Wie dan ook mag
beweren dat het
coronavirus niet bestaat,
maar het bestaat
wel degelijk
7
PASPOORT
Fanyar vluchtte begin deze eeuw uit Afgha
nistan. Het Taliban-regime was daar toen
nog aan de macht. Hij wist via Pakistan met
het vliegtuig in Nederland te komen, waar hij
is erkend als vluchteling.
„Zeker, ik ben vervolgens eerst naar een op
vangcentrum in Leiden gegaan en later naar
een asielzoekerscentrum in Rotterdam. Ik
mocht ook studeren. Ik wilde mijn studie ge
neeskunde weer oppakken. En om in het we
tenschappelijk onderwijs terecht te kunnen,
moet je Nederlands kunnen lezen en spreken.
Ik wilde dat zelf ook graag, ik wilde integre
ren."
„Het is niet gemakkelijk geweest. Ik heb vanaf
nul een nieuw bestaan moeten opbouwen.
Goed Nederlands spreken hoort daar wat mij
betreft bij. Een voordeel was dat ik alleen was.
Ik moest het helemaal zelf doen. En ik ging
werken, toen dat mocht als erkend vluchteling.
Ik heb van alles gedaan, in de horeca als afwas-
hulp, schoonmaker, in de logistiek, in de bouw,
steigers sjouwen. Ik heb (even stopt Fanyar met
praten) zelfs met asbest gewerkt.
„Ik voelde me ook heel erg welkom in Neder
land. Dat politici in Den Haag op de fiets naar
hun werk reden, wow! Al die vrijheid die je
hier hebt. Voor mij was dat echt een openba
ring. Je mag je uitspreken, zolang je de mensen
maar in hun waarde laat. Goed doen is het be
langrijkste principe, vind ik. Helaas zijn de om
standigheden ook in Nederland veranderd. De
verhoudingen zijn scherper geworden, al merk
je daar in de praktijk van alledag weinig tot
niets van."
„Ik kan daar kort over zijn. Wie dan ook mag
beweren dat het coronavirus niet bestaat, maar
het bestaat wel degelijk. Was het er maar niet,
dan zou dat heel veel leed besparen."
„Verschillende keren, maar ik kende het land
niet meer terug. De aanslagen van 11 september
2011 in de Verenigde Staten, op onder meer de
Twin Towers in New York, hebben daar alles
mee te maken. De Verenigde Staten vielen
daarna Afghanistan binnen. Het Taliban-re
gime viel, maar het geweld, de oorlog, is nooit
verdwenen. Dat doet veel met mensen. De on
veiligheid is groot. Het Afghanistan van nu is
niet meer mijn Afghanistan. De mensen zijn er
niet meer zo gastvrij, niet meer zo vriendelijk.
„Ik hou natuurlijk altijd wel een band met
Afghanistan. Ook daar is het coronavirus. Ik
heb daarover met Afghaanse collega's contact
via internet, via videoverbindingen. Zij moeten
met heel beperkte middelen werken, maar wij
kunnen met hen wel alle informatie uitwisse
len die inmiddels hier is opgedaan. Ik vind het
mooi daaraan een bijdrage te leveren vanuit
Terneuzen."
GO ZATERDAG 24 OKTOBER 2020
Zabihullah Fanyar (42) is geboren in Af
ghanistan, in de hoofdstad Kabul, waar hij
tot in 2000 heeft gewoond. Hij is sinds 2018
werkzaam bij ziekenhuis De Honte van Zorg-
Saam in Terneuzen.
Hij woont in Terneuzen met zijn vrouw en
drie zoons, van vier maanden, vier en vijf
jaar.
Hij studeerde geneeskunde aan de Erasmus
Universiteit, waarna hij de specialisatie long-
geneeskunde volgde in het Amphia-zieken-
huis in Breda en het Erasmus Medisch Cen
trum in Rotterdam.
September 2017 rondde Fanyar deze speci
alisatie af, waarna hij eerst werkzaam was in
het Van Weel-Bethesda-ziekenhuis in Dirks-
land op Goeree-Overflakkee.
Longarts Zabihullah Fanyar: „Toen ikzelf in
Nederland aankwam, had ik geen idee welk
land ik zou aantreffen."
FOTO PETER NICOLAI
Dat Nederlands spreken is gelukt, u spreekt
het heel goed.
Ook in discussies over het coronavirus zie je
dat terug, die scherpere verhoudingen, bij
voorbeeld dat het coronavirus niet zou be
staan. Hoe kijkt u daar tegenaan?
Bent u ooit nog in Afghanistan geweest?