Lijn 314
LIEVE JONGENS
Aalt: ,,Je hebt denkers, doeners en bon
vivants. Ik ben een doener, heb altijd
energie. Voor mijn baan als productie
manager maak ik best veel uren. Daar
naast help ik, behalve op zondag, elke
dag nog zo'n drie tot vier uur mee op de
melkveehouderij van mijn ouders.''
Sharona: „Doordeweeks zien we elkaar
vaak alleen 's avonds of 's nachts; in die
zin leiden we een snel leven.''
Aalt: ,,We maken graag 's avonds samen
een wandeling. Dan nemen we de dag
door, bespreken we dingen die op het
werk zijn gebeurd.''
Sharona: ,,Ik rijd nog steeds in mijn
eerste auto, een babyblauwe Peugeot
107. Dat ziet er niet uit, maar een nieu
we auto vind ik een slechte investering:
als je de garage uitrijdt, is-ie direct 5000
euro minder waard.''
Aalt: ,,Wij hebben altijd grip op ons
geld.''
Sharona: ,,Ik koop ongeveer twee keer
per jaar kleding, alleen in de uitver
koop, liefst met 60 procent korting. Aalt
geeft nóg minder uit. Toen ik hem leer
de kennen, gaf hij bij wijze van spreken
alleen geld uit aan een plakkie ham.''
Aalt: ,,Onze vakanties zijn niet goed
koop. We huren liefst een auto en trek
ken elke dag verder.''
Sharona: ,,Zo hebben we een rondreis
door de VS gemaakt en zijn we in
Zuid-Afrika en op IJsland geweest. Ook
dan hanteren we een strak budget: we
besparen niet op activiteiten, maar sla
pen in goedkopere hotels. En gaan niet
elke dag uit eten, maar koken ook zelf.''
Aalt: ,,We boeken via booking.com na
18.00 uur, dan gaan veel hotelkamers in
de aanbieding. Op IJsland ontmoetten
we hotelgasten die 250 euro per nacht
hadden betaald, terwijl wij er sliepen
voor 40 euro. Dat geeft een kick!''
Sharona: ,,Als we de hypotheek hebben
afgelost, wil ik een camper kopen en
samen voor langere tijd op reis.''
Aalt: ,,Op de boerderij van mijn ouders
heb ik 39 schapen rondlopen. Hoewel
ik met de verkoop van de lammetjes
ook wat verdien, zie ik het als hobby.
De schapen zijn altijd blij als ze me
zien. En als de dieren gelukkig zijn, ben
ik dat ook.''
Sandra Donker woont met Jean en hun drie zoons Tip (13),
Alosja (11) en Stas (8) in Monnickendam. De komende tien
weken doet ze verslag over haar leven met de vier mannen.
Als zoon Tip voor het eerst naar de middelbare
school gaat in de grote stad, ziet Sandra een man
met een missie.
Met strakke gezichtjes
stonden ze bij de bushalte, onze
oudste en zijn vriendje, wachtend
op lijn 314 naar Amsterdam, de
grote stad. Ze zeiden niets. Het
ging beginnen.
Ik zag dat hij met zorg zijn kle
ren had uitgezocht, een grijze kor
te broek, niet te wijd en zeker niet
te strak, een wit T-shirt met Levi's
erop. Een rugtas van Eastpack.
Elke jongen van 13 zou er zo uit
kunnen zien, maar dit was ónze
jongen van 13.
Ik had gevraagd of hij niet een
kleinere tas mee wilde, want er
hoefde alleen een ov-chipkaart in
en zijn telefoon. En een mond
kapje. Tip keek mij ernstig aan:
,,Mama, straks moet ik die rugzak
sowieso mee, ik kijk alvast hoe dat
is.'' Ik knikte en zweeg, hier stond
een man met een missie, die moet
je niet lastigvallen met domme
vragen.
Het was een dag voor het begin
van het middelbareschoolseizoen,
er was werk aan de winkel. Want
hoe gingen ze daar morgen in vre
desnaam komen, daar bij het ly
ceum? De bus naar Noord, over
stappen op de metro, uitstappen
bij de voorlaatste halte, fietsen
langs Zorgvliet en langs het park,
zes keer oversteken. Veertig
minuten zuivere reistijd. Veertig
minuten tussen zijn kamer met
het bed waar zijn knuffeltjes nog
in slapen en die school met al die
grote jongens en meiden die al
lang weten hoe het leven in elkaar
zit. ,,Sommige kinderen róken
daar mama'', had Tip na de ken
nismakingsdag voor de vakantie
met afschuw in zijn stem uitge
roepen. Ik was allang blij dat ze er
niet aan ballonnetjes met lachgas
stonden te lurken, maar dat ver
telde ik hem niet.
Ik moest denken aan de eerste
dag op mijn nieuwe school, een
stenige en hoekige leerfabriek,
waar in de pauze honderden luid
ruchtige kinderen over de trappen
naar beneden stroomden om pen
nywafels te kopen in de kantine.
Ik bleef liever op de bovenste ver
dieping, vandaaraf kon je de dui
nen zien liggen met daarachter de
zee, een plek waar ik duizendmaal
liever zou zijn geweest.
Twee uur later waren de jon
gens terug, als een volleerde brug
pieper gooide mijn oudste zijn
rugzak richting kapstok. ,,Hoe
ging het?'' vroeg ik nieuwsgierig.
,,Oh, gewoon'', antwoordde hij,
terwijl hij zijn opluchting pro
beerde te verbergen, en plofte op
de bank.
Ik wist dat het goed was. Dit
ging nog een mooi jaar worden.
Ook meedoen? Stuur een mail naar
geldengeluk@dpgmedia.nl
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 2020