Hoogleraar Barbara Oomen
§0$
Barbara Oomen is als hoogleraar in Middelburg één van de boegbeelden van
het University College Roosevelt. Ze is verknocht aan Zeeland, roert zich in
Zeeuwse kwesties en wil voor de PvdA de Tweede Kamer in: ,,We moeten ons
als Zeeland laten horen."
De directe aanleiding om met Barbara Oomen
te gaan praten? Nee, niet dat de Zeeuwse PvdA
haar voor een zetel in de Tweede Kamer voor
draagt. Ook niet dat ze 1 september negentien
jaar getrouwd was. En ook niet omdat ze als
hoogleraar dit jaar succesvolle buitenlessen
geeft aan het University College Roosevelt
(UCR) in Middelburg - met headsetjes van de
VVV op wandelen op de bolwerken terwijl ze
de studenten vertelt over de geschiedenis van
het recht. Waarom we dan wel praten? Verba
zing, laten we het verbazing noemen. Over het
feit dat ze na vijftien jaar nog steeds geen ge
noeg heeft van Zeeland. In 2005 streek ze met
haar man Herman Lelieveldt neer in de
Zeeuwse hoofdstad om mee te helpen aan de
start en opbouw van het University College.
Een hele stap vanuit Amsterdam. Ze was 36 jaar
en in verwachting van haar derde zoon, Jeroen.
Toen ze in 2016 vier jaar Dean (hoofd) van het
UCR was geweest, leek de tijd rijp voor een
nieuwe fase. Ergens ver weg. Ze vertrok voor
een jaar met haar gezin naar Florence, waar ze
'Fernand Braudel Senior Fellow' werd aan de
Europese Universiteit. Vaarwel, adieu Zeeland,
zo leek het. En toch, na dat jaar pakte het hele
gezin weer de draad op in Middelburg. De
zoons meldden zich bij voetbalclub Zeelandia,
echtgenoot Herman en zijzelf namen hun po
sities in op het UCR. Terwijl, geeft ze toe, er
concrete aanbiedingen lagen voor hoge func
ties buiten Zeeland.
,,Inderdaad. We hebben het er in Florence heel
bewust met zijn vijven over gehad. Het was
geen moeilijke keuze, we wilden allemaal te
rug. Ik ben van begin af aan toen we hier kwa
men, verknocht aan Zeeland. Collega's in de
wetenschap begrepen er niets van. Ik had een
beurs gekregen voor onderzoek in Rwanda.
Wat ga je dan in vredesnaam in Zeeland doen,
werd er gevraagd, dat is het einde van je car
rière, je gaat je daar levend begraven. Maar ik
was zo enthousiast over de provincie dat men
sen aan mij vroegen: ben je van het onderwijs
of van de VVV?"
,,Nee, maar het was wel belangrijk. We woon
den in het centrum van Amsterdam en wilden
eigenlijk een tuin en wat meer rust en ruimte.
Maar de eerste en belangrijkste reden was het
College. Dat was zo revolutionair nieuw. In de
afgelopen tientallen jaren was het de enige ver
nieuwing die we in het hoger onderwijs had
den gehad. Mijn man Herman zit ook in de we
tenschap, hij is politicoloog. Dat het onderwijs
aan universiteiten een ondergeschoven kindje
was, was een gezamenlijke frustratie. Als pro
fessor moet je vooral veel dikke boeken schrij
ven en niet te veel doen voor je studenten, zo
werd er in Nederland gedacht. We werkten een
halfjaar aan de Columbia University in New
York toen we hoorden dat Hans Adriaansens -
de eerste Dean hier - een University College in
Middelburg wilde beginnen. Fantastisch von
den we dat. Tijdens een etentje in New York
hebben we een hele avond zitten fantaseren
hoe we daar les zouden geven, hoe we naar het
strand zouden gaan. Als je een jurist en een po
liticoloog zoekt, laat maar horen, zeiden we te
gen Adriaansens. Uiteindelijk hebben we een
gezamenlijke brief geschreven en zijn we ook
samen op sollicitatiegesprek gegaan. Mensen
met goede ideeën op het goede moment op de
goede plek, alsof we met een roeibootje de olie
tanker van het onderwijs van koers zouden la
ten veranderen."
