'Dat de oogst naar
de voedselbank gaat,
vind ik mooi'
'De veenmol vind
ik een griezel'
Johanneke Liefaard (36), bloemist, werkt als
vrijwilliger in een tuin van 7 bij 15 meter van de
Stichting Voedselbank Oudewater.
Ik werk een a twee keer per
week in de tuin en meestal op
woensdag. Die dag oogsten
we, zodat iedereen de vol
gende dag een pakket kan
ophalen. Er valt zelfs wat te
kiezen: we hebben stokbonen,
pompoenen, puntpaprika's, en
deze week een krat tomaten,
twee kratten courgettes, drie
kratten aardappels. Alle uien
drogen nog.
Er zijn lekkere bramen, helaas
te weinig voor iedereen. De ra
dijs is mislukt, die is aangevre
ten. We hebben veel last van
veenmollen, een beschermd
insect. Ik vind het een griezel.
Ai, ik hoop niet dat je bang
bent voor ratten, er schiet er
net een onder de tuinbank.
Ook de bloemen gaan naar de
voedselbank: zonnebloemen,
dahlia's, cosmea.
18
,,De snelheid waarmee wij
leven, wordt op de moestuin
vertraagd. Tegenwoordig lijkt
iedereen alles per direct per
fect te willen hebben. Dat lukt
je niet met gewassen. Kom
kommer kun je niet dwingen
om snel en recht te groeien.
Op de moestuin weet je niet
beter dan dat alle wortelen
krom zijn. En dat er aarde
aan zit als je ze uitgraaft.
Ik had vier jaar in de Ziektewet
gezeten toen ik me vier jaar
geleden aanmeldde bij de op
richter van de voedselbank in
Oudewater. Tjissie Trul zocht
hulp en ik wilde aan mijn her
stel werken. Met mijn opleiding
aan de land- en tuinbouw
school beschikte ik over plan
tenkennis, dat kwam goed uit.
Het voelt goed mee te draaien
- ik heb hard gewerkt om uit
de Ziektewet te komen.
Dat de oogst naar de Voedsel-
bank gaat, vond ik meteen
mooi. Dan doe je dit werk net
zo goed voor anderen. Er zijn
25 tot 30 huishoudens in
Oudewater die eten van wat
wij in deze tuin verbouwen. In
Montfoort en Woerden, allebei
vlakbij, zitten trouwens ook
voedselbanken.
Er gaat een zekere schoon
heid uit van zaadjes die lang
zaam tot wasdom komen, en
die raakt mij. Ben je een week
niet geweest, zeker in de
zomer, dan vraag je je af wat
er gebéurd is. Alles is de lucht
ingeschoten. Het is wonder
baarlijk, bijna ontzagwekkend:
hoe dan? Het stelt mij gerust
dat de natuur zo sterk is.''