'Ik voel me vaak een octopus met te weinig tentakels' MIDLIFEMEESTER Ze kijkt me bijna smekend aan met die grote bruine kijkers van 'r. Helena is een schat van een meid, vriendelijk, vrolijk. Ze heeft wel veel hulp nodig. Heel veel hulp. Rekenen, taal, begrijpend lezen, eigenlijk heeft ze voor bijna alle vakken een extra duwtje nodig. Maar nu staat het stoplicht op rood. En het stop licht op rood, dat weet iedereen in de klas, dat betekent: zelf standig verder werken. Je mag geen hulp aan de meester of juf vragen. Als het stoplicht op rood staat, kan ik een groepje kinderen of iemand individueel extra helpen. Aron bijvoorbeeld. Hij is nieuw. Op zijn vorige school zal hij onge twijfeld knappe dingen hebben gedaan, maar 'leren' zat daar niet bij, vermoed ik. Rekenen vindt- ie 'heel moeilijk', taal, lezen en stilzitten ook. Letters aan elkaar schrijven kan hij nog niet, op z'n best zijn het een soort hiëroglie fen. Dus Aron heeft hulp nodig. Heel veel hulp. Sommige kinderen wonen nog niet zo lang in Nederland, of spre ken thuis geen Nederlands, of hebben gewoon een minder groot begrijpertje dan je zou wensen. Ik koester de energie en de diversiteit van deze kleurrijke groep, maar ik vind het een hele toer om iedereen - dus ook de kinderen die juist ex tra werk/uitdaging nodig hebben - genoeg aandacht te geven. Het leidt tot een vraag die geregeld door mijn hoofd spookt: we (de vaste juf, de 'hulpmeester' en ik) lopen het vuur uit onze sloffen, maar is het genoeg? En ook niet onbelangrijk: doen we de goede dingen? Nu voel ik me vaak een octopus, met te weinig tentakels. Een stuk of vier, gok ik. Afgelopen voorjaar riep ik stoer dat ik op een school wilde gaan werken 'waar de nood het hoogst is'. In de binnenstad dus. Die missie is geslaagd. Voor scholen in de binnenstad is het een helse klus om voldoende leerkrachten te vinden. „Omdat je op een binnenstadschool harder moet werken voor hetzelfde geld'', aldus een collega. Of dat waar is, weet ik niet. Ik weet wel dat ik me hier geen seconde verveel. Want nu is het tijd voor Helena. Ik loop naar haar toe. ,,Ik kom je helpen, meid.'' Als er een vak 'opgelucht kijken' was geweest, had ze een 10 gekregen. Moet er een tax komen op ongezonde voeding? ,,Ik ken het argument dat vooral arme mensen daar de dupe van worden, maar wat is 'de dupe'? Wat is er precies erg aan dat arme mensen geen geld meer hebben voor voedsel dat heel slecht voor ze is? Ik ben dus voor.'' Is goede voeding zaligmakend? „Mijn missie gaat verder. Ik ben een voorstander van yoga en mindfulness om stress, een echte ziekmaker, te bestrijden. Ook zou ik willen dat onze gebouwen anders worden ingericht, met niet de lift en liftschacht centraal, maar de trappen. Ik denk dat we onze steden zo moeten inrichten dat mensen spelen derwijs meer bewegen. Ook denk ik dat we goed moeten nadenken over onze maatschappelijke waarden. Is welvaart en economische groei echt het hoogste goed? Het is bekend dat welvaart maar een klein beetje bijdraagt aan welzijn, en zou het welzijn van een ieder niet het belangrijkst moeten zijn in een maatschappij?'' Naast Aron en Helena zijn er nog negentien kinderen in de klas die schreeuwen - gelukkig niet letterlijk - om aandacht. Leo van Marrewijk (55) was in de jaren 80 en 90 ruim tien jaar leerkracht. Na een carrière in de journalistiek, keert hij parttime terug voor de klas en doet hij er verslag van. ZATERDAG 24 OKTOBER 2020

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 105