,,Het onderwijs hier is op de Amerikaanse leest
geschoeid. Het gaat over veel meer dan alleen
de voorbereiding op een baan. We hebben het
over vrije kunsten, op een campus wonen, ge
meenschap, politieke en maatschappelijke ver
antwoordelijkheid. Bildung, dat is een passend
woord. Ik heb het van meet af aan interessant
en mooi gevonden."
We zitten in Middelburg, in het UCR-ge-
bouw in de Simpelhuisstraat dat ooit deel uit
maakte van de Engelse kerk. Een omgeving
boordevol historie. Barbara Oomen heeft haar
werkkamer op de eerste verdieping. Ruim, met
een houten vergadertafel die het niet moeilijk
maakt om anderhalve meter afstand te houden.
Een computer, waarop ze nog snel een mailtje
moet afmaken, in de hoek.
,,Mijn grootouders, mijn ouders ook, ze hebben
me van jongs af aan bijgebracht dat je goede
dingen moet doen voor de wereld. Mijn oma is
99 jaar geworden. Ze was jurist, ze was de eer
ste vrouwelijke rechtenstudent in Nijmegen.
Ze was een groot voorbeeld voor me. Mijn opa
was hoogleraar biologie, gepromoveerd op het
maagdarmstelsel van de zeekomkommer. Toen
hij met oma wilde trouwen, zei ze: je moet wel
iets nuttigs gaan doen. Daarop is hij genees
kunde gaan studeren en zijn ze naar Indonesië
gegaan, waar ze een ziekenhuis hebben opge
richt. Die mensen hadden iets heel erg idealis
tisch."
,,Mijn ouders waren beiden arts. Ze verhuis
den veel. Van mijn vijfde tot mijn negende -
halverwege de jaren zeventig - zat ik op een
Engelse school op de zuidoever van het Victo-
riameer in Tanzania. Met veel Tanzaniaanse
kinderen. In de pauzes gingen we slangenvel-
len zoeken. Er was een Urker visser met wie we
mee het meer op mochten varen. Ik zie nog de
netten vol met de kleurigste vissen. Als kind
heb ik me vaak aan moeten passen. Nee, niet
dat ik me ontheemd voelde, we zijn gewoon
veel verhuisd. Dat we uit Tanzania weg gingen
vond ik wel erg. Als negenjarige heb ik het
adres van de school in mijn hoofd geprent, om
dat ik kaarten wilde sturen. Ik weet het nog:
Isamilo Primary School, PO Box 42, Mwanza."
,,In andere landen, andere culturen moet je je
steeds aanpassen, je moet er telkens weer iets
van maken. Het heeft iets spekkoekachtigs, je
krijgt er steeds een laag bij. Ik ben in de peri
ode na mijn middelbare school met een rugzak
de wijde wereld ingetrokken. Dat was begin ja
ren negentig. 'Je bent gek, denk aan je toe
komst, je gooit twee jaar weg', zo werd er gere
ageerd. Voor mij is het echt heel vormend ge
weest. In Israël zag ik de fanatieke kibboetsim
en de Palestijnse jongen die nergens aan de bak
kwam. Ik ben naar Zuid-Afrika gegaan en heb
het hele land rond gelift. Dat was aan het begin
van de omwenteling, Mandela was net vrij. Ik
zat in de auto van een Afrikaner boer, en ook in
die van een apartheidsstrijder die zijn vrien
den vermoord zag worden. Voor de eerste keer
had ik toen helemaal het idee precies op de
plek te zijn waar goede mensen met goede
ideeën wat goeds teweeg brachten. Ik ben
blond en blank, maar heb nooit iets echt grie
zeligs meegemaakt. Achteraf kun je zeggen dat
er misschien een engeltje op mijn schouder
heeft gezeten."
w..,
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 2020 GO
'Zeeland brult niet
hard genoeg'
JAN VAN DAMME
Ondanks die roep van ver weg gingen jullie te
rug naar wat collega's al gauw een buitenge
west noemen.
Maar goed, de aantrekkelijkheid van de pro
vincie was niet de eerste reden om naar Zee
land te verhuizen.
Is dat idee van revolutionair vernieuwend on
derwijs uitgekomen?
Is in uw jeugd al de Barbara van nu zien?
Kan het zijn dat u dat reizen, dat steeds een
andere uitvalsbasis kiezen, hebt overgeno
men?