ZEELAND GEBOEKT
Engel
schreef
in de taal
van zijn hart
7
Sarah van der Maas (1995) uit Middelburg schrijft een pakkende debuutroman
over de eenzame Gabriel in het laatste jaar van de Eerste Wereldoorlog. Negen jaar is hij,
en alleen. We lezen hoe hij leeft in een kapot geschoten stadje in Noord-Frankrijk.
Zeeuwse schrijvers
Soms staat er zomaar opeens een nieuwe
schrijver op. Of schrijfster. Neem Sarah
van der Maas in Middelburg. Vijfen
twintig jaar jong. Lezers van het Reformato
risch Dagblad kennen haar als columniste in
het zaterdagse magazine. Met het uitbrengen
van Nooit meer wachten kan ze nu 'roman
schrijver' op haar cv zetten. Met recht. Ze
schreef een ijzersterk debuut.
We verplaatsen ons naar 1918, het laatste jaar
van de Eerste Wereldoorlog. In een zwaar ge
havende basiliek ergens in Noord-Frankrijk
heeft de negenjarige Gabriel zijn toevlucht ge
zocht. Hij woonde op een boerderij die hij
vanaf de kapot geschoten toren kan zien. Kon
zien, want veel is er niet meer over van het
huis en de bedrijfsgebouwen. Hij wacht op de
terugkeer van zijn ouders, van zijn twee
broers en zus. Tijdens een vlucht naar veiliger
oorden is hij hen kwijt geraakt. Terug naar
zijn dorp, of wat daarvan over is, veel anders
zit er niet op. Daar zit hij nu en verzorgt in de
kerk de gewonde dieren die hij op zijn pad te
genkomt.
Pagina 35: 'Dit is het domein van de terug
gekeerden en de hardnekkigen die voor Duit
sers en Engelsen niet willen wijken. Ook hier
marcheren dagelijks colonnes langs de huizen,
maar de straat schudt hun voetstappen moei
teloos van zich af en de bezetting verdwijnt
zoals ze gekomen is: in stofwolken die zacht
jes neerdalen. Er is zon en licht en lucht - on
eindig veel lucht, strak en blauw. 's Avonds
branden er vuurtjes achter de loze gevels
en geurt de lucht naar soep en
houtrook.'
Hoe wordt iemand schrij
ver? Sarah is Middelburgse, af
gezien van haar eerste ander
half jaar op Grijpskerke. Na het
vwo op het Calvijn College in
Middelburg en Goes studeerde
ze geschiedenis in Leiden en
Groningen. Daarna keerde ze
terug: ,,Ik ben heel blij om hier
te wonen. Dat gevoel is sterker
geworden tijdens mijn studen
tentijd. Als ik dan terugkwam en
ik zag de Lange Jan, dan was dat
de plaats waar mijn jeugd lag."
Haar vader geeft geschiedenis
en tekenen op het Calvijn in Mid
delburg. Ze rekent zichzelf tot de
Gereformeerde Gemeente: ,,Wij
zeggen, dat is rechts van het midden." Het le
zen en schrijven werd met de spreekwoorde
lijke paplepel aangereikt: ,,Mijn moeder las
veel voor, we haalden stapels boeken van de
bieb." Het schrijven begon met tekeningen.
,,Ik tekende hele reeksen, geïnspireerd op tv-
series als de Bereboot, Pippi Langkous, Kuifje.
Toen ik dat nog niet zelf kon, vroeg ik mama of
zij mijn verhaal erbij wilde schrijven. Pas als
ik zei 'Ik ben nu Pippi, jullie moeten Pippi te
gen me zeggen', ging het net te ver." Fan-fic
tion noemt ze dat. Sarah spreekt over 'een ge
stage ontwikkeling' naar het schrijverschap.
Op haar dertiende werd ze derde bij de J.H.
Schepsprijs, een prijs die belangstelling voor
de gevaren van dictatuur wil stimuleren. Met
een verhaal over de Rode Khmer in Cambodja
werd ze in 2011 eerste. En toen kwam - zoals
ze die zelf noemt - 'de prijs der prijzen': de
schrijfwedstrijd van het Reformatorisch Dag-
blad. ,,Die was eerder ge
wonnen door Els Florijn, een
schrijfster die ik bewonder.
Na die prijs kwam ze met
haar eerste roman Het meisje
dat verdween. Zo'n carrière
pad zag ik ook voor mezelf."
Sarah won de prijs in 2015
met haar verhaal over een
joodse man die na de Tweede Wereldoorlog
terugkeert naar Middelburg en andere bewo
ners in zijn huis aantreft. Uitgeverij Mozaïek
wilde haar begeleiden bij het schrijven van
haar eerste roman.
leper
En zo is het gekomen. Of ze ideeën had voor
een boek, vroeg de uitgeverij. Sarah: ,,Ik had
ideeën te over. Eén daarvan ging over een jon
getje in een kapotte kerk tijdens de Eerste
Wereldoorlog. Toen ik een jaar of vijftien was
ging ik met mijn vader naar Ieper. Daar zag ik
foto's in een museum. Die oorlog was korter
geleden dan ik had gedacht. Ik zag gewone
jongens op het slagveld. Misschien moet ik
daarmee maar eens iets gaan doen, dacht ik."
