8 NIEUWS Als het na bijna twee uur op het onderwerp kleinkinderen komt, knijpt mijn keel dicht Over vijf weken ben ik uitgerekend. Zal mijn vader mijn eerste kind nog kunnen zien? De ochtend na die nachtmerries arriveerde ik vroeg op de redactie. ,,Hoe gaat het?'', vroeg mijn chef. ,,Niet zo goed'', zei ik eer lijk. „Corona komt te dichtbij.'' ,,Snap ik'', zei hij. ,,Je hebt genoeg aan je hoofd. Ga toch naar huis.'' En zo was ineens, anderhalve week eerder dan gepland, mijn zwangerschapsverlof ingegaan. Mijn vader besluit om voor de che- mokuur te gaan. Dat wordt zwaar, weten we. Toen de tumor formaat tennisbal in juni vorig jaar was ont dekt, heeft hij al een trits behande lingen ondergaan. Met tal van com plicaties. Maar opgeven is voor hem geen optie. Hij is niet klaar met leven, nog lang niet. Hij heeft zich toch niet voor niets ingeschreven voor de voor jaarscompetitie? Hij is net voor het eerst opa geworden en wil zijn aan staande tweede kleinzoon leren ken nen. Hij zegt dat hij over een paar jaar bij zijn kleinkinderen langs het voet balveld wil staan. Arjan, mijn man, wil niet meer naar kantoor. Hij werkt op Schiphol en forenst dagelijks met de trein. Te veel risico, vindt hij. Hij komt thuis met een bus baby melkpoeder en twee grote pakken luiers. Ik rij bijna elke dag naar mijn ouders in Prinsenbeek. Het gaat relatief goed met mijn vader. Het is fijn om nu veel tijd met hem te kunnen doorbrengen. Het is onwerkelijk mooi weer voor de tijd van het jaar. We zijn veel in de tuin. Mijn zus sen en ik snoeien de houtwal. Dat deed mijn vader altijd in de herfst, maar dit najaar lag hij in het ziekenhuis. Thuis, in ons appartement in Rotterdam, voel ik me opgesloten. Ik durf niet meer naar de supermarkt; bang om zelf besmet te raken, met de bevalling voor de boeg, en nog ban ger om mijn vader te besmetten. Ook mijn broer en zussen worstelen met zulke dilemma's. Kan mijn broers 9 maanden oude zoontje Toon nog naar de crèche? Hoe groot is het risico dat Piet, de vriend van mijn zus Mar leen die in een winkel werkt, corona het gezin binnenbrengt? Steeds meer landen gaan in lock- down. De persconferenties volgen el kaar steeds sneller op. Ik ben als de dood dat ook ons kabinet een lock- down afkondigt. Mag ik dan niet meer naar mijn ouders toe? En mo gen zij niet naar Rotterdam komen als de baby er straks is? Marleen, mijn middelste zus, oppert het scenario om met de hele familie in het ouder lijk huis in lockdown te gaan. Dan hoeft er maar één familielid naar de supermarkt en kunnen we de contac ten met de buitenwereld beperken. Godelief, mijn moeder, heeft altijd als verpleegkundige gewerkt. Als de nood aan de man is, kan zij zelfs de bevalling wel doen. Op 12 maart moet ik 's ochtends op controle bij de verloskundige. Alleen. Partners moeten thuisblijven. Het enige dat wél mag groeien, in tegen stelling tot de coronabesmettings- j curve en de tumormarkers in mijn vaders bloed, blijkt niet gegroeid: mijn buik. De verloskundige is er niet gerust op, gezien de stressvolle omstandigheden. Eind van de dag moet ik terugkomen voor een extra echo. Ik zet me over mijn winkel angst heen en loop de stad in voor de laatste babyspullen op onze uitzet lijst. Alles kan maar in huis zijn. Geen idee of de Prénatal in geval van lock- down als essentiële winkel geldt die mag openblijven. De echo is in orde, gelukkig: mijn baby ontwikkelt zich wel volgens de gewenste groeilijn- tjes. Het weekend voordat de che- mokuur begint, logeren mijn broer, zussen en ik bij mijn ouders. We willen mijn vader interviewen over zijn leven. 