16
Juist die
ene zomerweek
en dat ene
zomerfeestje
hebben we in
een doosje
gestopt
saai ook best prima kan zijn. Vroe
ger leed ik altijd aan een milde
vorm van Fear of Missing out, de
hardnekkig onrustige gedachte dat
er altijd ergens een groter feest is,
een mooiere wedstrijd, een spec
taculairder vakantie.
Maar toen er even niets meer te
missen viel, bood dat ook een kal
merend soort zingeving. Thuis bij
de open haard was stiekem ook
best prima. Je verheugen op een
spelletje aan tafel: ook niks mis
mee. Burgerlijkheid was niet per
definitie een vorm van falen. In
onze vrienden-app kwamen dit
jaar vaker dan ooit foto's voorbij
van huiselijke tafereeltjes, van ou
ders op 1,5 meterbezoek, van de
kinderen bij een kerstboom.
Dat zal ook met leeftijd te ma
ken hebben, we zijn de veertig
voorbij, maar toch. De druk van de
eeuwige rock 'n roll is er zelfs bij
ons vanaf- althans voorlopig.
coronajaar 2020. Ik lees al die filo
sofen, gedragswetenschappers en
sociologen graag, maar vermoede
lijk weten we het allemaal pas over
beschouwen als een grote winter
slaap, en anders als een katerige
uitslaapochtend in het weekend.
Niet meer te boos worden. Even
volhouden nog. Gedeelde smart is
halve smart. Verheug je weer een
beetje op morgen, zoals kleuters
dat als geen ander kunnen.
Dat lijkt naïef of kinderachtig,
maar het werkt juist louterend.
Thuis in ons eigen konijnenhol
kruipen we nog één keer dicht bij
elkaar, verstand op nul, lamgesla
gen van het ellendige coronajaar
2020, om er straks weer als herbo
ren uit te komen.
Zo zie ik 2021 het liefst voor me:
als een jaar waarin we langzaam
wakker worden, nog een beetje
onwennig, zoals 's ochtends vroeg
wanneer het licht voor het eerst
aangaat. Het zal nog pijn doen aan
onze ogen misschien, maar het
donker laten we lekker voor wat
het is. Het is weer tijd om je te ver
heugen op de dag die komt. Hoog
tijd om de terrasstoelen buiten te
zetten.
Tegen het eind van de vorige
lockdown had ik me dat allemaal
veel spectaculairder voorgesteld,
eerlijk gezegd. Toen zag ik Mark
Rutte nog voor me met een grote
schaar, en wij allemaal achter een
reusachtig lint, aftellend van tien
naar nul, trappelend van onge
duld.
Rutte knipte dan breed lachend
het lint door. Wij renden dolge
lukkig richting de mooie dingen
in het leven, dansend in een aards
paradijs van familiediners, volle
cafés en dampende festivals.
Dat was pas echt naïef, achteraf
bezien. Destijds voelde de eerste
lockdown nog als iets
heel tijdelijks, een
grote zure appel
waar we even sa
men doorheen
moesten. Maar toen
lang niet alles zomaar
goed kwam, en de el
lende duurde en
duurde, ontkwam zelfs
de grootste optimist
niet aan somber
heid en frustra
ties.
De ergernis en
het onbegrip re
geerden, ook buiten
de wereld van Willem Engel.
Stilaan kreeg je de neiging om
alles ter discussie te
stellen, want alles ging
anders dan je ooit had
gedacht. Alles was de
schuld van Hugo de Jonge,
met die achterlijke oneliners
van hem. Je wilde wel redelijk blij
ven, maar alles voelde krom,
oneerlijk.
Geen idee hoe dat bij u is, maar
de laatste weken is die boosheid
er wel een beetje vanaf. Er komt
een vaccin aan, dat scheelt erg veel
qua uitzichtloosheid. Het is verlei
delijk om anderen de schuld te
blijven geven, en met reden ook,
dit kabinet heeft het fenomeen
'achter de feiten aanlopen' tot een
kunst verheven, maar voor je het
weet sta je bij de Hofvijver als een
dwaas op potten en pannen te
rammen. Dat wil je ook niet.
Daar komt bij: een beetje berus
ting blijkt soms een zegen. Het is
heerlijk om na tien maanden
deprimerend gedoe soms je
kop in het zand te steken,
tot diep in je eigen
knusse konijnenhol.
Ik volg best veel
nieuws, maar Ab Os-
terhaus zap ik tegen
woordig als de wiede
weerga weg. De onheil
spellende berichten over
die laatste coronamutatie
uit het Verenigd Konink
rijk: amper gelezen. Mensen
die per se geen vaccin willen? Ze
doen en ze laten maar.
Ik wil het allemaal niet weten,
althans nu even niet, want hoera,
2021 is eindelijk begonnen. Het
jaar waarin alles ietsje beter wordt.
Het jaar van hoop en perspectief.
Het jaar waarin heus niet alles fan
tastisch zal gaan, maar dat vanuit
maatschappelijk perspectief nooit
deprimerender kan
zijn dan het vorige.
Het jaar waarin we straks alles
gaan koesteren wat weer wél mag,
zelfs de heel kleine dingen: ge
woon een café in lopen en daar aan
de bar blijven zitten tot je dronken
naar buiten wordt geveegd. Je
moeder omhelzen bij de voordeur.
Boodschappen doen zonder
mondkapje. Voetbal kijken met je
vrienden in het stadion.
Vorige week kwam er ergens
een levenswijsheid van de Britse
filosoof Roger Scruton voorbij, die
triest genoeg ook in 2020 is overle
den: Count your blessings, and when
life gets hard, count them louder.
Zo is het wel zo ongeveer.
Hopelijk wordt 2021 het jaar
van het grote koesteren. Het
jaar waarin onze generatie
meer dan ooit leert te waar
deren wat zij heeft, in plaats
van alweer bezig te zijn met
nóg meer, met nog groter en
grootser.
In 2020 gingen wij één
weekje op vakantie, in een peri
ode dat het kon en mocht, en vier
den we één kleinschalig, nogal uit
bundig huisfeestje met vrienden.
Juist die ene zomerweek en dat
ene zomerfeestje hebben we
daarna in een doosje gestopt. We
kijken er iedere week wel een keer
gelukzalig naar.
Natuurlijk is niet alles zomaar te
repareren in 2021. Al die mensen
die een dierbare verloren, krijgen
die dit jaar niet opeens terug. Al
die ondernemers en horecamen-
sen die tot in de lengte der jaren
in de penarie zitten, kijken on
getwijfeld veel cynischer,
sceptischer naar het nieuwe
jaar - en begrijpelijk ook. Tege
lijk was er zelden zo
veel om je op te ver
heugen als nu. Elk
stapje terug naar het
oude normaal
wordt een klein
feestje. Elk stukje
hervonden zorge
loosheid is
mooi
meege
nomen.
Elk festival
of concert
dat door
gaat, zou wel
eens een on
vergetelijke ge
beurtenis kun
nen worden. Ieder
simpel weekendje weg
wordt een verpletterend so
dom en gomorra van
dampende seks.
Ook niet verkeerd:
vorig jaar hebben we ge
leerd dat thuis, knus en
ZATERDAG 2 JANUARI 2021 GO
VERVOLG VAN PAGINA 15
Geen idee hoeveel we straks
precies geleerd hebben van het