(om te kunnen trouwen)
Als kind liep ik altijd met mijn buur
jongen naar school. Op een dag zei hij: 'Jij
bent toch Joods?' Ik knikte. Hij zei: 'Joden
worden vermoord als ze later groot zijn.'
Ik schrok, ik wist niet zeker of hij maar
wat zei of dat ik misschien iets niet wist.
Ik vertelde het mijn vader, die woedend
werd. Mijn moeder moest hem kalmeren.
Ze zei dat hij zich niet zo te sappel moest
maken en dat het om een klein kind ging.
Maar mijn vader was getekend door de
oorlog en hij maakte zich vaak te sappel,
ook als dat niet nodig was.
Behalve dat ik wat bezorgd was over hoe
het met mij zou aflopen als ik 'later groot
was', heb ik me als Joods meisje op de basis
school nooit onveilig gevoeld. Dat gebeurde
pas toen ik naar de middelbare school ging.
Het gevaar kwam echter uit een heel andere
hoek. Ik kreeg een Joods vriendje dat me na
een tijdje te kennen gaf dat hij niet met me
kon trouwen. 'Waarom niet?' vroeg ik.
Haar droomman wilde
alleen met haar trouwen
als ze Joods werd. Dus
besloot Femmetje de Wind
in Jeruzalem naar een
strenge jeshiwe-school
te gaan. De ervaringen die
ze opdeed, verwerkte ze
in haar zojuist verschenen
roman Het beloofde leven.
'Omdat je niet Joods bent,' antwoordde hij.
'Ik ben wel Joods.'
'Nee, want je hebt geen Joodse moeder.'
Paniek. Ik wilde met hem trouwen, ook
al was ik pas 15. En als het niet met hem
kon, dan wel met een andere Joodse man,
want ik voelde me Joods. Maar hoe moest
dat als ik niet werd erkend als Jood? Veel
kon ik er niet aan veranderen. Mijn moeder
was niet Joods genoeg, ik was een vader-
Jood en volgens de Joodse wet was ik daar
mee helemaal niets.
Toen ik studeerde ontmoette ik Joshua. Hij
voldeed aan al mijn wensen. Ik voldeed
ook aan die van hem, behalve aan die ene.
24
Niet Joods
FOTO'S YVETTE KULKENS, SHUTTERSTOCK