruitenbeek, chemicus bij Dow
Als Matthijs Ruitenbeek (48) over zijn werk praat, beginnen zijn ogen te
glinsteren. Hij is senior onderzoeker bij Dow Terneuzen. In die rol vindt hij dat hij
een missie heeft, om voor het nageslacht een betere wereld achter te laten.
,,De chemische industrie staat bij het grote publiek te boek als dé boosdoener,
als dé vervuiler, maar in diezelfde industrie liggen ook de oplossingen."
Op de fiets kon je hem geregeld te
genkomen op het sluizencomplex
van Terneuzen, op weg naar zijn
werk of terug naar huis in de wijk
Othene. Vaak in gezelschap van
collega's, druk pratend. ,,In de tijd dat ik op de
middelbare school zat, fietste ik elke dag van
mijn woonplaats Doorn op de Utrechtse Heu
velrug naar mijn school in Zeist. Tien kilome
ter heen en ook weer tien terug. Toen is de
liefde voor het fietsen ontstaan."
,,In mijn jeugdjaren was ik vrij gezet. Het
kwam goed uit dat de school wat verder weg
was en ik elke dag een uur gratis lichaamsbe
weging had. Toen ik scheikunde studeerde in
Utrecht, ging ik ook altijd op de fiets; elke dag
zo'n vijfendertig kilometer. De bus deed er net
zo lang over. De rest van mijn leven heb ik
steeds op fietsafstand van mijn werk gewoond.
De reiskostenvergoeding ging op aan regen
pakken en de fietsenmaker."
,,In Zeeland niet meer zo. Ik vind fietsen hier
saai. Je hebt altijd wind. Het zal ermee te ma
ken hebben dat ik Limburg gewend ben. Van
1999 tot 2009 heb ik daar gewerkt, eerst bij
DSM en later bij het Saoedische Sabic, waaraan
DSM een aantal fabrieken had verkocht. We
woonden in Grevenbicht aan de Maas, bij Sit-
tard-Geleen. Praktisch elk weekend trok ik met
een groepje door het Limburgse heuvelland,
met Vaals als keerpunt. En ja, als je die heuvels
in Limburg gewend bent
,,Niet direct. Ik was op de middelbare school
beter in de talen- dan in de bêta-vakken. Mijn
familie had ook weinig met exacte weten
schappen. Ik kom uit een middenstandsgezin.
Mijn vader had een drukkerij in Doorn en gaf
de Doornse Courant De Kaap uit. Mijn broer en
ik hebben nooit interesse gehad dat bedrijf over
te nemen. Ik heb er natuurlijk wel in gewerkt.
Dat kwam later goed uit, toen ik aan de Univer
siteit van Utrecht promoveerde. Je moet dan
een paar honderd exemplaren van je proef
schrift laten maken. Ik heb die eigenhandig ge
drukt in de drukkerij van mijn ouders. Dat was
hun cadeau aan mij, samen met de vrije studie
keuze."
,,Dankzij een heel bevlogen leraar scheikunde
op de middelbare school in Zeist, John Ravens-
berg. Zo gaat dat wel vaker, toch? Vervolgens
ben ik op de Universiteit Utrecht gekomen.
Dichtbij huis, al hoefde ik niet per se naar
Utrecht. Ik heb alle open dagen van universi
taire scheikunde-opleidingen bezocht en ben
uiteindelijk voor Utrecht gevallen, vanwege de
schitterende oude gebouwen, de houten colle
gezalen, de charme van de geschiedenis. Ik stu
deerde nog geen halfjaar en toen verhuisde de
faculteit naar nieuwbouw in de Uithof aan de
oostkant van Utrecht. Hoefde ik wel minder ki
lometers te fietsen
,,Niet alle scheikunde-onderdelen vond ik leuk,
maar de studie was in de basis voor mij een
feestje. Ik wilde daarom graag door met onder
zoek. In 1995 haalde ik mijn bul. Ik kreeg
daarna de kans te promoveren en die heb ik
met beide handen aangegrepen. En het aardige
is, mijn onderzoeksresultaten leidden meteen
al tot veel discussie. Ik herinner me nog mijn
eerste congres in Louvain-La-Neuve, in België.
Twee Italiaanse hoogleraren vielen me daar
hard aan, op z'n Italiaans. Schreeuwend 'dit is
belachelijk' en 'dit kan niet waar zijn'. Ik heb
me er redelijk uit gered, naar mijn idee. Met die
Italianen heb ik tot op heden contact én inmid
dels is er veel meer bewijs dat ik destijds toch
gelijk had."
,,Dat is wetenschap. Wetenschap is debat, we
tenschap is geen waarheid. Als je gelijk denkt
te hebben, moet je wel kunnen aantonen dat
wat jij beweert, echt waar is. Ik vind onderzoek
doen daarom ook zo boeiend. Nieuwe dingen
ontdekken. Dingen die niet optimaal zijn, ver
beteren. Dat kan een economisch voordeel op
leveren, dat je bijvoorbeeld effectiever met je
grondstoffen omgaat. En nu gaat het er in de
chemische industrie vooral om schoner te pro
duceren én om de uitstoot van het broeikasgas
CO2 te beperken. Dat is prioriteit nummer één.
We moeten er met z'n allen hard aan werken
om te voorkomen dat de aarde verder opwarmt.
Dat we niet nog warmere zomers krijgen. Dat
er geen tekort aan drinkwater ontstaat. Dat
er niet meer overstromingen komen. Dat is wat
mij drijft in mijn werk."
,,Na mijn promotie in 1999 heb ik daar erg over
getwijfeld. Moest ik wel naar het 'verfoeide' be
drijfsleven of verder met een wetenschappe
lijke carrière? Dat mijn hoogleraar John Geus
uit het bedrijfsleven kwam, heeft me daarbij
geholpen. Ik heb nog wel op het punt gestaan
naar een universiteit in Californië te gaan voor
een wetenschappelijk project, maar de hoogle
raar kreeg dat financieel niet rond. Toen ben ik
voor Plan B gegaan, een wetenschappelijke car
rière in het bedrijfsleven. Ik heb een top drie
gemaakt van bedrijven. DSM in Sittard-Geleen
rolde daar als eerste keuze uit, en dat was met
een raak."
,,DSM verkocht al snel een deel van de basis-
chemietak aan het Saoedische Sabic. Op zich
prima. Ik heb er interessante, leuke projecten
kunnen doen. Het was een opwindende tijd.
De Saoedi's hadden veel geld en weinig kennis.
Onderzoek en ontwikkeling waren belangrijk,
'Een duurzamere
wereld, dat is wat
mij drijft'
HARMEN VAN DER WERF
Was dat al uit milieubesef?
En het fietsen is er altijd in gebleven?
Bij DSM, het vroegere mijnbouwbedrijf, ben
je dus begonnen als scheikundig onderzoe
ker. Lag het voor de hand, dat je scheikunde
zou gaan doen?
Waardoor heb je uiteindelijk voor schei
kunde gekozen?
Kennelijk was je ook zo goed in je vak, dat je
mocht promoveren.
Dat klinkt vergevingsgezind, van beide kan
ten.
Is dat ook de reden waarom je voor het be
drijfsleven hebt gekozen?
Maar dat beviel uiteindelijk niet zo, anders
was je niet 'helemaal' naar Dow in Terneu
zen gekomen.