WEER EVEN THUIS II 9 Het waren mooie jaren aan het rustige Molenwater in Middelburg, vertelt Anneke Duvekot-Bimmel. Ze groeide op in een warm en hecht gezin, met veel ruimte en reuring. Een zonovergoten middag in augustus 1966. Anneke en haar bijna vier jaar oudere broer Bert zitten op de stoep langs het Molenwater, aan de rand van Mid delburg. Hoog opgeschoten groen in de voortuin. Een ijzeren hek. Kas tanjebomen langs de weg. Wat opzij van het huis, half in de Nagtglas- straat en grenzend aan het Bolwerk, is een wasserette waar de bestelbus jes van gasthuizen het vuile goed af leveren. Daarachter beginnen de uitgestrekte landerijen. ,,Zo zaten wij wel vaker", vertelt Anneke Duvekot-Bimmel (57), ritu eelbegeleider vanuit haar eigen on derneming Zeeuws Licht. „Gewoon een beetje kijken en luisteren. Het was hier toen heel stil. Bijna geen verkeer. We konden zo oversteken naar het park: verstoppertje spelen, kastanjes knuppelen, wedstrijdjes hardlopen. Ook hielden we er onze kinderfeestjes en bezochten Minia tuur Walcheren; de kaartjes kochten we in de kiosk." Ze is als zesde van zeven kinderen op nummer 95 geboren. Het naast gelegen betegelde pleintje met on dergrondse vuilcontainers was in dertijd hun tuin, met gras en bomen en een schommel. De schillenboer en melkboer kwamen aan de deur, en vaag herinnert ze zich nog 'het koffievrouwtje' dat met zakken kof fiebonen aanbelde. Als anderen horen dat ze hier is opgegroeid, voegt ze er snel in een verontschuldigende reflex aan toe: „Alleen de bovenetages, hóór." Haar vader was opzichter bij het GEB (Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf), even verder langs het Molenwater, en dit was de dienstwoning. Ze be trokken er een voor- en achterka mer, keuken, twee kleinere kamers waar uiteindelijk de vier zusjes slie pen en boven een grote zolder voor de drie broers. En er was nog een speelkamertje, boven de officiële voordeur, waar ze met hun poppen een eigen wereld creëerden of uit het raam hingen als er buiten iets te beleven was. ,,Net als de zoontjes van prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven, die hier eens waren toen hun moeder een beker uit reikte aan de winnaar van het ring- rijden." Wars van status Hün ingang - toen nummer 95 - was aan de zijkant. Beneden, achter de statige voordeur op nummer 93, woonde een ander gezin. ,,Maar het pand en de omgeving hebben na tuurlijk wel een bepaalde uitstra ling, terwijl ik wars van status ben grootgebracht." Liberaal gereformeerd noemt ze haar opvoeding. Zondags twee keer naar de kerk, veel lezen en met mooi weer samen wandelen. ,,Een rok hoefde ik gelukkig alleen dSn aan." Net kermis Waar Anneke met veel plezier aan terugdenkt, is het ringrijden. Een jaarlijks hoogtepunt. Aan het einde van iedere zomer speelde de slot- competitie zich af in een baan voor hun huis: „Dagenlang heerste er een verwachtingsvolle sfeer. Net kermis; ^edereen liep uit. En alles veran derde: zand en dranghekken, paar den en trailers, een tent waar je fles jes limonade en bier kon kopen - en wij maar lege flesjes verzamelen en zo een zakcentje bijverdienen met het statiegeld. Soms stond ik een halve dag een paard vast te houden." Toen haar vader veel later in de Nagtglasstraat een appartement be trok, ging iedereen ook tijdens het ringrijden naar hem toe en beleef den ze het evenement weer met het hele gezin samen, achter hun oude huis. Een warm en hecht gezin, zegt ze, waar ondanks het geloof veel ruimte en reuring was; ze herinnert zich de kerstboom met echte kaarsjes, de emmer water met spons ernaast; het personeelsfeest van het GEB, waar zij bij Sinterklaas op schoot zat; fa milie, vrienden en vriendinnen die altijd welkom waren en iedereen kon - wanneer dan ook - aanschui ven: ,,We pakten gewoon wat extra borden uit de kast." Er werd goed voor hen gezorgd, al was alles door- drenkt van het adagium 'doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg'; dat haar vader trots was op haar prestaties, hoorde ze nooit recht streeks van hem, zegt ze, maar pas veel later, van een broer of een zus. Eigenlijk is ze dan ook een beetje door hén opgevoed: ,,Mijn oudste broer is tien jaar ouder dan ik." Haar moeder, die ongetwijfeld meer in haar mars had, waste nog met de hand en haalde alles door de wrin ger, terwijl haar vader, die naast zijn werk een cursus retorica deed en be stuurlijke activiteiten ontplooide, veel weg was en voor groepen sprak: ,,Ze hadden het allebei druk met heel verschillende zaken, maar vul den elkaar goed aan." Wat ze echter nooit goed heeft be grepen, is haar moeders kijk op ziekte en dood. ,,Ze bleef er liever ver bij vandaan. Ik herkende dat niet; dat de dood bij het leven hoort, begreep ik kennelijk al heel jong en ik wilde erover praten, ik stelde vra gen." Ik was te open, concludeert ze. ,,Met alles eigenlijk. En te eerlijk." Haar moeder vond dat lastig: 'Wat niet weet, dat niet deert,' zei ze. We konden zo oversteken naar het park: verstoppertje spelen, kastanjes knuppelen, wedstrijdjes hardlopen zaterdag 3 oktober 2020 'Ringrij den was voor de deur' Jacoline Vlaander Heeft u herinneringen aan uw ouderlijke huis die u wilt delen en wilt u weer even terug? U kunt uw verhaal doen in 'Weer Even Thuis'. U kunt contact opnemen met Ab van der Sluis: 08801-30203, chef- nieuws@pzc.nl. Anneke (3) en haar broertje Bert (6) in 1966 op de stoep langs het Molenwater in Middelburg. foto privécollectie - Anneke Duvekot-Bimmel Anneke Duvekot-Bimmel voor het pand aan het Molenwater, waar zij op de eerste verdie ping is geboren foto dirk-jan gjeltema

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 37