Ook de geuren van bloemen vallen op tige vorm van vertrouwd. Ook de geuren van de bloemen en kruiden beginnen op te vallen. Het zou gewoon moeten zijn, maar dat is het in Nederland al lang niet meer. Het gebrek aan duisternis zorgt er boven dien voor dat de Melkweg nauwelijks nog te zien is en het ontwricht het gedrag van dieren en planten. Hun ritme is vaak geba seerd op dat van licht en donker; dat geeft een prikkel om bijvoorbeeld te gaan jagen, uit de winterslaap te komen of te beginnen met bloeien. Lichtvervuiling gooit dat ritme in de war. We staan even stil om naar de nacht te luisteren. Overal om ons heen is iets te horen. Eenden, een ransuil, muggen (ja, ook), krekels. Dan beginnen in de verte plotseling de ganzen kabaal te maken. ,,Dat betekent meestal dat er dreiging is'', zegt de gids. „Ganzen slapen het liefst veilig op het water, maar het is hier op sommige plekken erg ondiep en dan heb je kans dat er een vos naar ze toe gaat. Veel hebben ze van de vos overigens niet te vrezen, die sluipt liever langs de waterkant op zoek naar makkelijke prooi zoals dode aange spoelde vissen. Maar als de ganzen zo'n vos in de gaten krijgen, waarschuwen ze elkaar wel. Moet je horen wat een herrie die kun nen maken!'' Zien doen we ondertussen bij gebrek aan maanlicht helemaal niets meer. Het is gis sen welk dier de geluiden maakt en waar het vandaan komt. Af en toe haalt Jan Wil lems een zaklamp tevoorschijn, zoals die ene keer dat we dichtbij iets in het water horen bewegen wat mogelijk een otter is, maar wat in het schijnsel een wilde eend blijkt te zijn. Op een enkele plek zien we in de verte een lichtje. Van sluizen, een kazerne, een camping. Volgens de richtlijnen van de Dark Sky Association, de internationale or ganisatie van donkere gebieden, hoeft een park ook niet pikdonker te zijn, maar wel vele malen donkerder dan andere locaties. Bovendien moet onder meer de lichtver vuiling tot een minimum worden beperkt en zijn maatregelen gewenst om onnodige avondverlichting te doven. Denk aan lan taarns en lampen op bedrijventerreinen die 's nachts geen belangrijke functie hebben. Na enkele uren zwerven door de natuur van het Lauwersmeer, keren we terug naar ons vertrekpunt. Onderweg passeren we een uitkijktoren die overdag zicht biedt op water en rietvelden. Nu zien we aan de ho rizon de gloed van de stad Groningen. Bij de haven van Lauwersoog neem ik afscheid van de gids, terwijl de garnalenboten bin nenkomen van een aantal dagen en nachten op zee. Op weg naar mijn slaapadres in Dokkum verdwijnt langzaam maar zeker de pure duisternis. De straatlantaarns zijn ontsto ken en hebben het stadje sfeervol verlicht. 42

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 122