20
Van der Poel leeft op grote uitdagingen, zoals Tour rijden, olympisch kampioen
Ook in wielerjaar 2020 was Mathieu van der
Poel een van de hoofdrolspelers. Een gesprek
over die solo in de BinckBank Tour, die sprint in de
Ronde van Vlaanderen én over 2021. ,,Ik word niet
warm of koud van de Tour de France.''
voorjaar wordt Van der Poel met
overmacht Nederlands kampioen.
Het is een keerpunt in zijn sei
zoen. Nog indrukwekkender is de
solo van vijftig kilometer waar
mee hij in de slotetappe de Binck
Bank Tour naar zijn hand zet.
,,Niks. Dat is juist het probleem. Ik
had beter wel nagedacht toen ik
vertrok. Ik had gehoopt met een
select groepje weg te rijden, met
een paar grote namen erbij. Dat
was mijn ideale scenario, maar dat
draaide iets anders uit. Mijn ploeg
leider Christoph Roodhoofd
kwam naast me rijden en ik vroeg:
'Wat moet ik nou doen?' Hij zei: 'Je
hebt geen keuze meer. Nou moet
je rijden ook'.''
,,Dat heeft met die nieuwe genera
tie renners te maken, die allemaal
heel graag koersen. Liever met
open vizier dan zich achter hun
ploegmaats te verschuilen. Ik vind
het minder saai geworden. Ik heb
ook veel meer naar Tour-etappes
gekeken dan voorheen. Het is suc
cesvol, een belangrijk detail. Als je
elke keer met je kop tegen de muur
rijdt, stop je er mee. Dat is een deel
van de verklaring: aanvallen loont
iets meer. Hopelijk blijft dat zo.''
,,Ik ging mee op intuïtie. Hij ging
op een heel vreemd moment. Als
je nou heel dat parkoers bekijkt,
dan denk je toch niet dat daar de
beslissing van de Ronde gaat val
len. Toen Wout kwam aansluiten
wist ik dat wij het met z'n drieën
zouden uitmaken. Helaas viel Ala-
philippe weg met die motor. Wout
en ik hadden elkaar nodig om tot
de meet te geraken. We waren zo
aan elkaar gewaagd dat het geen
zin had om te proberen elkaar eraf
te rijden.''
„Eigenlijk is die vrij simpel samen
te vatten. Ik probeer zo lang moge
lijk te wachten. Ik heb heel veel
achterom gekeken, want ik wilde
me niet laten verrassen. Ik weet:
als hij de eerste pedaalslag doet, is
het heel moeilijk om die goed te
maken. Bij het bordje van 200 me
ter heb ik nog één keer achterom
gekeken en wist ik: als ik nu naar
voren kijk, begin ik gewoon met
sprinten. Ik wist ook dat hij zou
gaan. We beginnen zowat op het
zelfde moment.''
,,Ik had mezelf wel moed inge
praat. Op basis van de voorbije
wedstrijden had Wout de meeste
indruk gemaakt in alle sprints. Ik
had eigenlijk nog geen goede
sprint gereden en nog niet in die
positie gezeten. Op het moment
dat hij er naast komt en ik voel dat
ik hem op kan vangen, dat is het
moment dat ik voel dat ik er heel
dichtbij ga zijn. Ik heb met mijn
ogen dicht gejumpt. Normaal weet
ik het altijd, maar nu wist ik niet
of ik gewonnen had. Dit was een
van de lastigste sprints die ik heb
gedaan. Verzuring tot en met, alles
deed pijn, maar je sprint wel voor
de Ronde. Dan kun je misschien
net iets meer. Om heel eerlijk te
zijn dacht ik dat hij had gewon
nen, want op het moment dat ik
mijn ogen open deed, was zijn
wiel voor dat van mij. Ik dacht dat
hij zijn jump beter had getimed.''
,,Het was een uniek moment. Je
rijdt met twee naar de finish van
de Ronde. Je weet dat je iets aan el
kaar gehad hebt en je feliciteert el
kaar met een goede wedstrijd.
Eeuwige rivalen is wel een goede
omschrijving. We zullen nooit de
beste vrienden zijn, dat zie je ook
na Gent-Wevelgem. Dat we toch
wel een beetje pissig waren op el
kaar. Ik vind dat er ook gezonde
haat moet zijn om iemand anders
te kloppen. Die sprint wilde geen
van ons verliezen. Voor geen geld
van de wereld. Dat is de rivaliteit
tussen ons.''
,,Honderd procent. Daar ben ik
van overtuigd. Je wordt beter ge
maakt door iemand die je tot het
diepste laat gaan. Die sprint tegen
Van Aert op het einde van zo'n
,,Het WK veldrijden. Al lijkt dat al
een paar jaar terug met die corona.
Je zou bijna vergeten dat het begin
dit jaar was.''
,,Dan kom ik weer uit bij De Kegel
die daar een grote rol in speelt. Die
opwarming komt uit het moun-
tainbiken waar het nog iets crucia-
ler is. Zo minutieus naar die cross
toeleven, dat zou ik niet elke vel-
drit kunnen. Maar ik weet: als ik
het die dag allemaal goed doe, dan
kan ik iets extra. Ik voel aan de op
warming op de rollen al genoeg. Ik
wist voor de start dat ik een heel
goede dag had.''
