4
THUISWERKERS HOE DOEN ZE DAT?
Thuiswerken is
inmiddels heel
gewoon
geworden. We
volgen deze week
zes van die mensen
die van huis uit
opereren. Hoe
hebben zij hun
plekje ingericht en
hoe ervaren zij het
op afstand werken?
Vandaag:
John Smael uit
Westdorpe.
John Smael zit in zijn
ruime tuinhuis - zeven
bij vierenhalve meter -
achter de woning die
hij met zijn vrouw be
woont in het Zeeuws-Vlaamse
Westdorpe, op een piseindje van
de Belgische grens. Het lijkt een
comfortabele thuiswerkplek, maar
pas op: zijn tegenwoordige kan
toor is niet geïsoleerd.
„Toen ik vanochtend om zes uur
de tuin inliep, stond de rijp op het
dak", kijkt de geboren Rotterdam
mer terug op het begin van zijn
werkdag. „Hierbinnen was het een
graad of vier. Ik stak de houtkachel
aan, maar dan duurt het nog even
voordat het een beetje aangenaam
wordt. Voor dat soort ochtenden
heb ik hier altijd nog een elek
trisch kacheltje staan. En ik draag
dan - voordeel van thuiswerken -
mijn oude dikke vest. Koude voe
ten krijg ik ook niet, want daar
gaan onze honden meestal lekker
op liggen."
Smael loopt even zijn tuin in om
een van de honden die 's ochtends
veel tijd op zijn voeten doorbrengt
via FaceTime te laten zien. Het
beest ligt inmiddels te chillen in
het novemberzonnetje (voor de
kenners: het betreft een Berner
Sennenhond. Voor niet-kenners:
je zou van minder warme voeten
krijgen).
Onderweg
Smael werkt als re-integratie-
coach, arbeidsdeskundige en ver-
zuimadviseur ViaZuidWest,
een kleine arbodienst die kantoren
heeft in Terneuzen en Goes. „Nor
maal ben ik de helft van de tijd on
derweg en op locatie. Ik heb klan-
PASPOORT
ten van Kamperland tot Vlissin-
gen en voorbij Bergen op Zoom.
De andere helft van de werkdag
schrijf ik rapporten. Dat laatste
deed ik trouwens ook vóór Covid
al vaak thuis. Maar nu werk ik dus
fulltime thuis."
Zijn werk bestaat uit onderzoe
ken of iemand die is uitgevallen
zijn of haar werk nog kan doen.
„Als dat niet kan, kijk ik of het
werk aangepast kan worden. En als
dat niet kan: of er binnen het be
drijf of de organisatie ander werk
is. Als dat ook niet kan, adviseer ik
om naar werk bij een andere werk
gever te zoeken. Zonder corona
spreek ik met mensen af bij
het bedrijf waar ze in dienst zijn.
Om een functie-taak-analyse te
maken wil ik de werkplek zien. Bij
iemand met rugproblemen kijk ik
naar de belasting die zijn of haar
functie met zich meebrengt. Bij
voorbeeld hoe vaak iemand moet
buigen, tillen, zitten, knielen of
traplopen. Nu ken ik heel veel
functies en kan ik dus redelijk
goed een inschatting maken, maar
ik ga toch liever even echt langs.
Dat doe ik trouwens heel af en toe
nog steeds weleens, hoor. Dan laat
ik me even rondleiden door een
leidinggevende."
Thuiswerken heeft zo zijn voor
delen, ziet Smael. „Ik denk eerlijk
gezegd dat ik hier in mijn tuinhuis
meer produceer dan in een kan
tooromgeving. Er is minder aflei
ding en gesprekken via videobel
len zijn korter dan 'echte' gesprek
ken. Je gaat sneller naar de kern.
Niet meer op de weg zitten scheelt
helemaal veel tijd. Een autoritje
naar Bergen op Zoom, waar ik ge
regeld moest zijn, duurt 55 minu
ten heen en 55 minuten terug. En
dan neem ik nog de korte route,
via de Liefkenshoektunnel bij
Antwerpen."
Trucjes
Maar er kleven zeker ook nadelen
aan het feit dat Smael nu noodge
dwongen in zijn tuinhuis bivak
keert. „In mijn vak is het belang
rijk dat je ook de non-verbale
communicatie van werknemers
goed in de gaten houdt. En dat is
natuurlijk ingewikkeld via zo'n
schermpje. Je ziet vaak niet of ie
mands handen trillen, of dat er de
hele tijd met benen en voeten ge
wiebeld wordt. Er zijn trucjes om
er op andere manieren achter te
komen hoe het met iemand gaat,
maar je mist toch dingen."
„Wat ik ook lastig vind, is dat ik
niet kan zien of een collega het
druk heeft. Als je naast iemand zit
of geregeld iemands kantoor bin
nenloopt, zie en hoor je dat. Dan
kun je misschien een keer iets
overnemen en in elk geval begrip
tonen. Meeveren noem ik dat al
tijd. Nu moet je er expliciet naar
vragen."
Grote belangen
„Ik vind het dus niet heel erg om
thuis te werken", concludeert hij,
„maar ik kan mijn vak beter uitoe
fenen wanneer ik op pad kan. En
daar ga ik voor, want ik wil mijn
werk zo goed mogelijk doen. Ver
geet niet dat het om grote belan
gen gaat. De uitgevallen werkne
mer wil zo weinig mogelijk van
zijn loon inleveren en ook de
werkgever wil zijn schadelast be
heersen. Een langdurig zieke
werknemer kost een werkgever de
Wat ik ook lastig vind,
is dat ik niet kan zien
of een collega het
druk heeft
-John Smael
eerste twee ziektejaren al gauw ze
ventig- tot tachtigduizend euro.
Ook buiten het werkinhoude
lijke heeft Smael een kanttekening
bij thuiswerken. „Ik moet oppas
sen dat ik niet te ongezond ga le
ven. Hier thuis gooi ik er makke
lijk even een pizza in, want die
houtkachel is tegelijkertijd een
oven. Vóór corona nam ik een
pakje brood mee met de gezonde
granen. Niet dat ik nu elke dag on
gezond eet, maar de verleiding is
groot."
Om in beweging te blijven gaat
hij elk uur even staan of lopen. Of
hij hakt wat hout voor zijn kachel.
„Ieder uur vul ik even een kruiwa
gen. Misschien overdrijf ik wat: er
staan nu zeven pallets met kachel
hout op de oprit."
dinsdag 17 november 2020
GO
'Ik moet oppassen dat ik
niet te ongezond ga leven'
Mario Wisse
Westdorpe
F -®v
Naam: John Smael
Woonplaats: Westdorpe
Leeftijd: 59
Werkgever: arbodienst Via
ZuidWest in Goes
Functie: re-integratiecoach,
verzuimadviseur en arbeids-
deskundige
Werkt normaal in: Terneuzen,
Goes en bij klanten heel Zuid
west-Nederland
Werkt nu in: zijn tuinhuis ach
ter zijn woning in Westdorpe
John Smael met zijn twee
honden voor zijn 'tuinkantoor'.
A
John Smael werkt in zijn tuinhuis, in gezelschap van zijn honden.
FOTO'S ANNE HANA