's Ochtends word ik wakker F met lichte keelpijn. Wat nu? Moet ik naar huis? Maar komt er dan nog een gelegenheid om samen dit gesprek te voe ren? Ik besluit bij mijn vader uit de buurt te blijven en nóg vaker m'n handen te wassen. Het gesprek begint luchtig, met verhalen over vroeger. Als het na bijna twee uur op het onderwerp kleinkinderen komt, knijpt m'n keel dicht. Niet veel later zitten we met z'n allen te huilen. Ka- trien, mijn jongste zus die naast m'n vader op de bank zit, geeft hem een knuffel. M'n vader strekt z'n armen naar ons uit. Ik omhels hem - en rea liseer me een seconde later hoe ge makkelijk het coronavirus zich via snot en tranen kan verspreiden. Op dinsdag komt het gevreesde te- lefoontje van de oncoloog in het Am- phia: de chemokuur wordt voorlopig uitgesteld vanwege de coronasituatie. Emiel, mijn broer, is boos. De meest urgente zorg gaat door, wordt gezegd. Geven ze onze pa dan zomaar op? Het effect van de behandeling mag ongewis zijn, één ding weten we ze ker: zonder chemo woekeren de kan kercellen sowieso door. Mijn vader reageert vrij gelaten. Na de eerste ontsteltenis bespeur ik bij mezelf ook iets van opluchting. Tijdens de eerste chemokuur, vorige zomer, is zo veel misgegaan. Hoe zou het nu aflopen als hij weer met complicaties naar het ziekenhuis moet? Is er wel plek? Raakt hij daar besmet? Met chemo die zijn weerstand nog verder af breekt is hij voor corona als een vo geltje voor de kat. Misschien gaat zijn achteruitgang zonder chemo toch wat geleidelijker? En kan hij over een paar weken mijn zoon zien? Een complete lockdown blijft ge lukkig uit. Met mijn ouders, broer, zussen en de aanhang vormen we een bubbel. Ja, de regel is om mensen met verminderde weerstand niet te bezoeken en kleinkinderen uit de buurt van grootouders te houden. Wij willen niets liever dan onze ou ders tegen corona beschermen. Maar waarom die extra marteling als je weet dat iemand ook zonder het co ronavirus niet heel lang meer zal le ven? Toon werd een dag nadat bij mijn vader de kwaadaardige tumor was ontdekt geboren. Die vrolijke baby sleepte zijn opa door de eerste ronde chemo's, de complicaties en twee operaties heen. Ondertussen zie ik steeds meer op tegen mijn bevalling. Ik wil niet naar een ziekenhuis, want ziekenhuizen associeer ik met corona. Elke avond zie ik de NOS-verslaggevers op tv voor het Erasmus MC verslag doen van de steeds nijpendere situatie. En daar moet ik heen? No way. Maar de verloskundige wil geen thuisbeval ling, drie hoog zonder lift. Ik droom dat mijn vriendinnen al op tv hebben gezien dat mijn zoontje is geboren, nog voor ik ze zelf kan informeren. Maar ik merk niets van coronapaniek, als ik in de nacht van 30 maart het ziekenhuis in strompel. In de week waarin het aantal ziekenhuisopna mes en corona-sterfgevallen piekt, wordt in het uitgestorven Sophia ge boortecentrum van het Erasmus MC mijn zoon Jonas geboren. Alsof welk rondwarend virus dan ook er op dat moment ook maar iets toe doet. Zodra we weg mogen, verlaten we het ziekenhuis. Er staat gelukkig geen tv-ploeg bij de uitgang. Terwijl we wachten op de kraamzorg, staren Arjan en ik thuis op de bank over donderd en verliefd naar het warme bundeltje op mijn schoot. Jonas slaapt onverstoorbaar door. Hij heeft duidelijk geen idee van de ongekende omstandigheden waarin hij op de wereld is gekomen. Gelukkig maar. Mijn vader en moeder komen de zelfde dag nog op kraambezoek. Het voelt als een verlossing: het kleine knuistje van Jonas in mijn vaders grote hand. De weken daarna zweef ik op een blauwe wolk. Raamvisite kan niet, op drie hoog, en bovendien zit mijn fa- donderdag 31 december 2020 d De hond ligt voor de kist. Zomers geluk: ik als baby met mijn vader in de tuin. Mijn ouders maken kennis met hun net geboren kleinzoon Jonas. VERVOLG VAN PAGINA 7

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 8