,,Dat is mijn eigen fout geweest. Ik
had strenger aangepakt moeten
worden. Ik heb in die coronabreak
mijn eigen ding gedaan. Op hoog
testage heb ik na elke training er
nog een uur aan geplakt. Nog eens
de berg op en terug. Ik wilde er ge
lijk staan. In dat enthousiasme heb
ik misschien iets te veel gedaan.
Eigenlijk had ik ook in die eerste
maand van de corona mijn fiets
aan de kant moeten zetten, maar
er was niet echt iets anders te
doen. Ik ben elke dag met Zdenek
Stybar gaan trainen en dat ging er
vrij stevig aan toe. Ik heb ook echt
genoten van die periode. We heb
ben heel vaak vijf, zes uur gereden.
Niet onder de 35 kilometer per uur
gemiddeld met twee naast elkaar.
We knepen elkaar langzaamaan
dood naar het einde toe. We stop
ten twee, drie keer rap bij een bak
ker om een koffiekoek naar binnen
te spelen en weer door. Toen reed
ik super, de koers kon wat mij be
treft elke week beginnen. Ik zat te
gen mijn beste vorm aan.''
Na het tegenvallende Italiaanse
Geloof het of niet,
ook Mathieu van
der Poel (25) heeft
wel eens slechte
benen. Deze mor
gen nog. „Ik heb
een uurtje op Zwift gereden,
maar ik had niet de beste be
nen.'' Niet zo gek, want we
videobellen met Van der
Poel een dag na de gewonnen
wereldbekerwedstrijd veldrij
den in Namen. Het modderge-
vecht met Wout van Aert en Tom
Pidcock liet zijn sporen na. ,,Ik was
stijf op plekken waar ik normaal
niet stijf ben na een cross.''
Het wielerjaar 2020 is ten einde
en - net als in 2019 - was Van der
Poel een van de hoofdrolspelers.
Dat vraagt om een terugblik. Tege
lijkertijd is terugkijken met Van
der Poel ook wat surreëel, want hij
zit al weer midden in zijn cross
seizoen. Voor Van der Poel is een
kalenderjaar niet meer dan een pa
pieren werkelijkheid. In zijn leven
zijn feestdagen slechts voetnoten.
Met kerst en oud en nieuw rijdt hij
al jaren door de modder. ,,En met
mijn verjaardag, op 19 januari, zit
ik vaak voor een trainingskamp in
Spanje. Ik denk niet in kalenderja
ren, maar in periodes en seizoe
nen. Eigenlijk heb ik drie seizoe
nen: mountainbike, veldrit en
weg.
,,Het is een van de grootste ver
anderingen sinds ik train met Kri-
stof De Kegel (de performance
manager van zijn ploeg Alpecin-
Fenix, red.).
Ik ben veel beter geworden in het
toeleven naar een bepaald doel. In
vorige jaren wilde ik heel het
crossseizoen top zijn. Elke cross
winnen en alle klassementen ver
dedigen. Het WK moest dan de
kers op de taart zijn. Dat is heel
erg veranderd. Het WK is het
enige dat telt, de rest van de vel-
dritten zijn voorbereiding. Ik moet
leren ook competitie te rijden,
zonder dat ik honderd procent te
vreden ben over mijn vorm. Win
nen is vaak meer op karakter dan
op vorm.''
donderdag 31 december 2020
MATHIEU VAN DER POEL
'Wout maakt van mij een
Wat denk jij op zo'n moment?
Het was een wielerjaar waar
aanvallen veel vaker voorkwam.
In de Ronde van Vlaanderen viel
Julian Alaphilippe aan in de af
daling van de Steenbeekdries.
Dacht jij toen gelijk: 'Dit is het
moment'?
Die krankzinnige sprint, kun je
die navertellen?
Net over de streep in de Ronde van Vlaanderen: Mathieu van der
Poel (l) en Wout van Aert. foto belga
Jij weet nog niet of je gewonnen
hebt en dan volgt een omhelzing
met Van Aert. Jullie rijden al ja
ren tegen elkaar. Hoe zou je die
rivaliteit omschrijven?
Maken jullie elkaar ook beter
door de jaren heen?
Tekst: Daan Hakkenberg en Hidde van Warmerdam
Wat was je eerste grote prijs van
2020?
De voorbereiding die dag was
minutieus. De wattages die je
trapte per minuut in de war
ming-up, waren aangepast op de
ZIJN EERSTE MONUMENT
Mathieu van der Poel
won weer veel dit
jaar, waaronder
zijn eerste mo
nument. Voor
volgend jaar heeft
hij alweer nieuwe
doelen: de Tour de
France rijden, maar dan
vooral als voorbereiding op
het veroveren van de olympi
sche titel op de mountainbike.
zwaarte van het parkoers. Je
leek een machine.
In de Italiaanse klassiekers na
de corona-break was je niet zo
goed. Mathieu van der Poel
bleek niet corona-proof. Ver
baasde je dat?