'Koken mocht niet, geld uitgeven mocht niet, autorijden niet; zelfs wc-papier afscheuren was verboden' Joshua, een moderne jongeman met een goedlopend internationaal bedrijf, vertelde me dat hij uit een 'traditioneel Joods' gezin kwam. Hij wilde met me trouwen, maar zijn vrienden raadden hem dat af. Ook zijn familie zag onze relatie meer als tijdverdrijf. Hij gaf toe dat ook hij het geen prettige gedachte vond dat zijn kinderen 'niet Joods zouden zijn'. Elke Joodse man zou daar waarschijnlijk een probleem mee hebben. Op dat moment begreep ik dat er maar één oplossing was: ik moest uitkomen bij de Orthodoxie. In Nederland bleek dat onbegonnen werk. Er waren verhalen van mensen die na tien jaar studie nog steeds werden afgewezen. In Israël kon het sneller. Met een koffer vol lange rokken, dikke panty's en allesverhullende bloesjes ging ik naar een jeshiwe in Jeruzalem. Tegen mijn niet Joodse vrienden zei ik dat ik het kloos ter in ging. Ze verklaarden me voor gek. Het studeren was nog het minst zwaar. Wat ik ingewikkeld vond was de compleet andere leefwijze. Ik was 23, en had het bruisende studentenleven verruild voor eenzame opsluiting in een van de meest orthodoxe gemeenschappen ter wereld. Ik mocht geen contact hebben met mannen, ook niet met Joshua. Ik moest opletten waar ik at, wat ik at, hoe ik me kleedde en vooral dat ik de 39 sjabbatwetten niet zou over treden, naast de 613 geboden en verboden die ik ook dagelijks moest naleven. Van 8 tot 6 ging ik naar school, daarna was ik vaak te moe om te koken. Op zater dag, de heilige rustdag, was ik vrij. Op sjab- bat mocht niets. Koken mocht niet, geld uitgeven mocht niet, autorijden mocht niet, zelfs wc-papier afscheuren was verboden. Eigenlijk mocht ik op sjabbat alleen bidden en eten. Joshua bellen was er al helemaal niet bij. Het volledig gereguleerde leven - alles bestond uit rituelen en symboliek - gaf me ook een zekere doelmatigheid. Gaandeweg merkte ik dat ik bang werd voor de blik van God. Ook als ik alleen was durfde ik niet een pen op te pakken op sjabbat. Ik hield me keurig aan de wetten en leefde inmid dels een stuk vromer dan Joshua. Na een jaar al mocht ik voor het Hoog gerechtshof van Jeruzalem komen. Drie rabbijnen ondervroegen me: hoe bereid je een kosjere kip? Welke periode van de maand mag een vrouw haar man niet aanraken? Wie was Koning David? Met een 'diploma' op zak keerde ik terug naar Nederland, waar ik meteen lid werd van de Orthodox Joodse Gemeente. Ik hoorde er nu bij. Joshua wilde trouwen. Maar ik kreeg second thoughts. Was hij ook met me getrouwd als ik dit niet had gedaan? Hield hij wel echt van mij? In mijn hart was ik nog steeds dezelfde vrouw, ik had alleen een vinkje van het rabbinaat in Jeruzalem. Al die vragen zorgden voor barsten in onze relatie en onze liefde liep uiteindelijk stuk. Achteraf bezien ben ik niet alleen voor Joshua naar Israël gegaan, maar ook voor mijn vader. Voor alle familieleden die hij verloren was in de oorlog. Ik wilde iets goedmaken, de lijn voortzetten, en het Jodendom was het enige wat mij met hen verbond. Hoewel de liefde tussen mij en Joshua niet beklijfde, ben ik hem dankbaar dat hij mij op dit spoor heeft gezet. Ik heb nu zelf twee dochters; gelukkig hoeven zij nooit te twijfelen of ze er wel bij horen. Het beloofde leven verschijnt bij The House of Books (€23). ZATERDAG 31 OKTOBER 2020 25

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 105