EUWS 11
Oud-defensieminister Voorhoeve in vrijgegeven notulen:
'Getroffen stad
snel herbouwd'
Grenswacht
EU in opspraak
Geen geld naar
moslimclub
Dutchbat had harder
kunnen optreden bij het
scheiden van de mannen
In eerste instantie is er grote stellig
heid. De enclave Srebrenica was
'niet te verdedigen', klinkt het op de
avond van 11 juli 1995 tijdens een in
gelaste ministerraad op het minis
terie van Defensie. Nederlandse
Dutchbat-militairen hadden 'geen
enkele kans', omdat Srebrenica in
een dal ligt en de Bosnische Ser
viërs een enorme vuurkracht had
den. Maar eind oktober van 1995
stelt minister Joris Voorhoeve van
Defensie in de ministerraad zich
zelf de vraag of de Nederlandse
blauwhelmen en de VN 'in een eer
der stadium' meer hadden kunnen
doen om de val van Srebrenica te
voorkomen. ,,Het antwoord luidt
bevestigend", concludeert Voor
hoeve.
Dat blijkt uit de notulen van de
ministerraad uit 1995, die het Nati
onaal Archief vandaag na de ge
heimhoudingstermijn van 25 jaar
vrijgeeft. Voorhoeve zegt niet wit
de Nederlandse blauwhelmen had
den kunnen doen om de val van de
enclave te voorkomen. Bij de val
van Srebrenica werden meer dan
achtduizend moslimjongens- en
mannen vermoord door Bosnisch-
Servische troepen.
Achterdochtiger
In de ministerraad van 27 oktober
1995 zegt Voorhoeve dat Dutchbat
'harder had kunnen optreden' toen
de Bosnische Serviërs mannen
werden gescheiden van vrouwen
en kinderen. ,,Hoewel de Neder
landse militairen niet wisten wat
de werkelijke bedoelingen van de
Bosnische Serviërs waren, hadden
zij achterdochtiger moeten zijn."
Uit de vandaag geopenbaarde no
tulen blijkt dat het kabinet al kort
na 11 juli 1995 kon weten dat er
sprake was van massamoord. De
eerste Nederlandse ooggetuigen
werden door de Defensietop in al
lerijl teruggehaald uit voormalig
Joegoslavië, omdat zij waren over
gestoken naar veilig gebied. Het ka
binet wist daarvan, maar hield dit
geheim.
De twee officieren gingen op 12
juli 1995, een dag na de val van de
enclave Srebrenica, mee met een
vluchtelingentransport naar mos
limgebied en 'zijn niet meer terug
gekeerd', vertelt Voorhoeve in een
ministerraad kort daarna. Hij bena
drukt dat er door Defensie 'geen
ruchtbaarheid' aan is gegeven en
drukt het zijn collega-ministers op
het hart 'om aan dit feit geen be-
kendheid te geven'. Het verhaal van
de majoor en kapitein duikt jaren
later wél op in het Srebrenica-rap
port van het Nederlands Instituut
voor Oorlogsdocumentatie (NIOD)
en in boeken van journalist Frank
Westerman. Daaruit blijkt in elk
geval dat één van hen zag dat er
'jacht' werd gemaakt op moslim
mannen door de Bosnische Ser
viërs. Zijn konvooi moest stoppen
omdat 'een hoop overhoop gescho
ten' mensen de weg blokkeerden.
Ook zag hij dat mannen werden ge
scheiden van vrouwen en kinderen.
Deserteren
De officieren besluiten met het eer
ste vluchtelingenkonvooi het front
over te steken naar (veilig) gebied
dat in handen was van de Bosni
sche moslims. De majoor vertelde
aan Westerman dat hij daarmee 'de
ellende van Srebrenica' achter zich
kon laten. Defensie vreesde echter
dat de militairen beticht konden
worden van deserteren. De twee
werden direct teruggehaald uit
voormalig Joegoslavië. In elk geval
de majoor kreeg daarna een spreek-
verbod van Defensie. Uit de sum
miere beschrijving van het incident
in de notulen van de ministerraad
blijkt niet of Voorhoeve, toenmalig
premier Wim Kok en andere mi
nisters wisten wat de militairen
hadden gezien.
Wel heeft toenmalig minister
van Buitenlandse Zaken Hans van
Mierlo al op de dag van de val door
dat dit slecht nieuws is voor de
moslimmannen in het gebied. In de
ingelaste ministerraad uit hij zijn
zorgen over berichten dat alleen
vrouwen en kinderen mogen ver
trekken. ,,Voor de mannen moet
dan het ergste worden gevreesd." In
de ontstane situatie, stelt Van
Mierlo, zullen 'de Serviërs een etni
sche zuivering bewerkstelligen'.
In de maanden voorafgaand aan
de val loopt de spanning in het ge
bied op, blijkt uit de ministerraad-
notulen Voort
durend wordt
gesproken over
een 'verontrus
tende' gebeurte
nissen, een
'slechte situatie'
of 'dramatische
ontwikkelin
gen', door pro
blemen met de
aanvoer van brandstof en voedsel,
gijzeling van VN-militairen in
voormalig Joegoslavië en toene
mende vijandigheden.
