In haar nieuwe kinderboek filosofeert Stine Jensen met kinderen over de vraag 'wie ben je?' Ook volwassenen kunnen er wat van opsteken. ,,De openheid die kinderen van nature hebben, hebben we harder nodig dan ooit.'' Filosoof Stine Jensen (48) slentert door een stille stad. Thuis volgt haar doch ter een online les. 'Dan klets ik daar ten minste niet doorheen', zegt Jensen. Haar dochter van 11 is een van de kinderen die Stine Jensen interviewde voor haar boek Alles over wie ik ben. Hierin denken kinde ren, samen met de filosoof, na over wie ze zijn. Een boek dat voor volwassenen even goed interessant is, door onderzoekende vragen over afkomst, over wat maakt dat je bent wie je bent, en vragen over waarin je echte 'ik' verschilt van bijvoorbeeld je online-ik Eerder maakte Jensen prikkelende en toegankelijke filosofische televisie programma's. Ook onderzocht ze, tien jaar geleden, samen met filosoof Rob Wijnberg vragen over onze identiteit in het boek Dus ik ben, toen voor volwassenen. Het thema identiteit, oftewel 'wie ben ik?' houdt haar al haar hele leven bezig. ,,Ik ben de helft van een eeneiige tweeling, mijn zus zag er hetzelfde uit, had dezelfde stem en dezelfde gedachten, maar toch waren we anders. ik kon daar eindeloos over nadenken. 'Wat zit je weer te piekeren', zeiden mijn ouders dan.'' Wat zegt onze naam bijvoorbeeld over ons? Ze vraagt kinderen ernaar in het boek. Wie heeft je naam bedacht, waar komt je naam vandaan, wat betekent-ie voor jou? Met simpele vragen laat ze zien hoe een voudig het is om ons te verdiepen in het verhaal van een ander. Haar eigen dochter antwoordt: 'Ik heb de achternaam van mijn vader, en soms vind ik dat zielig voor mijn moeder.' ,,Als je kinderen naar hun naam vraagt, komen ze met zoveel verhalen. Ze identifi ceren zich ermee. Een jongetje in het boek heet Iskander, naar het gelijknamige boek van Louis Couperus over Alexander de Grote. Hij is daar trots op, hij weet alles over Alexander de Grote. 'Op een dag ga ik een reis maken langs alle plaatsen waar Alexander de Grote is geweest', vertelt hij. Via iemands naam kun je praten over wie je bent. Mijn achternaam is in Denemarken heel gewoon, maar in Nederland valt-ie meer op en soms vragen mensen ernaar. Het is het begin van een gesprek over afkomst en familiegeschiedenis.'' ,,Die vraag is de afgelopen jaren steeds meer gaan lijken op de vraag: 'bij welke groep hoor je?' Het wij-en-zij-denken is steeds verder toegenomen. Kijk naar de nieuwe omroepen die zijn ontstaan: Om roep Zwart, EVNS voor vrouwen, de Azia tische omroep PAC. Het lijkt erop dat we 28 TEKST MAAIKE LANGE FOTOS MARCO OKHUIZEN 'We verdiepen ons nauwelijks nog in de ander, kinderen doen dat gelukkig wél' Wat zegt een naam? Volgens u is een gesprek over 'wie ben ik?' nu harder nodig dan tien jaar geleden. Hoe komt dat?

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 108