ZEELAND GEBOEKT i I Boeken met gemene tanden A fl' l! 4 Veel was er niet bekend over de Joodse gemeenschap op Schouwen-Duiveland. De uit Haamstede afkomstige Jan Kouwen reconstrueerde het Joodse leven op een afgelegen eiland na uitputtend zoekwerk in archieven en rabbijnse bronnen. En schreef Pinkas Zierikzee. I In de ruime 19e eeuw, van 1794 tot 1920, leefden er op Schouwen-Duiveland op zijn hoogst zeventig belijdende Joden, overwegend geconcentreerd in Zierik zee. Ze vormden een minderheid die ook als zodanig werd behandeld. Jan Kouwen (1961) ploos alles uit wat met het Joodse leven op het eiland te maken heeft en bundelde zijn bevindingen in een monumentaal boek: Pin kas Zierikzee. Het boek is een ingekorte versie van het proefschrift waarop hij bij professor Temmerman promoveerde aan de Faculteit voor Protestantse theologie en religiestudies in Brussel. Jan Kouwen woont in Zierikzee en werkt als ambtenaar voor de gemeenten Ba- rendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk. Het woord 'pinkas' betekent 'memorboek'. Een memorboek laat zich het best omschrij ven als 'een boek waarin de namen van de weldoeners der Joodse gemeente worden op getekend, vaak met vermelding van wat zij voor de gemeente hebben betekend'. De stu die van Jan Kouwen (foto) is meer dan dat. Hij noemt de namen van mensen die van belang zijn geweest voor de Joodse gemeenschap op Schouwen. Maar jé f 4\J| hij geeft ook een -i 1 verrassend mooi overzicht van het Joodse leven in het algemeen. Wie wat wil opste ken van Joodse tra dities en gebruiken krijgt met dit boek een bij zondere en ook voor niet-Joden leesbare in troductie. De hoofdstuktitels zijn veelzeggend, ze be handelen de ijkpunten in het Joodse leven. Hoofdstuk 1: Joods zijn, geboorte en besnijde nis. Hoofdstuk 2: Huwelijk en echtscheiding. Hoofdstuk 3: Tsedaka (liefdadigheid) en ar menzorg. Hoofdstuk 4: Bar/Bat mitswa (reli gieuze meerderjarigheid). Hoofdstuk 5: On derwijs. Hoofdstuk 6: Overlijden. Daarna vol gen er nog hoofdstukken over cultuur, poli tiek, economie en religieus leven. De schrijver geeft steeds een algemene inleiding op het thema, om dan in te zoomen op Zeeland en uiteindelijk Zierikzee. Een mooi voorbeeld van algemene informatie vinden we op pagina 117, waar het gaat over de bar mitswa, in de christelijke traditie te vergelijken met het vormsel. Wie 13 jaar is geworden, is verplicht de religieuze geboden te volgen. Op basis van de overlevering van Mozes op de berg Sinaï wordt het zo verwoord: 'Voor wie twee schaamharen heeft gelden de bijbelse gebo den'. In de periode 1811-1936 worden er op Schou- wen-Duiveland 226 Joodse kinderen geboren, onder wie vijf tweelingen. De meeste geboor tes worden rond 1860 geregistreerd. Tot 1850 zijn Abraham en Rebekka de populairste na men, daarna Salomon en Sara. In 1799 krijgt de gemeenschap toestemming voor de inrichting van een eigen begraafplaats. Gezien hun geringe aantal zijn de Joden wel verplicht zich waar mogelijk aan te passen. Dat doen ze ook. Zoals Arthur Frdnkel (1853 1924). Hij is van 1900 tot 1920 redacteur van de Zierikzeesche Nieuwsbode. Via zijn krant be moeit hij zich actief met de samenleving. Als redacteur schrijft hij commentaren en als co lumnist Brinio is hij ook nog eens een ano- f niem commentator. Dat komt hem in 1913 op een officiële berisping te staan van de burge meester. Frdnkel is kascommissielid van socië teit Tot Nut en Genoegen, neemt deel aan dis cussies bij de Liberale Kiesvereniging, is me deorganisator van de festiviteiten rond het 25- jarig regeringsjubileum van koningin-moeder Emma in 1904 en is verder lid van onder an dere de Maatschappij van Nijverheid, het Volksonderwijs en de 'Zierikzeesche ijsver- eeniging'. Jan Kouwen: „Frdnkel nam de plaat selijke politiek op de hak en probeerde er an derzijds zelf een belangrijke rol in te spelen." Achterstelling Was er sprake van achterstelling? Zeker. In het boek wordt daarvan een schrijnend voorbeeld gegeven. Zierikzee beschikt in de 19e eeuw over twee begrafeniskoetsen. Die zijn nodig omdat de dan nieuwe Algemene Begraafplaats aan de Stapelshofweg relatief ver buiten de stad ligt. De Joodse begraafplaats aan de Grachtweg is minder ver. Toch moeten de Jo den een hoger tarief voor de koetsen betalen: 6 gulden voor een particulier en 4 gulden als de rekening naar het Joodse armbestuur gaat. Niet-Joden zijn goedkoper uit, zij betalen 2,60 gulden voor het eerste rangs-vervoer naar de Algemene Begraafplaats. