'Wie trouwt er nu met zo'n halve zool, zeiden ze' BV DE LIEFDE Voorkotemj. Ook dl z7n dt- 2e Zijnnö9 nntfc al^acirs aan W€xi 9 hefd_ Wilcle 'jOixen Verlek fcïjq Albertine (76) noemt haar Jan (79) een ongeleid projectiel. Maar na meer dan vijftig jaar kruipt ze nog altijd graag tegen hem aan. „Natuurlijk is het niet altijd leuk als je decennialang een relatie hebt, en uiteraard vliegen de vonken er in bed niet meer van af. Mensen willen tegenwoordig altijd gelukkig zijn. Als het een tijdje minder gaat, verbreken ze hun relatie, met als gevolg gebroken en samengestelde gezin nen. Soms kan ik Jan wel wat doen, als hij te veel zijn zin wil doordrijven en alles beter denkt te weten, maar dan zeg ik tegen mezelf: slik het weg. Toen we elkaar twee weken kenden, vroeg hij me ten huwelijk. Hij was zo anders dan de degelijke familie waaruit ik kwam. Een verademing. Op de dag dat ik 20 werd trouwden we. Mijn omgeving vond Jan beneden mijn stand. Wie trouwt er nu met zo'n wilde, halve zool? Behalve dat hij niet van adel was, zoals een deel van mijn familie, was hij ook niet academisch gevormd en tot overmaat van ramp ook niet katholiek. Maar ik kon niet anders. Hij was zo écht, spontaan en origi neel. Ik moest enorm om hem lachen. Hij gaf me een zoen, geen tongzoen hoor, en vroeg: 'Wil je met me trouwen?' We had den elkaar verder nog nooit aangeraakt. Iedereen dacht dat het een moetje was, maar de trouwerij was zo snel omdat hij naar Australië zou gaan. Hij was stuurman, zou drie jaar worden uitgezonden. Als we trouwden kon ik mee. Hij ging steeds voor vier maanden de zee op. In Sydney was ik dan erg eenzaam. Gelukkig mocht ik soms mee op zo'n schip, als enige vrouw. Later, terug in Nederland, had hij ander werk, maar het water en gevaarlijke avon- turen bleven hem trekken. Hij is voor niets en niemand bang. Nu gaat hij nog steeds regelmatig in zijn eentje een week of twee varen, of op de motor weg met een tentje. Hij is vaak aan rampen ontsnapt, het is een wonder dat hij nog leeft. Zat hij in zijn een tje met code rood op zee! Ook viel hij ooit uit een hoge boom, maar toen had hij al leen een gescheurd netvlies. Mensen zeggen: 'Wat knap dat je nog op de motor met een tentje weggaat'. Ik vind het helemaal niet knap, ik vind het stom. Een vent van bijna 80 met een batterij pil len waar je u tegen zegt. Maar ik mag me er niet mee bemoeien. Ik maak me zorgen als hij weg is, maar ben dan niet eenzaam, zoals in Australië, ook al woon ik afgelegen in het bos. Er woont familie in de buurt en ik heb mijn dieren. Twintig schapen, vijf honden, vier kip pen, twee katten, twee kanaries, twee konijnen, plus een paard, papegaai en par kiet. Ik geef hen liefde en zij mij. Jan is te grillig voor dieren. Dan roept hij dat hij een ruwharige teckel wil, maar uiteindelijk draai ik er voor op. Hij is nog steeds een ongeleid projectiel. Mijn dode kind, dat ik op mijn 26ste baarde, zit nog altijd op mijn schouder. Ik mocht het niet zien. Als een schaap een dood lam krijgt, laat ik hem liggen, dan kan de moeder afscheid nemen. Daarna vergeet ze hem. Ik had graag een groot gezin ge wild - ik was zelf nummer negen van elf maar dat kon niet meer na dat overleden kind. Gelukkig hadden we daarvoor wel een zoon en dochter gekregen. Ik merk dat Jan nog steeds dol op me is. Zo gaf hij me laatst een ring, nadat er inge broken was. Ik ben echt zijn grote liefde. Wilde nachten hebben we niet meer, daar kennen we elkaar te goed voor, maar we liggen nog altijd in elkaars armen.'' TEKST EDITH ANDRIESSE ILLUSTRATIE STUDIO SKI De echte namen van de geïnterviewden zijn bij de redactie bekend. Wil je ook praten over je relatie? magazine@dpgmedia.nl ZATERDAG 29 AUGUSTUS 2020 43

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 123