9 e-mailadres aan. We vragen vrien den, buren, neven, nichten en ken nissen of ze nog een leuke herinne ring willen delen, of nog iets tegen Jan willen zeggen. De dagen erna stromen de kaartjes, filmpjes en mailtjes binnen. Elke dag nemen mijn vader en moeder samen een sta peltje door. 's Avonds ligt mijn vader op de bank, wij zitten eromheen. We kijken foto's, lachen om oude fami liefilmpjes en halen herinneringen op. Mijn moeder plakt morfinepleis- ters. De laatste avond zapt hij stipt om 20.00 uur naar het NOS-journaal, zo als altijd. Het coronanieuws. Alsof het nog wat uitmaakt. Ik ga bij hem zitten, pak z'n voeten op m'n schoot en aai ze. Hij valt in slaap en mist het item dat zangeres Vera Lynn is over leden. 'We'll meet again, don't know where, don't know when...' De tranen stromen over mijn wangen. Vrijdag 19 juni schijnt de zon weer banaal uitbundig. We zitten in de schaduw, onder het afdak van de schuur. Mijn vader neemt afscheid van Toon en geeft Jonas een laatste knuffel. De kleintjes worden opge haald. De huisarts stapt van zijn mo tor, zonder spatscherm voor zijn ge zicht. Mijn vader gaat voor het laatst in zijn hangmat liggen. Op maandagmiddag komen vrien den, kennissen en buren afscheid ne men. Zonder knuffelen, zonder han den schudden. Ik zit naast mijn moe der bij de kist. Die staat onder het af dak waar de hangmat hing. De hele middag staat op het gazon een rij. Mensen delen herinneringen, lopen langs de KWF-collectebus en drin ken water in de schaduw. Dinsdagavond. John, mijn zwager, legt de laatste hand aan de boeketten. Bij buren mocht hij lelies halen, in de polder heeft hij kruiwagens vol veld bloemen geplukt. Op het gazon staan vijftig stoeltjes, twee aan twee, opge steld in een halve cirkel. Als het don ker wordt, drinken we nog een laatste Schrobbelèr bij mijn vader. Dan sluiten we de kist. De zon klimt omhoog aan de strakblauwe he mel en prikt in onze nekken terwijl Roller coaster van Danny Vera uit de geluidsinstalla tie klinkt. ,,I will al ways be around 1 will find my way back home Where magnolia grows." De hond ligt voor de kist. Het is niet de kerk die vol had gezeten als mijn vader niet in coronatijd was gestorven, maar het is goed zo. De vijf broers van mijn vader en Emiel dragen de kist over het gazon naar de rouw- auto. Voor ons telt die laatste wens op dat moment zwaarder dan de RIVM-richtlijn voor 1,5 meter afstand. De rouwauto voert mijn vader voor het laatst van zijn erf. Langs de route hebben buren en dorpsgenoten spontaan een erehaagje gevormd. De kerk klokken luiden als we het kerkhof oplopen. Allemaal hebben we een hortensia uit de tuin in onze handen, voor op het graf. Ik draag de bloem van Jonas. milie toch al in een bubbel. Dus ko men ook mijn broer en zussen ge woon langs en knuffelen ze met Jo nas. Mijn schoonouders zijn speciaal voor zijn geboorte in quarantaine ge gaan. Ze komen Jonas ook bewonde ren en houden hem vast. Na twee be zoekjes durven ze echter niet meer. Het is jammer dat er verder nie mand op kraamvisite komt, maar de coronacrisis heeft ook een onver wachts voordeel: verplicht thuiswer ken. Arjan heeft geen reistijd, kan overdag waar nodig even bijspringen en 's ochtends uitslapen als hij Jonas 's nachts heeft verzorgd. Zo leren we Jonas allebei even snel kennen: zijn eerste doorgelekte poepluier en zijn eerste voorzichtige lachje krijgen we samen mee. Van de blauwe wolk donder ik af als ik twee weken later bij mijn ou ders kom. Na drie weken uitstel is mijn vader alsnog aan de chemokuur begonnen. Hij ligt moe en miserabel op de bank. Om de week moet hij een dag aan het infuus in het ziekenhuis. Er mag geen begeleiding mee. Mijn zus Marleen zet hem af en haalt hem op bij de ingang. Na elke behandeling valt hij twee kilo af. Er blijft steeds minder Jan over. We worden nog voorzichtiger met de coronamaatre gelen. Marleen trekt bij mijn ouders in en doet boodschappen, zodat zij het erf niet af hoeven. Mijn vader mist het bezoek van vrienden en fa milie. Tijdens de eerste maanden van zijn ziekte waren die zo'n welkome afleiding. Toen hij in december goed van de operaties herstelde, had hij zijn sociale leven weer opgepakt: klusjes voor het lokale repair café, bridgen, kaarten met zijn broers. Hij had zelfs alweer een paar keer op de tennisbaan gestaan. Nu is het wel erg stil. Maar als we voorstellen om een spatscherm te maken, zodat er toch wat bezoek kan komen, houdt hij zelf de boot af. Zondagmorgen 7 juni gaat te vroeg de telefoon. Mijn moeder. Slecht nieuws: mijn vader is vannacht opge nomen in het ziekenhuis. Hij had vreselijke buikpijn en bleef maar overgeven. Zijn darmen lijken ge blokkeerd. Een week eerder heeft hij in overleg met de oncoloog besloten met de chemokuur te stoppen. De bijwerkingen zijn te zwaar, er zijn geen goede dagen meer. Nu komt hij samen met de artsen tot de conclusie dat ze in het ziekenhuis niets meer voor hem kunnen doen. Hij wil geen operaties of ingrepen meer. Alleen pijnbestrijding. Op de laatste dag van mijn zwangerschapsverlof haal ik hem op uit het ziekenhuis. Hij zit naast Jonas op de achterbank. De huisarts komt, met spatscherm voor zijn gezicht. Mijn broer en zus sen zijn er ook. We praten over het naderende einde. Mijn vader vraagt wat de coronaregels nu zijn. Hoewel veel maatregelen een week geleden zijn versoepeld, en de scholen weer open zijn, geldt voor uitvaarten nog steeds een maximum van dertig be zoekers. Dat is een probleem. Mijn ouders komen allebei uit grote Bra bantse gezinnen. Welke broers, zus sen of zwagers mogen er dan niet bij zijn? Die keuze wil mijn vader niet maken. We kijken uit over de tuin, die uitbundig in bloei staat. De tuin die hij bijna veertig jaar lang heeft omgespit, inge zaaid en geschoffeld. De tuin waaruit hij ontelbare kilo's boon tjes, aardbeien en prui men heeft geoogst. Als we een ceremonie houden in de tuin, opper ik, zitten we niet vast aan de regels voor een uitvaartcentrum. Hij knikt. We stellen een bezoekschema op. Mijn ooms, tantes en de beste vrien den van mijn ouders komen in de da gen die volgen langs om afscheid te nemen. Vier 's morgens, vier 's mid dags. Mijn vader ligt veel in zijn hangmat, in de schaduw van de schuur die hij vlak voor hij ziek werd nog eigenhandig heeft gebouwd. De hond uitgestrekt naast hem op de koele tegels. Het bezoek zit op 1,5 me ter afstand. Persoonlijk afscheid ne men van alle mensen die hij sinds het begin van de lockdown niet meer heeft gezien, en die niet op een coro- naproof uitvaart kunnen komen, gaat niet meer. Daarom maken we een donderdag 31 december 2020 GO r,*' Afscheid van mijn vader in de tuin die hij bijna veertig jaar lang heeft omgespit en gekoesterd. prvéfotos

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 9