Op school werd Arthur Japin (64) zo gepest dat dat nooit
meer uit zijn systeem verdwijnt. Wel is hij zich ervan
bewust dat hij zonder dat pesten nooit zijn roeping had
gevonden. ,,Het erge vind ik nog steeds dat kinderen naar
school móeten. Sommige kunnen beter alleen zijn, dat is
veiliger.''
Toen corona toesloeg, vertrok Arthur
Japin naar zijn tweede huis in de Franse
Périgord, de streek die bekend is om zijn
truffels en oeroude grotschilderingen. Met
zijn partners Lex (66) en Benjamin (43)
woont hij er in een oude boerderij tegen
een hoge heuvel in een soort sprookjesbos.
Zijn hele leven is de schrijver al bezig excu
ses te verzinnen om niemand te hoeven
zien, niet te hoeven praten, liefst ook niet
gezien te worden. Het strenge corona
regime in Frankrijk voelde voor hem als
een bevrijding. Japin: ,,In afzondering kom
ik het best tot mijn recht. Voor mij persoon
lijk waren de afgelopen maanden heel
vruchtbaar. Toch vertrek ik binnenkort
naar Nederland, omdat het circus weer
begint.'' Dat 'circus' betreft de promotie van
zijn nieuwe roman, Mrs. Degas. Deze vrouw
in kwestie is het Creoolse nichtje van
Edgar Degas, op wie de Franse schilder
verliefd was.
„Schrijven ^s mijn leven. Noodzaak. Ik heb
mijn jeugd overleefd door te leven in mijn
fantasie. Op zolder bouwde ik vroeger thuis
mijn eigen wereld, en later was het theater
een vlucht uit de werkelijkheid. Hier in
Frankrijk kan ik mij terugtrekken in mijn
eigen wereld. Inmiddels is dat mijn dage
lijks werk.
Toen ik Mrs. Degas af had, zei Lex dat ik
maar eens een tijdje niks moest doen. Toch
begon ik meteen de volgende dag aan een
nieuw boek. Ik doe niets liever dan in mijn
hoofd wonen en doorgaan met zoeken naar
nieuwe werelden en nieuwe mensen. Daar
leef ik intenser dan in de echte wereld. In
mijn eigen schepping kom ik meer tot mijn
recht dan in het dagelijks leven, waar ik
toch veel mankementen vertoon, vooral in
de omgang met anderen. Dat heeft natuur
lijk met mijn jeugd te maken.''
Japin had het als kind heel zwaar. Zijn
ouders vochten geregeld met elkaar en op
school sloegen en vernederden klasgenoten
hem dagelijks. Dat hield niet op toen zijn
vader - Arthur was toen 12 - zichzelf
doodde. Japin: ,,Je wilt als kind niets liever
dan veilig zijn. Je probeert dus voortdurend
te sussen en te bemiddelen. Als mijn vader
dan toch mijn moeder sloeg, hield dat het
snelste op als wij ons allebei stilhielden, we
ons niet verzetten maar het lieten gebeu
ren. Je leert dat dat mechanisme werkt. Op
school pikten de kinderen mij er feilloos uit
als iemand zonder verweer. Als ze scholden
of sloegen, hield ik me stil. Het was de
enige bescherming die ik kende.''
,,Bijna elke dag werd er gezegd dat ik niet
mocht bestaan. Dat moest ik ook steeds
over mezelf zeggen, dat ik te lelijk was om
te mogen leven. Pesters zijn erop uit zwak-
TEKST RONALD GIPHART FOTO'S THIBAUD MORITZ
Het motto van het boek is een citaat van
schrijver Henry James, die ooit tot de
conclusie kwam dat een auteur eigenlijk
twee levens nodig heeft: een om te
schrijven en een om te leven. Hoe zit dat
met u? U hebt een imposant oeuvre op
uw naam staan, maar hoe zit het met
dat tweede leven?
Maar het ging niet over.
10