'Altijd had hij colbertjasje aan, al stond hij te vissen of de tuin te schoffelen' Ik vond dat als kind normaal, ik moest erom lachen, ik heb me nooit voor hem geschaamd. En dan was mijn vader ook nog eens een heel goede voetballer. Bij Eilermark, waar ik ook heb gespeeld, dat in de jaren 70 een van de beste amateurclubs van Ne derland was. Ik vind het superleuk om al die foto's en krantenverslagen thuis terug te zien waarin het over hem als spits ging.'' ,,Hij was een emotionele man, en dat had zijn vader, dat heeft mijn moeder, en dat heb ik ook. Zomaar er gens heel blij van worden, of diep bedroefd. Ik heb in Amsterdam lang in de Indische buurt gewoond, en de buren schrokken er nog weleens van als ik in de tuin stond te schreeuwen bij een sportwedstrijd. Tegelijkertijd vind ik het moeilijk om het over ge voelens te hebben. Ik praat veel, maar ik zeg minder. Rond en na de dood van mijn vader heb ik er erg mee geworsteld. Ik zat natuurlijk in een rotperiode, kreeg toen een tweede kind en werkte gewoon door. Pas de laatste jaren kan ik er beter mee omgaan. Niet dat ik het met mijn beste vrienden over zijn dood heb; als wij doorzakken in het café, dan gaat het toch vooral over de nieuwe rechtsback van Oranje. Mijn vader is overleden aan longkanker. Hij had heel zijn leven gerookt en heel zijn leven geprobeerd ermee te stoppen. Heel tragisch. Tot zijn dood, nu zeven jaar geleden, was hij mijn klankbord en mijn criticaster. Ik denk vaak bij de dingen die ik doe: zou hij het interes sant vinden? Zou hij het oké vinden? Zoals bij het in terview met de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema bij Opi, afgelopen juni. Over de Black Lives Matter-demonstratie op de Dam, die te druk werd. Wij zijn er tegen haar veel te hard ingegaan, terwijl ze de moed had om zich bij ons te verantwoorden. Ik heb daar nog een week buikpijn van gehad. 'Hoe haal je het in je hoofd. Je mag kritisch zijn, maar niet op die toon', zou mijn vader hebben gezegd. Op een bepaalde manier was hij ook een van mijn beste vrienden. We hadden dezelfde interesses en een enorme klik. Zo haalde hij plezier uit eindeloos veel lezen. Ik ging vaak met hem mee naar de bibliotheek, en zo ben ik in zekere zin ook een echte nerd gewor den. Ik ben gaan studeren, als eerste van de familie, deels omdat ik me verplicht voelde tegenover hem. Ik kon wél mijn ambities volgen. Het werd een studie geschiedenis, dat vonden mijn ouders te gek.'' Ze stimuleerden mijn zus en mij dat we vooral moes ten doen waar we gelukkig van werden. Dat we niet in een positie moesten komen waarin we niet konden doen wat we leuk vonden. Misschien omdat mijn va der zelf zo'n hekel aan zijn werk had. Dat gaat me goed af, want ik heb het punt bereikt dat ik alleen maar ont zettend leuk werk doe. Ik mag series maken voor NPO 2, over Che Guevara bijvoorbeeld, over de verheffing van de arbeider en nu over koloniale roofkunst. Dan neem ik mijn opleiding geschiedenis mee, maar ook het idealisme dat ik van mijn ouders heb meegekregen. De mooiste klus was de serie De strijd van de arbeider, die ik maakte met Kees Driehuis en Gerdi Verbeet. Daar kwam van alles samen: de achtergrond van mijn vader en moeder, mijn historische interesse, mijn en gagement. Jammer dat mijn vader het niet heeft mee gemaakt, maar mijn moeder vond het geweldig." „Martin Blöte, beter bekend als Eurokok Martin, is ook belangrijk geweest voor mijn ontwikkeling. Aan hem denk ik vaak terug. Martin was een kok die een tv-programma maakte waarin hij kookte voor weinig geld, en ik maakte die items. Hij was ongemanierd en superseksistisch. Altijd aan het schelden, vloeken en met eten gooien. Ik monteerde dat aan elkaar, moest daar zelf ontzettend om lachen, maar hij was dan weer kwaad op mij. Het werd een enorme televisiehit. Ik ging privé ook met Martin om. Die onaangepast heid, dat rauwe trok me aan. Zo belden we midden in de nacht bij ene Dikke Dennis aan, omdat Martin in eens een tatoeage wilde. Of waren we samen op vakan tie en kreeg hij slaande ruzie met prostituees. Ik ben best keurig, maar zoek ook altijd reuring en Martin vertegenwoordigde een tijdlang die wilde kant. Een lieve man van binnen, maar natuurlijk allesbehalve een vaderfiguur. Ik maak nu met fotograaf Guus Dubbelman een boek over Muhammad Ali. Boksen fascineert me. Mijn va ders vader bokste vroeger; een klein mannetje en dus een vlieggewicht. Daar hebben we nog foto's van. Hij zou het fantastisch hebben gevonden om te weten dat ik nu ook een beetje boks, al ben ik vooral een fietser. Boksen is vechten. Je moet bereid zijn klappen uit te delen zonder sorry te zeggen, en bereid zijn te incasse ren. Het is jij of ik in de puurste vorm.'' ,,Het enige wat mijn kinderen leuk vinden aan mijn werk is dat ik Jan Boerenfluitjes ben, weerman van het Sinterklaasjournaal. Dan fiets ik 's ochtends langs de schoolpleinen en dan hoor ik overal 'Hé, Jan Boeren fluitjes!' Dat is de leukste manier van bekend zijn, want kinderen oordelen daar niet over. Die vinden niet iets van jou omdat je toevallig bekende Nederlander bent. Dat is precies wat ik nu weleens lastig vind.'' ZATERDAG 29 AUGUSTUS 2020

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 105