Ze heeft vijf jaar over haar historische ro
man gedaan. ,,Schrijven deed ik op momenten
die me uitkwamen, 's avonds na het eten, op
vakanties, teruggetrokken met mijn laptopje."
De uitgeverij hielp bij het beperken van de
verhaallijnen. Het zijn er uiteindelijk drie ge
worden: die van het jongetje Gabriel, van de
Engelse soldaat Ralph Lawrence en de Duitse
majoor August Klostermann met zijn paard
Bismarck. Het verhaal wordt steeds wisselend
vanuit hun perspectief verteld. Twaalf hoofd
stukken die evenzoveel dagen beslaan, met
daartussen terugblikken onder het kopje 'Eer
der'. Aan het eind vallen de levens van het
jongetje, de soldaat en de majoor samen in een
door oorlogsgeweld getekende finale.
Over haar schrijven zegt Sarah: ,,Ik doe on
derzoek, de feiten moeten kloppen. Dan pro
beer ik me in te leven. Ik heb een redelijk ont
wikkelde fantasie. Dat mijn boeken lievelings
boeken worden, dat zou ik het fijnst vinden.
Zelf heb ik dat met De kronieken van Narnia
van C.S. Lewis. En met Emiel en zijn detectives
van Erich Kdstner. Heerlijk om elke keer weer
dat ene boek te pakken."
Dat schrijven voor haar meer is dan het pro
duceren van mooie woorden en zinnen, weet
ze zeker. Sarah: ,,Ik probeer een klein beetje
een boodschap mee te geven. In dit boek:
soms is er tegenslag. Dan is dat zo. Toch moet
je verder leven met de littekens.
De zaterdagse bolus heeft
voortaan een bittere bij
smaak. Een bolus bie de kof
fie was het populairste lied, een
heuse hit zelfs, van de onlangs
overleden Engel Reinhoudt. Hij
werd in 1946 geboren te Wol-
phaartsdijk, maar een groot deel
van zijn leven woonde hij in een
ander Zuid-Bevelands dorp, met
een naam die prachtig bij zijn
voornaam paste, 's-Heerenhoek. Ik
herinner me met veel genoegen de
enkele ontmoetingen die ik met
hem had, onder meer in 't Kerkje
van Ellesdiek (Ellewoutsdijk),
vooral door zijn toedoen een be
langrijk Zeeuws
centrum gewor
den.
Een trouba
dour, een ken
ner van het
Zeeuws, maar
Engel Rein
,-r. ,c I houdt was
ook een op
merkelijke au
teur. Hij
schreefbij
voorkeur in
de taal van zijn hart, het
Zeeuws, en steevast liet hij zien
dat dialect zeker niet achtergeble
ven betekent. Hij was betrokken
bij allerlei boeken, zoals De schoon
heid van de Zak (2011) waarin hij
de lezer meeneemt door De Zak
van Zuid-Beveland, uiteraard ook
naar het puntje daarvan, Elle-
woutsdijk, met 'zijn' kerkje:
Zijn mooiste boek is wat mij be
treft De bakfiets en andere Zeeuwse
verhalen (1999). Verhalen over on
der meer Simontje Jobse die op za
terdag voor de melkboer werkt. De
gulden die hij daarmee verdient,
moet hij aan zijn moeder geven,
hij krijgt dan een dubbeltje terug.
De bundel biedt ook versjes, aller
aardigste versjes, zoals een mon
tere aanklacht De legbatterië,
waarin de betrokken boeren wor
den opgeborgen 'in een keurig wit
gesticht', een beetje afgelegen, ''k
glóóv' at in Brabant ligt'. Verder
een charmant Duet voe saxofoon en
tromboane, een Ballade van de
ouwe trekkers en een vers over een
kinds geworden oma, 'ze kiekt als
een uul op een koe'.
Steeds minder mensen met wie
ik Zeeuws kan spreken, de taal die
ik het liefste bezig. Ik praatte nog
Zeeuws met Adrie en Janny Duve-
kot, ook goede bekenden van En
gel Reinhoudt. Adrie was al jaren
dood, maar Janny, geestelijk
ver weggedreven, geloofde op haar
sterfbed dat hij was teruggekeerd,
in de vorm van mij. 'Bin jie d3,
Adrie?' vroeg ze me. Ik loog met de
juiste tongval: ja.
maandag 5 oktober 2020
GO
Wekelijkse rubriek met boeken over Zeeland
en boeken van Zeeuwse schrijvers
Een schrijfster meldt zich
Mario Molegraaf
Jan van Damme
Sarah van der Maas. foto ruben oreel
Sarah van der Maas: Nooit meer wachten -
Uitgeverij Mozaïek, 368 pagina's, 21,99
euro.
Spreekt r je tale, lacht en geniet.