Op 7 juni 1995 - een ruime maand
voor de val - klinkt de eerder nog zo
sombere Voorhoeve opeens opval
lend hoopvol. De situatie is volgens
hem niet 'uitzichtloos'. Hij heeft
'goede hoop' dat de Bosnische Ser
viërs 'binnen een halfjaar' akkoord
zullen gaan met een internationaal
vredesplan, dat er al ligt.
IJdele hoop, blijkt al snel. In de in
gelaste ministerraad op de dag van
de val is het kabinet nog tevreden
dat de Nederlandse commandant,
Thom Karremans, 'lijkt te zijn ge-
slaagd' om 'verlies van mensenle
vens' te voorkomen. Ook bena
drukken de ministers de 'lotsver
bondenheid' tussen de Neder
landse blauwhelmen en de Bosni
sche moslims.
Evacuatie
Toch heeft minister-president Kok
dan al aan Navo-secretaris-generaal
Willy Claes gevraagd 'voorberei
dingen te treffen voor een eventu
ele evacuatie van de Nederlandse
blauwhelmen in Srebrenica'. Zo ver
zou het niet komen. Uiteindelijk
denkt Dutchbat dat het met de
vluchtelingen kan vertrekken, on
der regie van de Bosnische Serviërs.
Maar bij de evacuatie scheiden de
Bosnische Serviërs de mannen van
de vrouwen voor 'verhoor'. Later
wordt duidelijk dat alle mannen
zijn vermoord.
In het najaar van 1995 stelt de mi
nisterraad dat 'voorkomen moet
worden' dat de Kamer overgaat tot
'een parlementair onderzoek' of
'het houden van openbare verho
ren'. Ook stelt Voorhoeve dat het
parlement 'dient te beseffen' dat er
'op een gegeven moment een einde
moet komen aan het terugblikken
op de gebeurtenissen in Srebre
nica'. Premier Kok beaamt dat.
Uiteindelijk zou de nasleep nog
jaren duren: kabinet-Kok II trad na
het verschijnen van het NIOD-rap-
port af en de Tweede Kamer stelde
toch een parlementaire enquête in
naar de val van de enclave Srebre
nica.
woensdag 20 januari 2021
GO
JAKARTA De door een
aardbeving getroffen Indo
nesische stad Mamuju zal
snel worden herbouwd. Dat
heeft president Joko Wi-
dodo plechtig beloofd bij
een bezoek aan de stad op
het eiland Sulawesi. De
krachtige aardbeving van
vorige week kostte zeker
negentig mensen het leven
en verwoestte veel huizen
en andere gebouwen,
waaronder een ziekenhuis.
Duizenden mensen raakten
ontheemd. Na de beving
van vrijdag volgden nog
tientallen naschokken.
Bijna tienduizend mensen
uit de regio zijn geëvacu
eerd. Velen zijn uitgewe
ken naar Parepare, 250 ki
lometer verderop.
BRUSSEL Fabrice Leggeri,
de directeur van Frontex,
de Europese kust- en
grenswacht, heeft een
groot probleem. Zijn brood
heren in Brussel zijn in ver
legenheid gebracht door
een Grieks vluchtelingen-
schandaal, waar niet tegen
is opgetreden door Leggeri
en zijn mensen. Een aantal
van zijn grensbewakers zou
geen vinger hebben uitge
stoken toen vluchtelingen-
bootjes door Griekenland
werden teruggeduwd de
zee op. Wat Leggeri min
stens zo zwaar wordt aan
gerekend is dat hij het Eu
ropees Parlement hierover
onjuist heeft geïnformeerd.
DEN HAAG Minister Kaag
(Ontwikkelingssamenwer
king) schrapt Islamic Relief
Worldwide (IRW) alsnog
van haar subsidielijst. IRW
heeft mogelijk banden met
de Moslimbroederschap,
en dat is voor Kaag reden
om van de subsidie af te
zien. Vanaf januari zou het
ministerie ruim 37 miljoen
euro verdelen onder vier
organisaties, waaronder
IRW. Kaag laat de Tweede
Kamer weten terug te
komen op haar besluit. De
Moslimbroederschap
streeft volgens Kaag 'naar
islamisering van de samen
leving door missie-activitei
ten, religieuze opvoeding
en welzijnswerk'. Duitsland
zette de subsidie aan de
organisatie al eerder stop.
'Dutchbat kon meer
doen in Srebrenica'
Dutchbat had volgens toenmalig
Defensieminister Voorhoeve
meer kunnen doen om de val
van Srebrenica te voorkomen,
blijkt uit vrijgegeven minister-
raadnotulen uit 1995. Ook wist
het kabinet dat Defensie kort na
de val twee hooggeplaatste mili
tairen in allerijl terughaalde. Zij
hadden het begin van de geno
cide gezien.
Hanneke Keultjes
Den Haag
Boven: het zenuwcentrum van
de militaire leiding over Dutch-
bat in Srebrenica. Minister Voor
hoeve op een persconferentie
over Srebrenica in 1996. fotoshh
—Joris Voorhoeve in de ministerraad van 27-10-1995