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt het niet gebruikte deel van de Joodse begraafplaats op last van de Duitse bezetter door de burgemeester als 'schenking' aanvaard. Het lijkt niet van harte te gaan, maar in de raadsvergadering van 25 augustus 1948 wordt besloten het perceel in eigendom over te dragen aan de Nederlandse Israëlitische gemeente te Middelburg. Middelburg, inderdaad. Want de Joodse ge meenschap van Zierikzee bestaat dan niet meer. De in de jaren 1824 en 1825 nieuw ge bouwde synagoge aan de Meelstraat in Zierik- zee - officieel een ringsynagoge die onder de hoofdsynagoge in Middelburg valt - is na ja renlange terugloop van het aantal Joodse in woners in 1921 verkocht. Het is opperrabbijn Tobias Lewenstein die de knoop doorhakt. Hij keurt het mikwe - het ritueel gebouwde bad - en de torarol af. De letters van de wetrol zou den te vervuild zijn. Jan Kouwen is van huis uit protestants en heeft theologie gestudeerd. De Joodse geloofs leer met twee basisideeën spreekt hem aan: er is één God en je moet de wereld beter achter laten dan je hem hebt aangetroffen. Zeeuwse schrijvers Al voor er een boek was, was er een prijs. Het boek heette Voor de helft een sche del, in 1978 verschenen. De prijs betrof de aanmoedigingsprijs voor jong Zeeuws talent. De man van de prijs en het boek noemde zich Julien Pirana. Inderdaad heeft zijn proza net zulke gemene tan den als de beruchte vis. In de ver halenbundel Winter in Foudgum (1985) komt de onderscheiding ter sprake. De auteur heeft een reis gepland en vraagt een vriend de prijs namens hem in ontvangst te nemen. 'Erg vriendelijke mensen in Middelburg', zegt hij over de betrokken ambtenaren. 'Ze vroe gen of mijn naam in de krant moest 'of uw syno niem'. Die denken overal aan'. In de krant werd zijn 'syno niem' ver meld, maar tevens de ware naam achter het pseudoniem, de naam die hij uiteindelijk ook op zijn boeken zette, Kees Wielemaker, volgens de berichtgeving destijds woon achtig in Zierikzee. Vermoedelijk is dat in zijn proza Koulaarsgeest geworden, want bij hem krijgen ook plaatsen schuilnamen. Wielemaker werd in 1938 geboren te Middelburg, en hij blikt vaak te rug op het Walcheren van zijn jeugd. Boeken die bijten, hoe kan dat ook anders bij iemand die zich op zijn achttiende meldde bij het le ger, om na een paar jaar ontgoo cheld als beroepsofficier af te zwaaien. Hij blijft het rauwe leven zoeken en vindt dat op een reis naar Afrika, waarover hij vertelt in Voor de helft een schedel, in een la tere editie is de titel eenvoudig Afrika dagboek geworden. Liefst was hij de eerste blanke in Afrika geweest, dat lukte natuurlijk niet, maar aan grimmigheid geen ge brek. Op het Afrikaanse eiland Lamu denkt hij aan, droomt hij van 'zijn' eilanden, aan Schouwen en het in de oorlog ondergelopen Walche ren: 'We varen met een boot tus sen de dooie struiken. De zeehon den rusten op de moffenbunkers. En overal is zon'. De weemoedige Kees Wielemaker, de agressieve Julien Pirana, jammer dat de schrijver het liet bij zo'n klein oeuvre en, zo zie ik op een officiële website, een groot aantal plannen. Die eerste prijs was meteen ook de laatste. „Voor maandag 24 augustus 2020 VL Wekelijkse rubriek met boeken over Zeeland en boeken van Zeeuwse schrijvers Joods leven op Schouwen Jan van Damme - V MSyna goge aan de Meel- straat in Zierikzee voor 1920. FOTOZEEUWS ARCHIEF-GE MEENTEAR CHIEF SCHOU WEN-DUIVE LAND G.J. Kouwen: Pinkas Zierikzee. Joods leven op Schouwen-Duiveland in de 19e eeuw - Uit geverij Het Paard van Troje, hardcover, 378 pagina's, beperkte oplage van 100 stuks, 35,- euro. Mario Molegraaf

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 49