Dorpen met namen als Nutter en Vasse klinken niet naar ramkraak of straatroof Zelfs vanochtend, tijdens die magische zonsopkomst, was ik niet alleen. Er pas seerden een jogger en een wandelaar met hondje. Hoewel dat weinig afdeed aan de beleving, is het niet hetzelfde als de zons opkomst in pakweg Namibië, waar je vanaf een hoog duin uitkijkt over tientallen kilo meters absolute leegte. Zonder één spoor van de mens. Geen huizen, hekken, palen, karrensporen, windmolens of schapen. Gewoon helemaal niks. Nederland heeft zijn eigen kwaliteiten en aantrekkingskracht. Dat geldt zeker ook voor Twente. In een dichtbevolkt land ademt de streek geen intimiderende een zaamheid, maar weldadige rust. Dat begint al bij de volksaard. Hoewel de tukker net zo hard in het nu leeft als de gemiddelde randstedeling, gaat alles er net wat trager. Ze hebben er een lijfspreuk voor: Heanig an! Wat zoiets betekent als 'rustig aan', 'pas goed op jezelf. Met zelfspot, beroemd gemaakt door Herman Finkers, wordt er naar de eigen volksaard gekeken. Relativeren als vorm van kunst, maar ook als wapen tegen de arrogantie van het westen. Of zoals Finkers het zei: 'Eén stoplicht springt op rood, een ander weer op groen, in Almelo is altijd wat te doen'. Almelose citymarketeers waren er destijds boos over, maar Finkers beschrijft niet de zwakte, maar juist de kracht van de stad. Almelo is geen Amster dam en dat is maar goed ook. Ook het kenmerkende landschap haalt de snelheid eruit. De stuwwallen, kleine akkers en weilanden zorgen ervoor dat je niet al te ver weg kunt kijken. Je moet het doen met wat er voor je neus ligt. De wegen, niet al te breed, slingeren er kalm doorheen. Soms volgt het asfalt de glooiin gen van het terrein, soms de loop van één van de talrijke beken. De bomen die het decor omlijsten zijn vaak oud en statig. Zwervend door het noordoosten van Twente, het dunst bevolkte deel van de streek, passeer ik watermolens, plukjes heide, stuifzand, loofbos en stuwwallen, tot tachtig meter omhoog gedrukt tijdens de voorlaatste ijstijd. De meeste dorpen zijn klein en hebben geruststellende namen als Nutter, Vasse en Lattrop. Die klinken niet naar straatroof of ramkraak. De huizen staan er saamhorig rond de kerk. Hoewel Ootmarsum nog geen 4500 in woners telt, voelt dit plaatsje als groot. Het centrum heeft twee kerken, een plein en tal van mooie historische panden zoals het Cremershuis en Drostenhuis. Opvallend is het grote aantal kunstgalerieën. Aan het werk van Ton Schulten is zelfs een museum gewijd. Deze kunstschilder exposeerde over de hele wereld en haalt de inspiratie voor zijn eigentijdse werk vooral uit het typisch Twentse coulisselandschap. Kan Ootmarsum wedijveren met pak weg San Gimignano of Grazalema, bijzon dere dorpen in Italië en Spanje? Ja, het is bijzonder genoeg. En als we de Nederland- hype van het afgelopen jaar mogen geloven is het er zelfs mooier. Slenterend door de historische kern geniet ik van de ingetogen sfeer, maar mis ik tegelijkertijd de exotische geuren, kleuren, woorden en smaken van het onbekende buitenland. Even opwarmen in de boerderijlodge, een soort luxueus tiny house dat in een traditionele boerenschuur is onderge bracht. ,,We worden er niet rijk van, maar kunnen zo wel het erfgoed onderhouden'', zegt René Heerman, die drie accommoda ties heeft in de schuur waar zijn vader vroeger de koeien molk. Zoals zovelen van zijn generatie boert René niet meer, hij is nu zwemleraar. Het comfort van zo'n lodge is extra fijn op gure dagen, zoals gisteren. Dan gun je jezelf tijd in de privésauna, het bubbelbad of met een boek op de bank bij de kachel. 40 Reizen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2021 | | pagina 120