De buurtschap 8 Dit is een serie over buurtschappen en gehuchten in Zeeland. Leven tussen lucht en klei. Vandaag de elfde aflevering: Stroopuit tegenaan de Molenkreek onder Waterlandke 'Wij zeggen: de rust heb je altijd, de drukte kun je opzoeken' Half september en Stroopuit zomert vol uit. De populieren lis pelen. Tourfietsers met Vlaamse tongval slaan de Plaatweg in richting Wa terlandkerkje. Stilte is hier een handelsmerk. In één van de beter verscholen tuinen scharrelen twee pauwen rond. Even later laten zich twee zwaar uitgevallen witte gan zen bij het hek zien. Maar mensen, ho maar. En als we een bewoon ster treffen die haar dochter uit zwaait, blijkt eenzaamheid een kostbaar goed. Wie voor een te ruggetrokken leven heeft gekozen, zit niet te wachten op aandacht van welke krant dan ook. Het kan nog sterker deze keer. Een inwoonster die net zo thuis is in Antwerpen als in Stroopuit wil best vertellen dat ze de schoon heid van Zeeuws-Vlaanderen ont dekte doordat ze haar paard bij vrienden in de omgeving van Hulst stalde en dat ze nu in haar verbouwde boerderijtje altijd ont spant ook al is er veel onderhouds werk. Als de fotograaf in beeld komt, neemt ze de benen. Paradijsje En zo zijn we blij met Sonja Pie- laet en Peter Spee op Stroopuit 5. Zij werkt op het zorgadviespunt van Zorgsaam, hij werkt bij de be lastingdienst. Hun woning ligt pal aan de weg. Daarachter strekt zich een lusthof uit tot aan de water gang die als een uitloper van de Molenkreek wordt bestempeld. Een paradijsje, ze zeggen het meerdere keren. In de watergang, aan de rand van hun tuin, ligt een kano waarin ze hun gevoel van 'het is hier altijd vakantie' op peil houden. Peddelen vanaf je eigen steiger, het heeft wel wat. Zeker als Mi'k - officieel een Nova Scottia Duck Tolling Retriever van ruim vijf maanden oud - enthousiast in het midden van de boot gaat zit ten. Over die hondennaam Mi'k is nagedacht. Peter: ,,Nova Scottia ligt helemaal in het oosten van Ca nada, de Miq Maqs waren daar de oorspronkelijke bewoners. Dat heeft ons op Mi'k met een apostrof gebracht." We hebben met dieren liefhebbers te maken. Katten, ko nijnen, vissen, kippen, ze zijn of waren allemaal van de partij. Mi'k is hun zesde hond op rij. Dat Sonja en Peter in 1985 in Stroopuit terecht kwamen, heeft een reden. Sonja is afkomstig van Smedekensbrugge, een gehuchtje dat tegen de vestingwerken van Aardenburg aanligt. Daar kreeg ze de smaak van het platteland te pakken. Voor Peter ligt dat anders, hij werd in 1961 in Rotterdam ge boren. Ze kwamen in een nieuw bouwwijk in Sluis terecht. Daar werd de wens om vrij in de polder te wonen steeds sterker. Ze keken in Terhofstede, in Plakkebord. En vielen voor Stroopuit, voor een huis dat ruim en comfortabel bleek en ook nog een grote tuin had. Sonja: ,,Smedekensbrugge werd ook Stroopuit genoemd. Ik ben dus uiteindelijk van Stoopuit naar Stroopuit verhuisd." Drie kinderen hebben ze er grootge bracht. Een dochter woont in Rot terdam, een zoon in Eindhoven en een zoon in IJzendijke. Sonja: ,,We komen dus regelmatig in grote ste den. Het is dan altijd weer heerlijk om terug thuis te komen. Wij zeg gen: de rust heb je altijd, de drukte kun je opzoeken." Peter: ,,Ik hang af en toe een hangmat tussen de bomen bij de watergang." Na wat discussie komen ze uit op acht: acht huizen telt Stroopuit. Daarvan zijn er vier permanent bewoond. Er is best gemeen schapsgevoel, vinden ze, al lopen ze de deur niet plat bij elkaar. Maar buurvrouw Mieneke verzorgt de dieren als ze zelf op vakantie gaan en zij helpen haar als haar paard in de stal met zijn hoef vast is komen te zitten. Onlangs schoten ze over buurvrouw Marie-Christine nog te hulp, ze dacht dat de schoor steen in brand stond. Het was loos alarm. Vanuit hun tuin is het misschien vierhonderd meter naar de grens met Vlaanderen. Waterland Oude man ligt op anderhalve kilometer. Nee, daar komen ze nauwelijks. Het cafeetje dat er was heeft de deuren moeten sluiten. Op zon dagochtend verse broodjes halen in Watervliet, dat doen ze wel. Voor hun boodschappen rijden ze naar Oostburg of IJzendijke. ,,Wij zijn echte Nederlanders." Het is Sonja die dat zegt, Peter is wat minder stellig. Sonja: ,,De Vlamin gen rukken op. Het is prima dat de Belgen hier investeren, zoals in de nieuwe sluis in Terneuzen, maar we blijven wel Nederlands. Ik voel me absoluut niet met België ver- bonden. Vorige week kwam er een hond aangelopen. We zijn in Wa terland Oudeman gaan vragen of hij daar thuis hoorde. Voor mij voelt het daar echt als buitenland." Maar Zeeuws-Vlaanderen moet niet doen alsof het vanuit Den Haag wordt vergeten. Dat is ten minste Peters idee: ,,We worden niet vergeten, kijk maar eens naar de nieuwe weg die is aangelegd. Zo bekaaid komen we er niet vanaf." Tweede woning De deur van het witte huis op de hoek met de Plaatweg staat open. Op ons kloppen en roepen komt Marie-Christine naar buiten. Ze wijst naar de tuinbank. Marie- Christine Closon, dat klinkt naar Franstalig België. Brussel, verbe tert ze. Daar woont ze, dit is haar tweede woning waar ze één tot twee keer per maand komt. Tot 2016 - ze is van 1951 - was ze hoog leraar gezondheidseconomie aan de universiteit van Leuven. Een vriend had een huis in Groede, zo leerden zij en haar toenmalige man de streek kennen. En ervan houden. Vijfenveertig jaar geleden, toen haar dochter zes maanden ZATERDAG 19 SEPTEMBER 2020 GO 'We blijven wel Nederlands' JAN VAN DAMME Peddelen vanaf de eigen steiger: Sonja Pielaet en Peter Spee met hun hond Mi'k. Sonja Pielaet Stroopuit

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 56